Zelfstandige Rabobanken verdwijnen, leden stemmen in
Rabobank is voortaan één bank. Alle 106 lokale ledenraden hebben ingestemd met een fusie. De afzonderlijke Rabobanken zijn in het nieuwe jaar hun zelfstandigheid kwijt en leveren hun bankvergunning in. Het was een eis van toezichthouders.
Door Bert de Jong
Bij Rabobank zijn de 1,9 miljoen leden de baas. Maar ze slaan tot nog toe niet met de vuist op tafel. Vanaf 1 januari 2016 kapittelen ze topman Wiebe Draijer wel rechtstreeks. Rabobank verandert.
Rabobank is van oudsher de bank van het dorp. Wie spaarcenten over had, die bracht ze, wie geld nodig had, die leende. De bank was de katalysator van de kleine economie.
Al die kleine banken zitten al een eeuw veilig onder een grote koepel van de Rabobank-organisatie in Utrecht. Daarmee zijn de 106 lokale Rabobanken samen sterk en manifesteren ze zich als de grootste bank van Nederland en als belangrijke speler in de grote economie.
Sinds de in 2008 uitgebroken financiële crisis is er veel veranderd. Het zijn niet de dorpsnotabelen die beoordelen of het goed is, het zijn de afgevaardigden van de Europese Centrale Bank in Frankfurt die het toezicht houden.
Een internationaal comité strijkt bijvoorbeeld vijf weken neer bij het hoofdkantoor in Utrecht, de hoge heren worden er in de watten gelegd en ze spitten overdag de boeken door. En ja, zij doen dit liever met één Rabobank dan met 106 zelfstandige lokale Rabobanken.
Met het steeds strenger, ingewikkelder en duurder worden van toezicht en controle, kwamen voor Rabobank grenzen in zicht. ,,Wat ooit ons grote kracht was, begon zich tegen ons te keren’’, is de conclusie van Rabo-bestuurder Rien Nagel.
Sleetse plekken
De coöperatieve structuur van Rabobank begon sleetse plekken te vertonen. De veranderingen in economie, klantengedrag en toezicht was volgens de bestuurders Rabobank op de oude wijze niet bij te houden. Toezichthouders als Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank hadden ook kritiek op het toezicht op de lokale banken.
De doorslag gaf de strengheid en starheid van de Europese Centrale Bank. Waar de coöperatieve structuur in de storm van de financiële crisis werd geroemd als veilig, is het sentiment bij de toezichthouders nu anders. Het coöperatiemodel geldt nu als een risico, althans in de ogen van de ECB. En voor het overige, ook de grote positie van Rabobank als hypotheekverschaffer voor woningeigenaren is volgens ECB een risico, terwijl dit volgens Nederlandse bankiers juist de minst risicovolle post is op de bankbalans.
Sturende hand
De sturende hand van de ECB liet Rabobank eigenlijk geen keus. Met man en macht is daarom in 2015 gewerkt aan de majeure ommezwaai. Het opgeven van de zelfstandigheid van de 106 lokale banken is de oplossing. En ja, dit is een delicaat onderwerp, zeker voor een bank waar de leden de baas zijn.
Heel zorgvuldig is het pad geëffend. En nu is het zover. Woensdag 2 december nemen de leden van de lokale Rabobanken een gedenkwaardig besluit, ze geven hun zelfstandigheid op. Ze leveren hun eigen bankvergunning van De Nederlandsche Bank in. Ook de vijf Rabobanken in Friesland doen mee. Het zijn grote banken met in totaal zo'n 1800 mensen aan het werk.
De coöperatieve grondslag van Rabobank wordt nog altijd gekoesterd. Een beursgang is wel eens gesuggereerd, maar ook al snel afgewezen. ,,Onze aandeelhouders dat zijn onze leden’’, zegt topman Wiebe Draijer.
Ledenraad
Anders dan nu, is het voortaan iedere lokale Rabobank die met een vertegenwoordiger - de voorzitter van de raad van commissarissen - de raad van bestuur kan kapittelen. Er is een duidelijk onderscheid gemaakt tussen bank en coöperatie. De directeuren gaan over het eerste in de kringvergadering, de leden over het tweede in de ledenraad. Volgens Rabo-bestuurder Rien Nagel wordt de invloed van de leden groter. ,,Dat doet niemand ons na, de zeggenschap en tegenkracht van onze leden zo krachtig verankeren op lokaal en collectief niveau.''
Maar anderzijds is het zo dat er meer macht ligt op het hoofdkantoor in Utrecht. Daar kan voortaan een lokale bank beter in de strengen worden gehouden. Nu is deze nog grotendeels autonoom, ook als het met de bank minder gaat. Dit vinden toezichthouders een ongewenste situatie.
Begrip
Wie opstand verwacht zou hebben over het verlies van zelfstandigheid van de lokale Rabobanken, die kwam bedrogen uit. Op de ledenbijeenkomsten dit najaar over dit onderwerp was er vooral begrip. Sommige bijeenkomsten in Friesland werden afgeblazen vanwege onvoldoende belangstelling.
Opluchting dus bij Friese Rabobankdirecteuren en bij hen vooral het gevoel dat het op een goede manier is gebracht bij de leden. ,,Eigenlijk is dit veel beter. De besluitvorming op strategisch niveau gebeurt voortaan door de ledenraad’’, zegt directeur Rients Schuddebeurs van Rabobank Heerenveen-Zuidoost Friesland.
Betrokkenheid
Rabobank schermt met de 1,9 miljoen leden en de grote betrokkenheid. In de praktijk gaat die vooral om de maatschappelijke betekenis van de bank. Deze wordt ook gevoeld door een groot deel van de 7,5 miljoen klanten. Het staat in geen verhouding tot de enkele honderden leden per lokale bank die zich heel betrokken voelen bij het organisatorisch gebeuren van de bank en deze kritisch volgen. Betrokkenheid is veel zichtbaarder bij de deelname van leden aan activiteiten van de bank.
,,De toegevoegde waarde van de Rabobank zit in het lokale’’, zegt Schuddebeurs dan ook. ,,We zijn bankier, maar we zijn ook vooral katalysator van de economie. Het voordeel is dat Rabobank geen aandeelhouders tevreden hoeft te stellen. Wij pompen ieder jaar miljoenen terug in de Friese economie via sponsoring en coöperatieve stimuleringsfondsen.’’
Laatst gewijzigd op 02-12-2015 om 22:48 uur