Nieuwe Nederlandse melkplas; boeren in de knel
De droom van melkveehouders is uiteengespat. De inhaalslag als zuivelland is een harde confrontatie. Boeren raken financieel in de knel. Klap op de vuurpijl: er is nieuwe overproductie. De zuivelfabrieken kunnen het niet aan.
Door Bert de JongGeef boeren de ruimte om te volop te melken en er is een probleem. In hetzelfde jaar dat de melkquotering is afgeschaft, is er al zoveel extra melk dat de zuivelfabrieken van Friesland Campina het niet eens aan kunnen. Melkveehouders krijgen een bonus van 2 cent per kilogram als ze anderhalve maand de productie temperen.
De bij zuivelcoöperatie Friesland Campina aangesloten boeren hebben in 2015 al bijna 6,5 procent (600 miljoen kilogram ) meer melk geleverd dan een jaar eerder. De laatste twee maanden gaat het heel snel. Het is net of melkveehouders tegen de klippen op melken om extra inkomsten binnen te halen.
Friesland Campina heeft onvoldoende capaciteit en kan de melk ook niet kwijt bij andere zuivelverwerkers. Vandaar het klemmend beroep aan de boeren om zichzelf een melkquotering op te leggen. Het zuivelconcern verwacht in maart 2016 voldoende verwerkingscapaciteit te hebben. Onverwacht is de extra melkstroom overigens niet. Rabobank voorspelde eerder een groei van 3 miljard kilogram.
Alle remmen los
Er is in het melkjaar 2014/2015 al veel te veel melk geproduceerd: in de Europese Unie 12,6 miljard kilogram. Boeren gooiden alle remmen los in aanloop naar de afschaffing van de Europese melkquotumregeling, nadat Europa dertig jaar lang had bepaald hoeveel melk boeren mochten produceren. Nederlandse boeren zijn een recordbedrag aan superheffing kwijt: ruim €135 miljoen. In totaal heeft Brussel €818 miljoen aan boetes opgelegd aan twaalf EU-landen. Duitsland kreeg de hoogste melkboete, van ruim €309 miljoen.
Het zit de boeren echter niet mee, want al een heel jaar lang krijgen boeren minder geld voor melk. De melkprijs is fors gedaald, nu zelfs tot onder de kostprijs. De acties van boeren in Frankrijk en België zijn een duidelijk signaal. De prijs voor melk is te laag om rond te komen.
De melkprijs ligt rond 30 cent voor een kilogram melk, meer dan een vijfde lager dan de zomer van 2014. In het jubeljaar 2013 was de melkprijs nog boven de 40 cent. Melkveehouders vrezen een verdere daling naar 25 cent, het dieptepunt uit 2009.
Bijzonder jaar
Het jaar 2015 moest het verdienjaar worden. De nieuwe stallen zijn gebouwd, de hoogproductieve melkkoeien staan klaar. Melkveehouders hebben alles in gereedheid om er een bijzonder jaar van te maken. De grillige wereldmarkt doet zijn werk, juist nu op 1 april 2015, de melkquotering in de Europese Unie definitief ten einde is.
De Nederlandse melkproductie kan in korte tijd 10 tot 20 procent hoger liggen, is de verwachting. De melkveehouders kunnen al hun koeien aanmoedigen, de voerrantsoenen nog beter afstemmen, het vee koesteren en ook de laatste druppel in de melktank laten vloeien.
Maar door wegvallende vraag uit China, de Russische boycot van Europese zuivelproducten en de groei van de wereldzuivelproductie is dit perspectief heel snel anders geworden. Melkveehouders ontvangen minder dan de kostprijs voor hun melk, terwijl er een jaar geleden een vorstelijke bonus was. Ze maken een pas op de plaats, al dan niet gedwongen door de banken.
De tijd staat open voor de melkveehouderij. Er zijn de afgelopen jaren honderden miljoenen euro's geïnvesteerd in deze agrarische sector. Er ligt een groot internationaal perspectief, waar de Nederlandse zuivel zich ondanks de beperkingen van de melkquotering goed op heeft voorbereid. Of misschien is het dankzij: ,,De dertig jaren met melkquotum hebben ons beter gemaakt'', zegt Jan van Weperen, groot melkveehouder in Oosterwolde en bij de boerenorganisatie LTO vijf jaar lang landelijk voorzitter geweest van de melkveehouderijtak.
Het voorbeeld is Friesland Campina, in de top vijf van 's werelds grootste zuivelconcerns. ,,Dat is fantastisch, hoe ze volop hebben geïnvesteerd in risicospreiding, in nieuwe markten, in producten die een hoge toegevoegde waarde hebben. Ik ben in het verleden kritisch geweest, maar als ik over de bult heenkijk, dan hebben ze het echt goed gedaan.''
Jan van Weperen was net boer in 1984, in een maatschap met zijn broer Klaas en zijn vader. Op het melkveebedrijf bij Oosterwolde molken ze destijds tweehonderd koeien. Het was schrikken, toen van hun melkquotum van 1,2 miljoen kilogram 20 procent werd afgehaald. Er kwam een resoluut einde aan de tot die tijd durende expansiedrift in de melkveehouderij. Het was goed, zegt Van Weperen nu. ,,Er was totaal geen afstemming van vraag en aanbod. De pakhuizen lagen vol boter en melkpoeder. Het was een heilloze weg.''
Melkquotum van 5,6 miljoen kilogram
De melkquotering heeft het melkveehouderijbedrijf van Van Weperen niet op slot gezet. In de maatschap met broer Klaas en neef Klaas Jan en vijf medewerkers worden nu vijfhonderd koeien gemolken. Het melkquotum is gegroeid tot 5,6 miljoen kilogram. ,,Het eerste jaar was voor alle boeren wennen. Maar daarna waren er nieuwe kansen. Melkproductierechten kregen een waarde. Voor een gulden kocht je het recht voor een liter melk. We hebben vanaf dat moment geïnvesteerd, met centen uit het melkgeld die we staken in extra melkquotum.''
Het jaar 2015 is voor Van Weperen eentje van ,,dynamiek en hectiek''. Hij verwacht de melkproductie flink op te kunnen voeren. Eigenlijk is dat de kunst niet eens, bezweert Van Weperen. ,,Waar het vooral om gaat is om de kostprijs in de gaten te houden.'' Het zal de valkuil worden voor een aantal boeren. Die voeren in sneltreintempo de melkproductie op, maar moeten daarvoor veel te veel kosten maken. Dan is er onder aan de streep weinig verdiend.
De Nederlandse melkveehouders nemen alvast een voorschot. Ze leveren aan de zuivelfabrieken al veel meer melk dan is toegestaan. De boeren nemen de straf die er op staat voor lief. Alleen op deze wijze kunnen alle remmen los. De veestapel moet worden voorbereid op de nieuwe vrijheid. Een koe is immers geen robot.
Nederland is nu goed voor een melkplas van bijna 12 miljard kilogram melk. Zo'n anderhalf miljoen melkkoeien doen hun best om deze melkplas te vormen. De moderne Nederlandse koeien zijn echte melkbronnen. Deze geven gemiddeld 25 kilogram melk per dag. Zo'n koe krijgt hoogwaardig voer en is onderdeel van een efficiënt systeem op de boerderij.
Met trots vertelt Van Weperen over het moderne melkveehouderijbedrijf van de maatschap. Met genoegen houdt hij er excursies, ook voor kritische consumenten. ,,Ik wil ze laten zien wat er gebeurt en hoe. Ik ga echter niet proberen ze te overtuigen. Voor de toekomst van de zuivelsector en voor het aanzien is het belangrijk om transparant te zijn.''
Bij Van Weperen is volgens de wettelijke normen sprake van een megastal. Er lopen er meer dan 250 stuks melkvee. De afgelopen drie jaar is royaal geïnvesteerd in stallen. Moderne melk- en voersystemen nemen er een groot deel van het werk uit handen. Wat opvalt is dat er amper beton en ijzer is te zien. De koeien liggen en lopen op rubberen vloeren. ,,Dat is goed. Het is te zien dat ze een veel natuurlijker gedrag vertonen.''
Een verdere grote uitbreiding van de veestapel is op het bedrijf van Van Weperen niet voorzien. Het toekomstperspectief vermeldt voor het jaar 2020 zo'n 550 stuks melkvee. Maar het gaat helemaal niet om het aantal koebeesten, wil Van Weperen maar duidelijk maken. In 1984 had Nederland 2,4 miljoen melkkoeien. Het zijn er nu een miljoen minder voor dezelfde melkplas. Goed boeren kan ook met minder vee.
Zoveel koeien minder die poepen en plassen. ,,Welk een milieuwinst is er in dertig jaar bereikt!'', roept Van Weperen uit. Het zijn zoveel dieren minder die voor ammoniakemissie zorgen. Het is zoveel vee minder dat geproduceerd krachtvoer nuttigt om het om te zetten in melk. ,,Kijk eens wat de melkquotering heeft betekend voor een beter milieu. Het is een aspect dat onderbelicht blijft.''
Toch bevreemdt het niemand dat de melkveestapel weer aan het groeien is. In Friesland stonden in 2014 ruim 281.000 melkkoeien in de stallen, 3000 meer dan het jaar eerder. Sinds 2009, heeft de verruiming van het melkquotum de boeren al verleid om meer vee aan te houden.
De vraag naar meer is groot. Het aanbod is echter klein, waardoor de prijzen van gebruiksvee zijn gestegen. Een eerste kwaliteit melkkoe kost rond €1300. Dit is ongeveer €300 meer dan in 2010. Het hogere prijsniveau van de melkkoeien heeft ook gevolgen voor de prijs van vaarzen. De hoogste prijs daarvan ligt rond de €1100. Er zijn ook minder vaarzen beschikbaar voor de export, anders een lucratieve tak voor de veehouders.
Marktverstoring
Dertig jaar lang was het Europese systeem van melkquota een fenomeen. Het werd in 1984 door de Europese Unie ingevoerd om een einde te maken aan de geldverslindende boterbergen en melkpoederoverschotten. De melkproductie lag op een zo hoog niveau dat het zuivelaanbod de vraag aanhoudend oversteeg. Door de garantieprijzen op sommige zuivelproducten werd de marktverstoring ook in de hand gewerkt. Het politiek en maatschappelijk draagvlak om veel geld te steken in overproductie was op enig moment verdwenen.
De melkveehouderij was op slot gezet. Toch kwam er ook onverwachte dynamiek. In werkelijkheid heeft de quotering een warme sanering van de sector in gang gezet. De kleinere boeren stopten en verkochten hun melkquotumrechten aan collega's die wilden groeien. Het mes sneed aan twee kanten. Voor de wijkers was er een extra pensioen, omdat de melkproductierechten een waarde hadden gekregen, voor de blijvers gold dat ze hun bedrijf konden uitbreiden.
,,Er was ook een heftige sociale problematiek'', weet Jan van Weperen. Als sectorvoorzitter melkveehouderij LTO heeft hij het van nabij meegemaakt. Het vraagstuk van stoppen en doorgaan lag bij veel boeren vol op tafel. Voor sommigen was er ineens het perspectief van een pensioen op hun oude dag. ,,Anderen verhuurden bijvoorbeeld hun melkrechten, totdat hun zoon klaar was om het bedrijf over te kunnen nemen.''
In de ban van superheffing
De meeste jaren molken de boeren meer dan het landelijk melkquotum van rond de 11 miljard kilogram melk. Heel fors was het in het melkjaar 2013/2014. Toen overschreden de melkveehouders het quotum met 474 miljoen kilo, blijkt uit gegevens van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Een overschrijding van 4 procent. In de aanloop naar het einde van de quota liep de melkproductie in Nederland de afgelopen jaren al op. Het melkjaar 2014/2015 is het recordjaar geworden. In 2014/2015 leverden Nederlandse koeien 12,6 miljard kilo melk. Tien jaar geleden was dat 10,6 miljard kilo.
Veel meer dan de melkquotering is Nederland dertig jaar in de ban geweest van de superheffing. Het is de forse geldstraf voor melkveehouders die toch boven hun toegewezen melkquotum uitkomen. Slechts in drie melkjaren (2000/2001, 2005/2006 en 2012/2013) werd het melkquotum niet vol gemolken, een uitvloeisel van bijzondere weers- en groeiomstandigheden. Alle superheffing opgeteld is het een offer van bijna €1,1 miljard voor de Nederlandse melkveehouderij.
De superheffing van €135 miljoen in 2014/2015 is het hoogste bedrag sinds de invoering van het melkquotum in april 1984. In het jaar 2013/2014 moest de Nederlandse melkveehouderij €132 miljoen aan superheffing betalen. Daarvoor was 1988/1989 de topper met €91 miljoen aan superheffing. In dat jaar werd 271 miljoen kilo melk meer geleverd dan het toenmalige melkquotum.
Compliment
De komst van de grote zuivelconcerns Fonterra en Arla is volgens van Weperen ,,het grootste compliment dat je aan de Nederlandse zuivelsector kunt maken''. Het Nieuw-Zeelandse Fonterra heeft onder andere een kaasfabriek gebouwd in Heerenveen en het Deense Arla heeft een deel van de consumptiemelkdivisie met de fabriek in Nijkerk gekocht van Friesland Campina. ,,Wat bezielt ze?, denkt menigeen. Ze zoeken de competitie op. Dat is bewust, daar worden ze zelf sterker van.''
De kracht van de Nederlandse zuivel zal zich in de komende jaren duidelijk manifesteren. ,,De melkprijs zal mogelijk wat meer ups en downs hebben, maar mondiaal heeft de Nederlandse zuivel veel meer kracht dan dertig jaar geleden. Bovendien is er wereldwijd veel meer vraag.''
En ach, op wereldniveau is de Nederlandse zuivelproductie ook weer een druppel op de gloeiende plaat. Van Weperen wijst op Nieuw-Zeeland. Dit land was in 1984 goed voor de productie van 6 miljard kilogram melk. Nu wordt daar 22 miljard op de wereldmarkt afgezet. Daar kon de melkveehouderij onstuimig groeien en toch ook goede prijzen behalen. De veehouders van Friesland Campina ontvingen over 2014 een melkprijs van 45 cent per kilogram, maar in 2015 is deze gedaald naar onder de 30 cent, lager dan de kostprijs voor boeren.
De gevaren voor de zuivel zitten echter niet in de grillen van de wereldmarkt, meent Van Weperen. ,,De welvaart is veel meer een bedreiging. Dat brengt namelijk met zich mee dat je niet alleen wordt beoordeeld op goed en gezond. Dan kunnen de ethische aspecten mogelijk een veel grotere rol gaan spelen in de afweging van de consumenten. Daarom is het van belang om te investeren in een goed imago.''
Laatst gewijzigd op 29-12-2015 om 10:46 uur