Subsidie stroomt voor zeldzame kip en Friese roodbont
Voor een enkele kip en een zeldzame Friese roodbonte koe wordt veel geld uitgetrokken. Het is hard nodig, want de vergrijzing slaat toe. Voor de redding krijgt de Stichting Zeldzame Huisdierrassen extra rijksgeld.
Door De RedactieHet draait allemaal om de Uilebaard, de Kraaikop en het Friese hoen. Het zijn 3 van de 21 zeldzame hoendersoorten waarover de Stichting Zeldzame Huisdierrassen zich druk maakt. Oude rassen mogen niet uitsterven. Maar het houden ervan kost meer geld dan het oplevert en vergrijzing ligt op de loer.
Met name de pluimveerassen (kippen, eenden en duiven) en de zeldzame schapen- en geitenrassen staan onder druk. In de pluimveesector is 79 procent van de fokkers sterk tot zeer sterk vergrijsd, in de schapen- en geitensector is dat 67 procent.
Liefhebber
Zeldzame rassen moeten het hebben van de ware liefhebber. Het is een hobby die meer geld kost dan het oplevert. Het ministerie van economische zaken liet Bureau Bartels alle bedreigingen op een rijtje zetten. De 39 ras- en stamboekorganisaties rapporteerden dat 83 procent van de leden de (voer)kosten niet kan wegstrepen tegen de opbrengsten.
Instandhouding van zeldzame rassen is een zaak van nationaal belang. Door het voortdurende accent op productie ontstond er in Nederland een genetische erosie; een sterke verschraling in de diversiteit van dierenrassen.
Blaarkop
Neem de melkveehouderij. Daar werd het ras Holstein-Friesian sterk dominant vanwege de hoge melkproductie. Het Fries roodbont, de Groninger blaarkop en het Lakenvelder rund kwamen in de verdrukking.
Dat is niet alleen jammer, maar ook riskant. Dominante rassen worden steeds kwetsbaarder voor dierziekten en genetische problemen.
Een genenpool van oude zeldzame rassen kan als zekerheidsstelling fungeren voor de reguliere veeteelt en melkveehouderij. Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) heeft alle rassen op een rijtje. Dieren die extreem kwetsbaar zijn worden opgeslagen in een genenbank, diepgevroren in vloeibare stikstof.
Legkip
In de pluimveesector is het Friese hoender een bekende. Hij kan goed vliegen maar is schrikachtig van aard. Het Friese hoen legt veel eieren met weinig voer. In de jaren dertig maakte hij naam als legkip van het Noorden. In Engeland noemden ze hem ‘every day layers’; iedere dag leggers.
Het ras kwam na 1900 in zwaar weer omdat andere soorten meer en grotere eieren legden. Bovendien hadden die meer vlees op de botten, voor in de pan.
In januari 1922 werd De Fryske Hinneklub opgericht om het Friese hoen te redden. Sinds 1996 heeft de Friese Hoender Club een fokstation in het Bos van Ypey. In 2007 werd een tweede fokstation geopend bij Zorgboerderij It Griene Nêst in Sumar.
Op en neer
Het gaat op en neer met het ledental van de club. In de zeventiger jaren waren er zo weinig dat er soms geen ledenvergadering meer werd uitgeschreven. Tegenwoordig zit het aantal in de lift.
De Friese Hoender Club heeft 230 leden, van wie 70 procent in Friesland woont. Op de fokkerslijst staan tien fokkers waar nog broedeieren of Friese hoenders te bekomen zijn.
Fries roodbont
Nog zo’n zeldzaam ras is het Friese roodbont. Een vriendelijke koe die in de Middeleeuwen standaard was in de Hollandse weilanden. Veepest en overstromingen vaagden rond 1750 driekwart van de veestapel weg. Vanuit Denemarken en Duitsland deden zwartbonte runderen hun intrede.
In 1957 zag de vereniging Fokkers van Roodbont Fries Stamboekvee het licht. In het stamboek stonden nog 2500 roodbonten ingeschreven. Kort voor de eeuwwisseling waren het er zeventien.
Draagmoeders
Volgens de laatst bekende telling op 31 december 2014 zijn er 565 Friese roodbonte koeien over. Ze staan bij dertig veehouders en dertig hobbyboeren. Van vijftig stieren is sperma ingevroren bij de genenbank in Wageningen.
Via embryotransplantatie bij draagmoeders op de Dairy Campus in Leeuwarden moet het aantal groeien. In december liepen er dank zij die nieuwe techniek zeven nieuwe Friese kalveren rond. Pas bij een aantal van 1500 is het Friese roodbont uit de gevarenzone.
Nieuw geld
De Stichting Zeldzame Huisdierrassen (SZH) helpt sinds 2008 met de fokkerij, het vermarkten en fondsenwerving van alle zeventig zeldzame huisdierrassen. Een rijkssubsidie van €200.000 werd dit jaar afgebouwd tot €80.000.
Het is te weinig om al het goede werk te doen, concludeert Bureau Bartels. Staatssecretaris Martijn van Dam trekt dit jaar €40.000 extra uit, zodat de SZH actief op zoek kan naar nieuw geld en samenwerking met andere partijen.
Ras van het Jaar
Jaarlijks roept de SZH een zeldzaam huisdierras uit tot Ras van het Jaar.
2011: Krombek- en Witborsteend.
2012: Gouwenaar (konijn).
2013: Hollandse Herder.
2014: Groninger Blaarkop.
2015: Veluws Heideschaap.
2016: Bonte Geit.
Laatst gewijzigd op 08-02-2016 om 17:56 uur