Boeren laten burgers binnenkijken
De kloof tussen boer en burger is groot. Burgers zien niet hoe het werkelijk gaat in de melkveehouderij. Er is een antwoord: de app boer‘ntour.
Door Bert de JongHet idyllische beeld van koeien in de wei is voor veel burgers een bevestiging. Zo zou het moeten zijn. Campagnes rond weidemelk missen hun uitwerking niet.
Maar zo is de werkelijkheid niet helemaal. De meeste dagen van het jaar staan de koeien nog steeds in de stallen. Melk mag al weidemelk heten als de koeien minimaal 120 van de 365 dagen 6 uren per etmaal in de weide lopen.
Wat koeien beleven
Toch valt er veel te vertellen over wat de koeien beleven in die stallen. Het verhaal blijft voor veel burgers verborgen. Op de fiets of uit de auto ziet men graag de koeien grazen of herkauwen. Maar ze kijken niet in de stallen, ze snuiven niet de geur van mest.
,,Het gaat om een verbinding met de samenleving’’, zegt bestuurslid Afke Kester van de Agrarische Natuurvereniging Weststellingwerf. De nieuwe, in Oldetrijne gepresenteerde app boer’ntour van IZI Travel in samenwerking met onder andere de boerenorganisatie LTO biedt die mogelijkheid. ,,Zo is er de kans om te kijken achter de muren van moderne boerenbedrijven.’’
Mijn dames
Hoor melkveehouder René Zuidberg uit Oldetrijne spreken over zijn vee en over wat er in zijn moderne stal gebeurt en hij zou elk weekeinde een rondleiding kunnen houden. ,,Dit zijn mijn dames’’, ratelt hij. ,,Deze dames leveren een topprestatie, eentje die hoort tot de hoogste van Nederland.’’
Zuidberg past goed op zijn koeien. Ze moeten goed kunnen liggen in de stal. ,,Want een koe die goed ligt, die kan goed herkauwen en die kan ook veel melk produceren’’, legt hij uit. Voor hem is het simpel: ,,Ik verwen de koe, de koe verwent mij.’’
Routes langs boerderij en natuur
In de Groote Veenpolder in Weststellingwerf, het gebied waar per hectare mee de hoogste aantallen liters melk van Nederland worden geproduceerd, zijn nu twee routes uitgestippeld. Met het eigen mobieltje en de app kan een ieder op de fiets of in de auto vanaf de weg bij de boer in de stal binnenkijken en zich verwonderen over de omgeving.
Zelfs kunnen ze een kijkje nemen bij wat volgens de norm haast een megastal heet te zijn. Bijna 250 stuks melkvee staan er in de stal van Elshof en Witteveen in Oldetrijne. De passie spreekt bij Trienke Elshof, voorzitter van LTO-Weststellingwerf. ,,Als boer zijn we trots dat we een kwaliteitsproduct maken. Dat is een goed gevoel. We zorgen ervoor dat onze zuivel over de hele wereld wordt geconsumeerd als een veilig product. Ik denk dat we daarmee een voorsprong hebben.’’
Imago
Met het imago van de melkveehouderij is op zich niet eens zo veel mis, blijkt uit de jaarlijkse AgrifoodMonitor, uitgevoerd door de Wageningen Universiteit. Goede smaak, gezondheid, veilig en natuurlijk, dat zijn de waarden die door consumenten als belangrijk worden gevonden en hoog worden gewaardeerd.
Zuivelreus Friesland Campina doet er ook alles aan om dit imago van zuivel te bewaken en te versterken. Door innoverende melkveehouders in het zonnetje te zetten, door open boerderijdagen op te zetten, door de
De Agrifoodmonitor toont ook dat de burger nog geen goed beeld heeft van het dierenwelzijn in de melkveehouderij. Daar zit de uitdaging om dit inzichtelijk te maken. Het advies is dan ook om de consumenten te trakteren op meer informatie en aansprekende beelden, zodat ze het moderne melkveebedrijf op waarde weten te schatten.
Het is een kolfje naar de hand van Trienke Elshof: ,,Boeren zijn ondernemers die ook een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten voelen. Het is logisch om burgers binnen de deuren te laten kijken wat er in een stal gebeurt. Dit is goed voor het imago en ook voor de acceptatie.’’
Verwarring
Ook Marc Jansen, directeur van het Centraal Bureau voor de Levensmiddelenhandel, beseft maar al te goed dat de consumenten soms in verwarring zijn. Want nee, melk komt niet uit een fabriek, maar van een boerderij met tegenwoordig melkrobots. ,,Meer dan voorheen moeten we uitleggen hoe voedsel wordt geproduceerd.’’
Onbekendheid is een ding, maar dat organisaties als Wakker Dier ,,een sector onbemind willen maken’’, dat is voor Jansen weer het andere uiterste. ,,Maar het blijkt dat het helpt als consumenten een veehouderijbedrijf bezoeken. Ze komen er altijd positiever vandaan dan ze er naar toe gingen.’’
Laatst gewijzigd op 28-08-2015 om 20:00 uur