Smullen van ’vergeten’ bloemkolen en slabonen
Vergeten groenten zijn het waard een nieuw leven te krijgen. Wat te denken van het Wierumer Geeltje, de Berlikumer wortel, de Janumer pronkboon, de Reade Krobbe of de Koudumer Blomkoal.
Door De RedactieOude groenterassen als de Reade Krobbe, Driemaal Wit, de Friese Kapucijner en It Griene Nêst zijn gewaarborgd. Maar daar is het dan ook mee gezegd. De genen worden bewaard, een enkeling teelt ze nog.
Voor de Koudumer Blomkoal is er na het succes van de Koudumer Beantsjes echt een nieuw leven. De kroon op het werk is de erkenning als Fries streekproduct. Deze bekroning in 2005 voor de boontjes zette Koudum opnieuw op de kaart en gaf veel nieuwe belangstelling en culinaire erkenning voor deze peulvrucht.
Meer nog dan door de sla- en stokbonen geniet Koudum eer van de bloemkolen. Het heeft alles te maken met de tuinbouwcultuur die het dorp in de vorige eeuw bloei gaf. Bloemkolen wilden uitstekend gedijen in de luwte van de zandrug waar het dorp op ligt. Koudum had zelfs een halve eeuw lang een eigen groenteveiling: Vendu Tivoli.
Daan Trimpe en Stephanie Hoekstra namen in 2014 dit tuinbouwcomplex over van Sytze en Betsy van der Wal. Zij zijn nog de enigen die de Koudumer tuindershistorie levend houden. Hun vlijt en arbeid gaat in het telen en vermarkten van bonen en bloemkolen.
Het is aan oudere tuinders te danken dat culinaire liefhebbers die malse boontjes en die hagelwitte bloemkolen uit Koudum nog op het bord kunnen presenteren. De Koudumer groentetelers Piet Hobma en Sytze van der Wal hebben het fundament gelegd voor de huidige roem.
Piet Hobma hield vanaf 1994 een viertal typen van het oude bloemkoolras Alpha in stand. Het zaad werd al langer niet meer verhandeld, maar Hobma zag er de waarde van in voor zijn Koudumer bloemkolen. Samen met zijn collega Sytze van der Wal bleef hij ook de uit het ras Impala voortgekomen Koudumer boontjes telen.
De waardering uit eigen streek gaf aan dat het het een groter succes kon worden. De huidige grote belangstelling voor Friese streekproducten, ook met name gedragen door veel topkoks en restaurants, bewijst het gelijk van Hobma en Van der Wal, maar ook van zo veel andere telers van oude rassen.
Wat op de zandgronden van Koudum kan, dat kan ook op de vruchtbare klei van Noordwest Fryslân. Daar is een groep enthousiaste telers bezig om oude Friese groenterassen te redden. Teler Joris Viëtor uit Peins roemt de oorspronkelijke smaak.
De Wierumer Geeltjes, de Friese gele koolraap, de Berlikumer wortel, ze zijn weer terug. Er zijn bovendien nog heel veel mogelijkheden, het Werkverband Friese Rassen heeft al een lijst van zeventig Friese rassen. Dat wordt nog smullen.
Laatst gewijzigd op 22-04-2015 om 10:55 uur