‘Dokter, ik heb hazenpest’
De hazenpest is terug. En alweer spelen de muizen een rol.
Door De RedactieEen bloemist uit het zuidwesten was de eerste die de hazenpest, een ziekte die sinds 1953 niet meer voorkwam in Nederland, in 2011 opliep. De tweede patiënt kwam uit Tholen.
In 2014 volgden twee Groningers. Dat was een mal verhaal. De Groningers hadden een dood gevonden haas gevild en werden ziek. Eén van hen meldde zich op 1 april bij zijn huisarts. ,,Dokter, ik heb hazenpest’’, zei hij. De arts dacht dat hij een grapje maakte. Het was immers 1 april.
De dokter liet zich overtuigen en de Groninger haalde zijn gelijk. Hij testte positief op antistoffen tegen Francisella tularensis. Kortweg Tularemie.
Inmiddels is Midden-Friesland de plek waar de ziekte zich concentreert, blijkt uit rapportages van de Wageningse Universiteit. Hier gaan heel veel hazen dood.
Rondom Akkrum zijn al acht hazen gevonden die de verwekker van de hazenpest bij zich droegen. Ze zijn allemaal opgestuurd naar het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) dat het onderzoek doet. Er is ook een besmette haas gevonden in het zuiden van Friesland en nog eentje in het oosten van Overijssel. In al deze regio’s melden boeren en jagers een opvallend hoge hazensterfte.
Of de muizenplaag in Friesland verband houdt met de uitbraak is niet bekend, zegt de universiteit. Maar daar wordt wel rekening mee gehouden. Het lijkt ook logisch, want hazenpest komt bij alle soorten knaagdieren voor. Dus ook bij konijnen, bij muskusratten en vooral bij woelmuizen.
Het Central Veterinary Institute (CVI), het nationaal laboratorium voor dierziekten in Wageningen, onderzoekt nu dood gevonden muizen op de aanwezigheid van Tularemie. Vooral om te kunnen begrijpen waarom de hazenpest hier na ruim zestig jaar weer de kop opsteekt.
Voor de talrijke muizen kan hazenpest ook de bedreiging zijn. Veel boeren hopen er stilletjes op, want dan zijn ze mogelijk van de muizenplaag af die nog steeds heerst.
Het is geen pretje, hazenpest. Knaagdieren krijgen koorts, eten niet meer, hoesten, krijgen diarree en lopen dronken waggelend door het veld. Tot ze er letterlijk dood bij neervallen.
Mensen kunnen de ziekte op verschillende manieren oplopen; na directe aanraking met besmette dieren - via wondjes in de huid - of door een insectenbeet. Het eerste was het geval bij de zieke Groningers, het laatste bij de bloemist uit Zuidwest-Nederland. Die had kort tevoren een boottochtje gemaakt in de Kop van Overijssel en was daar waarschijnlijk gestoken door een insect die de bacterie bij zich droeg.
Ieder mens wordt ziek op de plek waar de bacterie het lichaam binnenkwam. Wie geprikt is, ziet de plek rond de steek opzwellen en wordt koortsig. Wie de bacterie heeft ingeademd krijgt longontsteking. Wie een besmette haas heeft gegeten krijgt keelontsteking. En wie de bacterie via zijn handen in zijn ogen wreef, krijgt oogontsteking.
Hazenpest is een flinke griep. Jagers, boeren en vogelwachters moeten uitkijken, waarschuwen nu ook de Friese GGD en de BFVW. Wie dode of zieke hazen wil oppakken moet handschoenen aandoen en een mondkapje voor. Maar tegen een insectenbeet is niet zo veel te doen.
Landelijk zijn er vijf menselijke hazenpestgevallen gerapporteerd; twee na een insectenbeet en drie na het villen van een haas.
In Friesland is er nog geen mens ziek van geworden. Althans, voor zover de onderzoekers weten. Maar wie ziek is loopt ook niet direct naar de dokter. Vraag die Groningers maar. Voor je het weet denkt dokter aan een 1-aprilgrap.
Laatst gewijzigd op 18-04-2015 om 23:26 uur