In saaie graslanden verdwijnt ook de bij
Niet alleen weidevogels hebben weinig meer te zoeken op de monoculturele raaigrasvelden in Friesland. Ook bijen houden het voor gezien. Voor hen is er weinig meer te halen en de peren- en appeltelers moeten zelf maar bijenvolken importeren.
Door Nico Hylkema
Gaat het dan zo slecht met de bij in ons land? Hebben landbouwgiffen en intensieve landbouw de bijen in het defensief gedwongen? En dreigt daarmee onze voedselvoorziening in gevaar te komen? Tja, tweederde van de plantaardige voeding is afhankelijk van de bestuiving, dus er dreigt wel gevaar.
Toch gaat het dit jaar niet slecht met de bij. Zo’n 10 procent van de bijen heeft de winter van dit jaar niet overleefd. En dat valt mee. Het jaar ervoor was dat 30 procent. Het is maar waar je naar kijkt, stelt adjunct-directeur wetenschap Koos Biesmeijer van het Leidse Naturalis. Met de honingbij valt het wel wat mee.
Honingbijen
Honingbijen leven in kolonies en die zijn wat robuuster. Ze splitsen zich bij onvoldoende voeding op en zo kan zelfs in een rampjaar het aantal bijenvolken redelijk op peil blijven. Het is wel de vraag in hoeverre de honingbij zoveel bijdraagt aan de bestuiving, terwijl juist die honingbij van de 360 soorten bijen in Nederland het meest in de belangstelling staat.
De hommel bijvoorbeeld, die aanzienlijk meer bijdraagt aan bestuiving van bloemen en planten, doet het veel slechter. Bijna een derde van de hommels wordt bedreigd in het bestaan. Dat ligt hem overigens niet alleen aan gebrek aan leefgebied. Klimaatverandering draagt ook een steentje bij.
Hommels zijn nu eenmaal met hun ‘bontjasjes’ bijen die het moeten hebben van koele klimaatzones. En elke halve graad temperatuurstijging dringt de hommel noordwaarts. Biesmeijer laat zien dat rond 2100 hommels alleen nog voorkomen in Schotland en de Scandinavische landen.
Rode lijst
Daar staat tegenover dat vanuit het zuiden veel wilde bijensoorten, die nu nog hun biotoop in Zuid-Europa vinden zullen oprukken naar het Noorden. Maar daar staat dan weer tegenover dat van die wilde soorten tien procent op de Europese rode lijst van bedreigde soorten staat.
En dat is dan deels weer wel te wijten aan neonicotineïden, het beruchte bestrijdingsmiddel dat als hoofdschuldige wordt aangewezen als het om massale sterfte in bijenvolken gaat. Europa heeft 1,2 miljoen euro uitgetrokken voor onderzoek naar de bedreigingen van de bijen. En daarin worden alles zoals klimaatverandering, intensieve landbouw en bestrijdingsmiddelen meegenomen.
Nu is er wel een groot maar aan alle huidige onderzoeken. In Nederland weten we bijvoorbeeld precies hoeveel bijensoorten er zijn. In Zuid-Europa is er geen idee van de enorme rijkdom aan soorten. Er moeten veel meer dan de bekende negenhonderd in bijvoorbeeld Griekenland zijn. Alleen zijn de Grieken niet zulke fervente bijentellers als de Nederlanders.
De meest bedreigde soorten zijn volgens Biesmeijer op dit moment de alpine soorten en dat heeft natuurlijk het meest te maken met klimaatopwarming. Onderzoekers voorspellen dat de flora in de Midden-Europese berggebieden de komende decennia hierdoor sterk van karakter zal veranderen. Waar een plant verdwijnt door opwarming, komen warmteliefhebbers terug.
Bedreiging
Beperken we ons tot Nederland dan is de landbouw toch de grootste bedreiging. De Friese weidegebieden zullen hun aantrekkelijkheid voor bijen verliezen, als ze dat al niet grotendeels hebben gedaan. Melkveehouders mogen zich gelukkig prijzen dat gras niet afhankelijk is van bestuiving, anders zag het er slecht uit. Boeren die pogen een kruidenrijke weiland in stand te houden of te creëren, kunnen het nog wel eens moeilijk krijgen. In mono grascultuur Friesland verdwijnt ook de bij .