Veel Friese jongens zakken naar lager schoolniveau
Een zorgelijk beeld uit de zijlijn van provinciaal onderzoek. Veel Friese jongens stromen op de middelbare school (te) snel af naar een laag niveau.
Door De Redactie
Van de Friese jongens volgt 61 procent in het derde jaar van de middelbare school een lager niveau dan hun Cito-toets aangaf in groep acht. Onder de meiden is dat maar 39 procent.
Een groot verschil. De gegevens borrelen op uit de zijlijn van een onderzoek dat Bureau PAU (Plan Advies uitvoering) hield in samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen. Het was in opdracht van de provincie Fryslân. Deze was benieuwd of de aanwezigheid van openbaar vervoer op het platteland remmend werkt op de latere schoolkeuze.
Vervoer
Nee, is de conclusie. Middelbare scholieren gaan vooral op de fiets, de scooter of de brommer. Een goede fietsverbinding is vele malen belangrijker dan goed openbaar vervoer.
In de zomer gaat 88 procent van de tieners met de fiets, in de winter 79 procent. Bijna iedereen heeft wel een deugdelijke bus- of treinverbinding in de buurt.
Lager niveau
Maar dan de gegevens van het DUO, de Dienst Uitvoering Onderwijs. In Friesland zakken veel meer jongens dan meisjes tussen hun twaalfde en hun vijftiende af naar een lager schoolniveau.
Het viel niet binnen de onderzoeksvragen van het rapport. Dus komt er ook geen antwoord op de waarom-vraag, zeggen de onderzoekers.
Cito-scores
De gegevens spreken duidelijke taal. Het DUO legde de Cito-scores van alle Friese kinderen die in 2012 in groep acht zaten naast hun schoolniveaus in 2015. Het gaat om 5988 middelbare scholieren in totaal.
Van hen volgen er momenteel 1085 een lager niveau dan de meester of juf in groep acht adviseerde. Dat is ruim 18 procent. En van die groep zijn het vooral de jongens die afstromen.
Het beeld is een beetje vergelijkbaar met dat in andere perifeer gelegen provincies, zoals Drenthe, Groningen, Zeeland en Limburg.
Platteland
In het algemeen krijgen basisschoolkinderen op het platteland een iets hogere Cito-scores dan kinderen in de stad. Maar dat verschil kan de grote neergang op latere leeftijd bij lange na niet verklaren.
Alleen in Zeeland (21 procent) is de achteruitgang in schoolniveau tussen het twaalfde en vijftiende jaar groter dan in Friesland. Het landelijk gemiddelde ligt op 14 procent.
Afstroom
En dat is nog niet alles. De overgang van de derde naar de vierde klas zorgt opnieuw voor een opmerkelijk hoge afstroom, meer dan landelijk het geval is.
Het maakt niet uit of de kinderen uit stad of platteland komen. Sterker: vooral zij uit stedelijke gemeenten zakken relatief het vaakste af. Koploper zijn de regio’s Drachten, Heerenveen, Harlingen en Franeker.
Laatst gewijzigd op 13-12-2015 om 18:18 uur