Heel Friesland aan de Workumer el
Waardeloos was het, in de Middeleeuwen. Iedere plaats had zijn eigen lengtemaat. Voer voor veel gesjoemel. Daarom werd in 1504 de Workumer el ingevoerd, de standaardmaat voor heel Friesland. Nu is ie terug.
Door De RedactieEen ijkstok van 0,709 meter lang, meer is het niet. Maar die Workumer el bepaalde mooi wél twee-en-een-halve eeuw lang de maatvoering in Friesland. Vanaf 8 mei hangt de beroemde el weer aan het stadhuis op de Merk.
Pas in 1775 werd de Friese el ingeruild voor de Hollandse, die met 68,8 centimeter ietsje korter was. Op gezag van Napoleon maakten de ellen in 1820 plaats voor de meter.
Het was in de Middeleeuwen een warboel in Friesland, met al die verschillende maten en gewichten. Vraag Menco Holtman maar. De Groninger werkte zes jaar lang aan zijn boekje ‘Meten en wegen in Friesland’ dat in 1995 uitkwam.
Holtman reisde letterlijk stad en land af om alle Friese gewichten, inhouds-, oppervlakte- en lengtematen te ontwarren.
Het was chaos troef, zei hij in 1995 in De Volkskrant. Een mud voor graan varieerde in Groningen, Meppel, Steenwijk, Kampen en Friesland van 91 liter tot 120,4 liter. ,,En dit zijn dan nog alleen graanmaten. Voor hop, rogge of natte waar zoals bier, wijn, olie, traan, melk en zelfs karnemelk had je aparte maten.’’
De lengtematen verschilden nog meer. Een roedestok in Anjum was 3,552 meter lang, Beetsterzwaag hanteerde de koningsroede van 3,913 meter, Minnertsga had een roede van 4,144 meter en Surhuizum had er eentje van 3,897 meter.
Hertog George van Saksen, alias George met de Baard, was er in 1504 helemaal klaar mee. Hij heerste met zijn broer Hendrik de Vrome over Friesland.
De verschillende lengtematen waren dodelijk voor de handel. Sjoemelen met maten en gewichten was eerder regel dan uitzondering. Van Saksen verordonneerde dat de Workumer el voortaan de standaardmaat was voor de hele provincie.
Waarom, dat blijft gissen. Waarschijnlijk omdat Workum die tijd een voorname handelsstad was. De stad kende een bloeiende zeilvaart en overzeese handel en had een weversgilde. Er werd volop gehandeld in linnen en lakens.
Vermoedelijk had Workum daarom een streepje voor op Franeker en Stavoren, die weer andere ellen hanteerden, van 69,70 en 71,53 centimeter.
De Workumer el werd voortaan op ieder Fries stadhuis gehangen. Zo konden handelaren er hun eigen ellestok aan afmeten. De el, afgeleid van ellepijp, maar eerder een armlengte groot, werd opgedeeld in halven, kwarten en duimen.
Van Saksen keek wel uit dat hij Workum bevoordeelde. Dat zou maar scheve ogen geven. Hij verkondigde dat de Bolswarder Loop (83,6 liter) de nieuwe standaardmaat werd voor graan en de Leeuwarder Ommekan (1,9 liter) de nieuwe inhoudsmaat voor natte waar.
Voor het gemak voerde Van Saksen ook gelijk een munt in voor heel Friesland. Met zijn eigen gezicht erop, dat wel.
Het meetsysteem van George met de Baard hield lang stand. Tot Napoleon in Nederland in 1820 het metrieke stelsel invoerde. Zijn centimeters werden afgetekend op de punten van de Franse bajonetten.
Zoals de invoering van de euro de handel in Europa vergemakkelijkte, deed het metrieke stelsel van Napoleon dat ook. Een grote bron van ruzie, bedrog en bloedvergieten werd drooggelegd, zei Holtman met enige spijt in 1995; ,,Eigenlijk, was Napoleon een groot vredestichter’’.
De Workumer el had in 1504 een soortgelijk effect, maar dan op Friese schaal. Sinds 8 mei hangt hij weer waar hij eeuwen hing. Op de muur van het stadhuis.
Laatst gewijzigd op 07-05-2015 om 06:28 uur