Sjoerd de Vries: Fries Kampioen Kunstschilderen
Het is een gave, zegt de schilder Sjoerd de Vries over zijn kunstenaarschap. Hij begon met tekenen op beslagen ramen. Op 20 november 2015 heeft hij de prestigieuze Gerrit Benner prijs 2015 ontvangen voor zijn oeuvre. Nu is er een overzichtstentoonstelling in museum Belvédère in Oranjewoud: 'Heimwee naar de toekomst'.
Door Marita de JongZestig jaar kunstenaarschap van Sjoerd de Vries. Hij staat bekend om zijn landschappen en portretten, maar op de overzichtstentoonstelling in museum Belvédère in Oranjewoud (van 15 oktober tot en met 8 januari 2017) is er meer. Met toevoeging van stillevens, naakten, turfbeldsjes en ziekenhuistekeningen is er een gevarieerd beeld van het werk van Sjoerd de Vries, de belangrijkste Friese kunstenaar van dit moment.
In 2015 werd hij voor zijn oeuvre bekroond met de Gerrit Benner Prijs. Het is aanleiding voor beschouwing. In zijn atelier in Heerenveen, in de Heerenveense Muntflat op 13 hoog, met uitzicht tot aan het Tsjûkemar, wil Sjoerd de Vries het dan vooral hebben over zijn ‘ergernissen’: de autodidacten-discussie, het Friese cultuurbeleid dat hem doet denken aan de film Flodder en kroonprins Jochem Hamstra. Ook de luchtkastelen van Thom Mercuur komen langs en hij houdt een warm pleidooi voor zijn grote held Jentsje van der Sloot.
,,Ik ben Fries Kampioen kunstschilderen en word gehuldigd. Gezien de materiële omstandigheden kon ik het voor mijn gezin niet maken de prijs te weigeren'', zegt Sjoerd de Vries. ,,Al blijft het bedrag natuurlijk een fooi. Het had minstens €25.000 moeten zijn.’’
Trein en fiets
De Vries is in 1941 geboren in Oudehaske en woont met zijn vrouw Dalinda en dochter Sjorsje in Leeuwarden. Sinds 1 november 1990 heeft hij zijn atelier in een van de Muntflats in Heerenveen. Iedere ochtend neemt hij de trein van vijf uur. Half zes arriveert hij in het Friese Haagje. Voorheen liep hij naar de flat, nu maakt hij gebruik van een vouwfiets. De fiets maakt het hem gemakkelijker. Hij lijdt aan COPD, een chronische longziekte en heeft diabetes.
De schilder houdt van structuur, heeft een vaste dagindeling. Naar de winkel, naar de apotheek, tussen de middag biljarten in het Poolcentrum, een dutje op het atelier, soms nog wat werken aan een schilderij. ,,Mijn longen vertellen mij dat ik moet opstaan. Als ik in bed lig, klappen ze in en heb ik minder lucht. Daarom slaap ik niet zo lang.’’
Loeren naar de ezel
,,Mijn huisarts had het eerst niet zo begrepen op die vouwfiets maar hij vindt het nu een aan te bevelen levensstijl. Eenmaal in mijn atelier zet ik Radio 4 aan, ga zitten en dut vaak nog even in. Als ik wakker word, loer ik door mijn oogharen naar de ezel. Door het opdoemen van dat beeld worden de fouten van wat ik de vorige dag heb gedaan, zichtbaar. Soms stokt het, het vervolg laat dan op zich wachten. Dat kan maanden duren maar dat kan me niets meer schelen.’’
Een gave. Zo noemt de Vries zijn kunstenaarschap. ,,Een gereformeerde boer, die vroeger bij ons op bezoek was, zag me eens met mijn vinger tekenen op de beslagen ramen van ons huis in Oudehaske. Het was als schaatsen. Moet je eens kijken wat Sjoerd tekent, hij heeft een gave, zei hij. De woorden van die man ben ik nooit vergeten. Ik was een peuter, zat nog niet op school.''
,,Als kind tekende ik met stukken dakpan op de weg. Het moest. Ik ben geboren als kunstschilder. Het wordt door buitenstaanders vaak bekeken als een afwijking, kunst wordt daar ook vaak voor versleten. Hooguit 2 procent van de mensheid begrijpt waar je mee bezig bent. Dat levert veel teleurstellingen op, maar ik moet positief blijven.’’
Haatzaaien
Dat is ook een van de redenen waarom De Vries zich persoonlijk aangevallen voelt door de artikelenserie in de Leeuwarder Courant waarin het begrip autodidact centraal staat. Het woord is al sinds de jaren tachtig beladen. In zijn boek De Kleur van Friesland stelt kunsthistoricus Huub Mous dat het beeld van de Friese eenzaamheid en zijn autodidacten, schilders die eerst een ander beroep uitoefenden zoals Gerrit Benner, Jopie Huisman, Willem van Althuis en Boele Bregman, in de jaren tachtig en negentig in het leven is geroepen door Thom Mercuur en NRC-journalist Bas Roodnat (1930-2004). Mous beweert dat er ook andere kunstenaars zijn waarvoor dat niet geldt zoals Sies Bleeker, Jentsje Popma en Ids Willemsma. Maar het gaat over meer. Volgens De Vries is het een persoonlijke strijd van Mous geworden tegen de suprematie van Thom Mercuur in de Friese kunstwereld.
De Vries weigert te worden weggezet als een veredelde huisschilder terwijl hij als kunstenaar is geboren. ,,Het voelt voor mij als haatzaaien. Ik voel me aangevallen in mijn oprechtheid, ik ben de hoofdzondaar. Die hele discussie gaat nergens over. Sikke Doele (de in 2002 overleden cultuurjournalist van de LC) vroeg me eens in een interview: ben je autodidact? Toen antwoordde ik: ik ben eerder autistisch.''
,,Bas Roodnat heeft het begrip autodidact destijds door zijn contacten met Thom enigszins geromantiseerd. Dat is niet opzettelijk gebeurd, maar het is gewoon zo gelopen. Een moderne kunstschilder kan alleen maar autodidact zijn, anders produceert hij eenheidsworst. Als je kunstenaar wilt zijn, moet je het vak, ook als je naar de kunstacademie gaat, uiteindelijk zelf leren. Als de theorie van Huub Mous en Peter Karstkarel klopt, zou Jentje van der Sloot ook niet een autodidact kunnen zijn, omdat hij altijd bij zijn broer Bouke in de leer is geweest.’’
Europese top
Jentje van der Sloot (1881-1962) is zijn grote held. Hij begon pas op zijn 78ste te schilderen en liet een bijzonder oeuvre van vijftig schilderijen na. Dat Jentje niet op een centrale plek in Fryslân hangt vindt de Vries een groot gemis. ,,Ik ben nog zo ongeveer de enige aanbidder van Jentje. Fryslân heeft er geen oog voor. Als er iemand is geweest die een hulde gebracht heeft aan onze provincie, is hij het wel. Thom kwam destijds met Jentje aanzetten. De man woonde toen al in in huize Avondrood aan de Huizumerlaan, in een ongelooflijk hokje. Hij vertelt in zijn schilderijen de visie, die ik ook heb op de moderne kunst.'
,,Jentje was een zondagsschilder en ik ben een groot bewonderaar van de primitieven. Daarin sta ik niet alleen. Ook Picasso hield van die totale eerlijkheid. In het Picasso Museum zijn schilderijen van Henri Rousseau te zien die hij verzamelde. Ik durf te stellen dat Jentje op dezelfde hoogte staat als Rousseau. Zijn schilderijen hebben niets chauvinistisch. Het is gewoon een man uit Friesland die goed om zich heen heeft gekeken.''
,,Ik ging geregeld bij hem langs en zag zijn oeuvre groeien en zijn werk snel verbeteren. Het is uniek in zijn soort en van een heel hoog niveau. In de schilderijen is Jentje boven zichzelf uitgestegen. Het is bezield werk. Zijn totale oeuvre is van onschatbare waarde. Het behoort tot de Europese top. ’’
Luchtkastelenbouwer
Samen met jeugdvriend Thom Mercuur droomde Sjoerd ervan om Van der Sloot de plek te geven die hij verdiende. Dat is niet gelukt. ,,Thom is een luchtkastelenbouwer. Luchtkastelen die hij wil laten neerdalen op de grond. Op de opening van Museum Belvédère in 2004 heb ik me geschaamd. Onze grote held Jentje van der Sloot had geen vaste plek gekregen in het museum. We vonden altijd dat Fryslân totaal geen oog had voor deze geweldenaar. Niemand die het snapte. Wij wel. Elke keer kwam Jentje ter sprake. Thom had er zelf ook wel wroeging over. Ik denk dat hij er nog wel eens wakker van ligt.’’
In het Tripgemaal in Gersloot heeft Mercuur in 1997 wèl een tentoonstelling gemaakt over Van der Sloot. ,,Daar gebeurde het, qua animo en publiek. Dat was Thom zijn artistieke glorieperiode. Daar joegen wij onze jongensdromen na. Toen we elkaar ontmoetten was ik 18, hij 20. Dat was meteen high level niveau. Een paar seizoenen was ik conciërge in Het Tripgemaal. Een ideale ontmoetingsplaats voor de kunstwereld. Het ging daar bijna alleen maar over kunst. Architect Aldo van Eyck schreef in het gastenboek dat hij het gemaal het mooiste museum ter wereld vond. Het gebouw, de voorwerpen en de kunst vormden volgens hem een eenheid. En zo was het ook.’’
Ontroerend
Een andere schilder die De Vries bewondert is Jochem Hamstra (1962). ,,Als ik de nummer 1 ben, is hij de nummer 2. Hij heeft alles, hij is geboren om te schilderen. De jongen heeft het zwaar, materieel en geestelijk, maar hij heeft geen keus. Zijn laatste tentoonstelling in het Melklokaal in Heerenveen was van hoog niveau. Ik weet nog het moment dat ik het eerste schilderij van Jochem zag. Mijn hart klopte in mijn keel. Hij heeft een boek geschilderd over zijn leven, heel ontroerend.’’
Groter contrast met een schilder als Laurens Alma Tadema (1836-1912) is niet denkbaar. ,,Een topschilder, een Friese jongen, maar helemaal in de stijl van die tijd. Artistiek dus eenheidsworst. Hij schilderde in de mode van toen, was toonaangevend in bepaalde kringen en heeft een prachtige carrière gehad. Het is niet mijn stijl, ik vind hem een kitsch schilder, betaald in goud door de koning.’’
Flodder
Dan spuit De Vries zijn gal over het provinciaal cultuurbeleid, waar hij geen goed woord voor over heeft. Zijn hele professionele leven in de kunst heeft hij het allemaal voorbij zien trekken. Hij vergelijkt het met de film Flodder. ,,Zo heb ik het ervaren. Begin jaren zeventig was Cees Boschma directeur van het Fries Museum. Hij werd gedwongen om ook iets aan moderne kunst te doen en riep de hulp in van Thom Mercuur. De jaren dat Thom daar de scepter zwaaide, stond het museum nationaal op de kaart. Ook de aankopen waren van grote kwaliteit. Jopie Huisman is na zijn tentoonstelling in het Fries Museum landelijk doorgebroken. Maar Thom kon geen honorarium krijgen. Dat wilde hij niet per se, hij wilde gewoon een budget waar hij de baas over was. Het was allemaal even moeilijk.’’
Aan de andere kant wordt er met geld gesmeten. Leeuwarden is van alle provinciesteden, en ik ken ze allemaal, de stad waar het meest is vernietigd. Met dank aan onder andere architect Abe Bonnema. De besluitvorming rond het nieuwe Fries Museum is daar ook een goed voorbeeld van. De verbouwing van het oude museum was net achter de rug, met een claustrofobische tunnel in plaats van een elegante loopbrug naar Italiaans voorbeeld. En toen werd besloten om een nieuw museum te bouwen.’’
Biografie - Een leven lang schilder
Een leven lang schilder. Dat turbulente leven wordt nu vastgelegd door publicist Susan van den Berg. De Vries: ,,Ik las haar allereerste recensie in de Leeuwarder Courant en dacht: hoe weet zij dat allemaal? Ze heeft een heel goed oog voor kunst en kan dat ook heel mooi verwoorden. Wat dat betreft kan ze een zegen voor Fryslân zijn. Voor mij is ze mijn nieuwe manager, ik bespreek alles met haar.’’
Van den Berg: ,,Ik ben blij met die vertrouwensband, want dat is een voorwaarde om samen te werken. Ik kan bij zijn verhalen, word toegelaten in het privé-archief en heb veel aan zijn goede geheugen. Tegelijkertijd moet er naast die betrokkenheid ook afstand zijn, om vrij te kunnen schrijven. Gelukkig heb ik carte blanche.’’
In 2016 verschijnt bij de grote overzichtstentoonstelling van De Vries in Museum Belvédère een uitgebreide catalogus waarbij de nadruk ligt op het werk. Daarna werkt ze door om uiteindelijk te komen tot een biografie. ,,Juist bij Sjoerd is het leven onlosmakelijk verbonden met het werk. Ik ga daar functioneel mee om, maar wil later dieper op dingen ingaan. Daar is aanvullend onderzoek voor nodig en ik wil hoor- en wederhoor toepassen, zodat er een helder beeld ontstaat. Maar voorlopig richt ik me vooral op het inventariseren van het werk, want zijn oeuvre is zeer verspreid geraakt.’’
Tijdens het onderzoek zijn enkele onbekende werken ontdekt. Sommige zullen in 2016 te zien zijn in Museum Belvédère. De presentatie in het Fries Museum – ter gelegenheid van de Benner Prijs – bestaat uit werken van De Vries uit eigen collectie, in combinatie met het werk van tijdgenoten, inspiratiebronnen en persoonlijke voorkeuren.
De kunstenaar was even gastconservator: ,,Ik had maar een beperkte keuze omdat veel werken waren ingepakt vanwege de verhuizing naar het nieuwe depot, maar ik dacht: Pik in ‘t is winter. Over de personele inbreng heb ik totaal geen klachten. Ik ben niet ontevreden al had het wel honderd keer scherper gekund. Ondanks de omstandigheden zal de tentoonstelling toch verrassend zijn. Er zijn mooie verbindingen gemaakt.’’
Laatst gewijzigd op 15-10-2016 om 10:12 uur