Samen nadenken op het Jabikspaad
Wie de politiek een beetje volgt, hoort weinig anders dan ‘ieder voor zich’ en ‘zelfredzaam zijn’. Die woorden zijn ook van toepassing op de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela, maar de achterliggende gedachte is juist het tegenovergestelde. Beginnen kan op talloze plekken in Europa, ook op het Jabikspaad, dat begint in St. Jacobiparochie.
Door André KeikesPelgrims die de ‘Camino’ naar het Noord-Spaanse Santiago de Compostela lopen, moeten het zelf doen. Ze moeten de uitdagingen van die zeer lange tocht aankunnen, zelfredzaam zijn dus, maar anders dan bij de politieke mantra, die alle mensen tot elkaars rivalen maakt en impliciet haat zaait, is de pelgrimsroute er juist een van onderlinge betrokkenheid en gemeenschapszin. Mensen die er aan beginnen, in de voetsporen van de apostel Jacobus, noemen allemaal de gewaarwording dat er juist heel veel behulpzaamheid en genegenheid tussen de mensen bestaat.
Het is een wonderbaarlijke ontwikkeling in deze steeds minder religieuze tijd. Liepen halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw nog maar enkele honderden mensen de fysiek en mentaal zware route, die in in zijn huidige vorm in de elfde eeuw is ontstaan, tegenwoordig zijn het er per jaar al tegen de 150.000. Ieder jaar komt er tegen de 10 procent aan pelgrims bij, die de weg volgen, gemarkeerd met borden waarop de gestileerde St. Jacobsschelp staat afgebeeld.
Einde van de wereld
Ver voor de elfde eeuw was de route overigens al een weg die velen gingen. Voor de geboorte van Christus zou het een heidense route zijn geweest naar het einde van de wereld (Finisterre), toen in 814 de resten van St. Jacob er gevonden zouden zijn, namen christelijke pelgrims de weg over. Via Pamplona en Burgos, de hoofdroute, of via Bilbao en Santander, de zwaardere noordelijke weg. Al zijn er ook nog diverse alternatieve routes, waaronder die vanuit Lissabon en Madrid.
Tegenwoordig zijn het de 21ste-eeuwers die er ‘iets mee hebben’. Uit religieuze overwegingen, spirituele, toeristische of sportieve. Vooral de lopers uit die twee laatste categorieën worden wat minder gewaardeerd, voor sport en toerisme kun je immers overal terecht. Wie de honderden kilometers lange tocht uitloopt, krijgt dan ook de vraag voorgelegd uit welke levensbeschouwelijke motieven je gelopen hebt. Dat komt te staan op je Compostela, het getuigschrift.
Waarom?
De Vlaamse schrijfster Judith Vanistendael schreef en tekende onlangs voor uitgeverij De Bezige Bij / Oog & Blik een fraai persoonlijk verslag van haar voettocht naar Santiago de Compostela. En ook zij kreeg de genoemde vraag voorgelegd. Tja, waarom had zij gelopen?
Ze wist het niet, twijfelde ook of zij wel echt een pelgrim was - haar boek heet dan ook ‘Pelgrim of niet?’. Ze vulde niets in. Maar dat was geen optie, zo werd haar verteld. Je moest aangeven wat je er toe had gebracht. De strenge meneer die de Compostela’s verstrekte, besliste daarop dat de Vlaamse spiritueel is. ,,Wat ik me helemaal niet voel’’.
Vanistendaels boekje is er een van zeer vele die door de jaren heen verschijnen over de uitzonderlijke tocht, die voor de meeste mensen begint in Saint-Jean-Pied-De-Port, in de Franse Pyreneeën, en na 800 kilometer eindigt in Santiago, eventueel nog enkele dagen verder in Finisterre, dat daadwerkelijk aan de oceaan ligt: het einde van de wereld. Vanuit Friesland moet je denken aan 2000 kilometer.
Stempels
Het Jabikspaad, dat begint bij de Groate Kerk in St Jacobiparochie, bestaat uit een wandel- en een fietsroute naar Hasselt in het noorden van Overijssel. De westelijke route gaat over Franeker, de oostelijke over Zwarte Haan. En net als op de echte Camino, zijn hier stempels te halen. Niet allemaal op even sfeervolle plekken als de ‘auberges’ in Noord-Spanje, denk aan eatcorner Pieter Jelles in Stiens of McDonalds in Leeuwarden, maar goed. In Hasselt bestaat er een aansluiting op het Hanzestedenpad, waarna bij Maastricht meerdere routes uitmonden op de pelgrimsroute naar Spanje.
De vele tienduizenden die de Camino lopen willen nadenken en menen dat beter daar te kunnen doen dan in het nooit rustige dagelijkse bestaan. Na jaren van thuispeinzen gaan ze op pad. Sommigen nemen daarvoor een voortraject elders in Europa, anderen beginnen in zuidwest-Frankrijk en ook is er een flinke groep die halverwege Spanje begint, of, nou ja zeg, 100 kilometer voor het eindpunt Santiago. Want zelfs dan krijgen ook zij het papieren bewijs dat ze het beroemde pelgrimspad hebben gelopen.
De laatsten hebben de boodschap van zelfredzaamheid duidelijk niet spiritueel begrepen zoals de andere pelgrims dat doen: je realiseren dat de weg het doel is. En met de weg, de talloze ontmoetingen met anderen, het veel dieper dan in het gewone leven je realiseren dat een mensenleven maar kort en onbeduidend is en onderdeel van een niet te begrijpen kosmisch al.
Iedereen gelijk
Op de route is iedereen gelijk en alleen dat uitgangspunt al, maakt de Camino tot een manifestatie die recht ingaat tegen de kille neoliberale tijdgeest. Geen concurrentie en strijd hier, maar onderlinge betrokkenheid en hulp. Dat dat iets met je doet lijdt geen twijfel.
Veel mensen die de Camino eenmaal hebben gedaan, willen de route dan ook graag opnieuw lopen, en keer op keer ondervinden dat deze tijd niet alleen bestaat uit egoïsme. Maar ook degenen die slechts één keer in hun leven de honderden kilometers gaan, houden er ervaringen aan over, die de rest van hun bestaan mede bepalen. Natuurlijk kun je ook op andere plekken peinzen en filosoferen, lopen, klimmen en dalen, maar nergens zul je zo beseffen onderdeel uit te maken van een groot project dat al eeuwenlang mensen inspireert.
Laatst gewijzigd op 07-08-2015 om 13:25 uur