Friese terpdame kijkt ons in de ogen
Zo zag een Friezin er in de zevende eeuw uit. De 'terpdame' heeft een gezicht gekregen. Het is een vrouw van tussen de 40 en 50 jaar, met opgestoken haar. Een brede neus en een dunne bovenlip. Rimpels, een stoere, haast trotse blik.
Door Karin de MikHet is de eerste keer dat het gezicht van een vrouw uit de vroege middeleeuwen in Nederland is gereconstrueerd. En het is voor het eerst dat een Fries/Friezin uit de vroege middeleeuwen ons in de ogen lijkt.
De terpdame moet de grote publiekstrekker worden van de tentoonstelling “Goud, gevonden schatten uit de middeleeuwen,” die vanaf zaterdag 6 juni 2015 in het Fries Museum in Leeuwarden te zien is. Volgens het museum toont de expositie de schatkamers van het vroegmiddeleeuwse Friesland. Zo zullen onder meer goudschatten en de bekende fibula (mantelspeld) van Dronrijp getoond worden. Het skelet van de dame in kwestie is in de negentiende eeuw aangetroffen bij afgravingen van de terp van Hogebeintum.
Haar skelet was al die tijd al te zien in het Fries Museum. Nu heeft ze dus letterlijk en figuurlijk een gezicht gekregen. De tentoonstelling gaat over de periode waarin zij leefde: de vroege middeleeuwen. Bij het afgraven van de terpen werden in de negentiende eeuw diverse goudschatten aangetroffen.
Maar ook de nodige menselijke botresten. Een van de meest bijzondere is het skelet van deze vrouw. ,,Het leek ons leuk om de tentoonstelling persoonlijker te maken met een gezichtsreconstructie'', vertelt conservator Nelleke IJssennagger van het Fries Museum.
De terpdame werd indertijd begraven in een stam van een uitgeholde eikenboom. Bomen waren er in die periode niet veel in het terpenlandschap. Ze droeg bovendien een ketting van kralen, schelpen en barnsteen. Dat wijst erop dat ze dus vooraanstaand moet zijn geweest. Het publiek wordt gevraagd om een naam te verzinnen voor deze boomkistdame.
De terpdame heeft blauwe ogen en blond/grijzend haar. ,,Of dat echt zo was weten we niet zeker'', stelt de conservator, ,,maar we gaan er vanuit dat ze er net zo uitzag als veel Friezen nu.”
Aan de hand van onder meer de botstructuur kon haar gezicht vorm krijgen. Dit precisiewerk is uitgevoerd door fysisch antropoloog Maja d’Hollosy van het bedrijf Skullpting, die enkele maanden aan het project werkte. ,,Een heel secuur werk. Ze kreeg een kopie van de schedel en heeft laagje voor laagje het gezicht erop gezet met een soort siliconenrubber. Daarna is het beschilderd'', licht IJssennagger toe.
Eerdere gezichtsreconstructies
Gezichtsreconstructies van opgegraven skeletten zijn al eerder uitgevoerd. Begin dit jaar werd het gezicht onthuld van een negenjarig jongetje dat in 200 voor Chr. was gestorven in de buurt van Uitgeest. Aan de hand van DNA-onderzoek kon worden vastgesteld dat het een jongetje was en geen meisje. Dit IJzertijdjongetje (bekend als het jongetje van Aak) is eveneens gereconstrueerd door Maja d’Hollosy.
Ook kennen we het meisje van Yde en Kees de steentijdman. Het meisje van Yde werd in 1993 gereconstrueerd door Richard Neave van de Universiteit van Manchester. Het kind werd in 1897 gevonden in het veen bij het Drentse dorpje Yde. Ze leefde vermoedelijk tussen 54 voor Chr. en 128 na Chr., in de vroege ijzertijd. Dit gezicht is permanent te zien in het Drents Museum in Assen.
Cees de steentijdman is nog ouder. Hij leefde 4500 jaar geleden. Zijn skelet werd in 1990 bij een opgraving bij Hoorn aangetroffen. Ook van deze persoon maakte Maja d’Hollosy een reconstructie. Cees is vanaf begin dit jaar te zien in het Huis van Hilde, het Archeologisch Informatiecentrum van de provincie Noord-Holland in Castricum.
Laatst gewijzigd op 04-06-2015 om 11:45 uur