Zwarte tandpastakoning poetste ook Friese gebitten
De stroom vluchtelingen die momenteel uit landen als Irak en Syrië naar Europa komt, is zeker niet de eerste uit de geschiedenis. Uiteindelijk werd onze cultuur altijd rijker van de komst van vreemdelingen, zo leert ook het boek ‘Menthol’, over de charismatische zwarte man van Saint Lucia, die ons in de jaren twintig en dertig op markten het tanden poetsen leerde. Ook in Friesland.
Door André KeikesBij de soms vrij plotselinge komst van grotere aantallen vreemdelingen, reageren velen aanvankelijk gereserveerd, angstig of agressief. Het ‘wat moeten die hier’ is niet van de lucht, maar elkaar beter leren kennen lost doorgaans veel op. We horen elkaars verhalen aan en krijgen begrip voor een moeilijke vlucht voor vaak levensbedreigende situaties of diepe, doffe armoede.
De hannekemaaiers die tussen 1600 en 1900 uit armoedig Nedersaksen naar onze streken kwamen, waren zo’n groep, feitelijk de eerste gastarbeiders. In grote delen van Friesland deden ze eenvoudige landarbeid, om daarna te voet terug te keren naar Duitsland. In de zeventiende en achttiende eeuw kwamen veel Hugenoten, Franstalige calvinisten, als religieuze vluchtelingen naar ons land. Zij sloten zich aan bij de Waalse kerken, zoals in de Grote Kerkstraat in Leeuwarden, die al eerder een schuilplaats waren geworden voor naar het Noorden gevluchte Franstalige protestanten.
Lapkepoepen
En wat te denken van de lapkepoepen, in zekere zin de opvolgers van de hannekemaaiers, die met de verkoop van stoffen hun brood trachtten te verdienen. Latere gerenommeerde winkels als Vroom & Dreesmann, Schweigmann, Drontmann, Burmann, Hammer, Poiesz en ook Brenninkmeijer werden opgericht door afstammelingen van de lapkepoepen.
Frank Krake (1968), afgestudeerd in marketing strategy aan de Rijks Universiteit Groningen, schreef een boek over Joseph ‘Menthol’ Sylvester (1890–1955), een zwarte man, die de uitzichtloze armoede van zijn geboorteland, het kleine Caraïbische eiland Saint Lucia ontvluchtte. Die uithoek van het Britse rijk werd vooral bewoond door afstammelingen van slaven die er plantages bewerkten. Sylvester droomde echter van een beter en rijker bestaan, dat hem na een lange zwerftocht eerst naar Antwerpen en vervolgens naar Amsterdam bracht. Aanvankelijk leefde hij in de Verenigde Staten, maar daar werd hij verdreven door de rassenhaat en het geweld van de Ku Klux Klan.
Uiteindelijk verhuisde Joseph naar Hengelo, waar zijn latere vrouw Roosje vandaan kwam. Volgens sommige hoogbejaarden van nu, die zich het stel nog wel herinneren, was zij toen ‘het mooiste meisje van de stad’. Hun huwelijk was destijds dan ook een groots spektakel. Nederland bleek een stuk meer ontspannen om te gaan met de voor die tijd nog zo opvallende donkere man dan de Amerikanen. Hij kon zijn brood gaan verdienen met het verkopen van uit Amerika geïmporteerde Babajaba tandpasta, die hij aanprees als ‘het natuurgeheim van het zwarte ras’. Op markten in het hele land, maar vooral in het Noorden van Nederland trok hij veel publiek, dat zijn verhaal en tandenpoetsdemonstraties zowel interessant als hilarisch vond.
Leeuwarder markt
In het boek wordt Friesland nauwelijks genoemd, maar Krake vertelt dat in het door het echtpaar Sylvester bijgehouden plakboek, foto’s zitten van Menthol als tandpastaverkoper op markten door heel Nederland. En daar zitten ook foto’s bij waar Leeuwarden onder vermeld staat. Daarnaast beschikt Krake over reisroutes van de ‘tandpastakoning’, waar ook Friesland in voorkomt. ,,Daarmee, en zijn hele levensgeschiedenis onderzocht hebbende, is het voor mij meer dan aannemelijk dat hij ook in Leeuwarden op de markt heeft gestaan.’’
Krake, hoorde voor het eerst van Menthol toen hij als klein jochie bij zijn grootouders in Hengelo logeerde. Zijn opa deed vroeger zaken met Joseph en Roosje en de avontuurlijke verhalen over de zwarte marktkoopman maakten grote indruk. Niet in de laatste plaats waar het ging om Sylvesters dandy-achtige verschijning - hij zag er altijd tip top uit in rokkostuum, compleet met slobkousen en hoge hoed –, maar ook zijn doorzettingsvermogen, zijn voor de jaren twintig van de vorige eeuw uitzonderlijke huwelijk met een blank meisje en zijn buitengewone gevoel voor de handel.
Steevast plukte Menthol – in zo’n geval in witte doktersjas – een klein jochie uit het publiek en schrobde diens onverzorgde tanden en tandvlees hard en stevig met de Babajaba-tandpasta. Geen wonder dat zo’n ventje dan brulde. Het was, zo liet hij zijn publiek in een mix van Engels, Nederlands en Twents weten, een gevolg van slechte mondverzorging. En daar kon je dus wat aan doen: koop mijn tandpasta.
Vindingrijk en vasthoudend
In Krake’s fraai uitgevoerde boek, deels gefictionaliseerd door de zwarte koopman en diens vrouw geregeld sprekend op te voeren, wordt goed voelbaar hoe veel vindingrijkheid en vasthoudendheid nodig zijn om je als nieuwkomer staande te houden in een omgeving die het vreemde moeilijk accepteert. Toch vindt Sylvester ook wegen om de oorlog te overleven – zo gaat hij bewust scheiden van zijn geliefde Roosje om haar op die manier te beschermen tegen de raciale vooroordelen van de Duitse bezetter – en in zijn levensonderhoud te voorzien in de schrale jaren daarna. Met handel in dierenvellen probeert hij tegenvallende verkopen in tandpasta te compenseren. Maar in de moeilijke jaren na de oorlog, bleek Nederland opeens wel een stuk minder tolerant.
Frank Krake, ook goed thuis in ondernemerschap, mede als gevolg van zijn studie in marketing strategy, heeft Menthol inmiddels een tweede leven gegeven. Onlangs kwam dus het boek uit en er komt een heuse Mentholweek van 23 mei tot en met 2 juni, die eindigt met Menthol de musical. Daarnaast zal Hengelo zijn bijzondere oud-inwoner op 24 mei eren met een gedenkplaquette. Allemaal om de tandpastakoning in herinnering te houden als de verpersoonlijking van het verhaal van vrijheid en gelijke rechten, van antidiscriminatie en tolerantie. Overigens ook van levenslust en geloof in eigen kracht. Want Menthol verafschuwde de slachtofferrol, hij kroop nooit in zijn schulp, maar gebruikte zijn anders-zijn juist optimaal, als een vroege marketingman.