Elfstedentocht is vooral van grijze mannen
De Elfstedentocht is vooral een zaak van grijze mannen. Eenderde van de leden is ouder dan zestig. Ook als het niet vriest, is het de tocht van de veteranen. Dan vertellen ze over de heroïek van vroegere tochten. Meer is er niet.
Door Bert de JongEen Elfstedentocht lijkt een utopie. Zeker in jaren als 2016 dat winters recordwarm zijn. Wat rest zijn de herinneringen. Aan bijvoorbeeld 1997, precies twintig jaar geleden. Op 4 januari kwam Henk Angenent al om 12.19 uur over de finish. Of aan 1986, toen op 26 februari Evert van Benthem op een zonnige, maar winterse dag voor de tweede maal glorieus winnaar werd van de Elfstedentocht.
Eens komt er echter dat jaar dat het ijs in de vaarten valt en er weer een Elfstedentocht kan worden verreden. De dertigduizend leden van de vereniging De Friesche Elf Steden klampen zich vast aan 1947. Het kwik steeg op 17 januari van dat jaar tot 17,2 graden. Daarna vroor het dat het kraakte, en op 8 februari werd een barre Elfstedentocht verreden. De maan scheen zacht over het ijs, maar de storm uit het oosten met windkracht elf maakte de tocht tot een hel. Zand, kou en storm vormden ware gesels voor elfstedenrijders.
Bikkels
Maar dat was vroeger, toen jonge bikkels alle ontberingen trotseerden en later hun bevroren tenen als relikwi in de kast hadden staan. Het waren de jaren dat jonge boeren ‘s ochtends eerst hun koeien hadden gemolken om daarna 200 kilometer op de schaats af te leggen.
Nee, dat deed Evert van Benthem niet in 1986. Hij was 29 jaar oud toen, getraind en een op kunstijsbanen door en door geoefend schaatser. Hij paste goed in het patroon van oudsher. Van de jongelui met kracht en branie die een eeuw geleden kans zagen de Elfstedentocht te winnen of bij de kopgroep te horen.
Eenderde is grijs
Waar zijn die jongelingen bij De Friesche Elf Steden? Eenderde van de leden van de vereniging is grijs, ouder dan zestig jaar. Ze blijven trouw, voelen het als een grote eer om lid te blijven. Ongeveer de helft van de rond 30.000 leden is tussen de veertig en zestig jaar.
Ter vergelijking: Ruim een halve eeuw geleden, toen in 1963 opnieuw zo’n barre Elfstedentocht werd verreden en Reinier Paping glorieus winnaar werd, was slechts 1 procent van de rijders boven de zestig jaar.
Vitaliteit
Kan dat wel, zoveel oudere schaatsers die op een dag zo’n uitputtingsslag moeten plegen? Cijfers van de drie vorige tochten tonen de vitaliteit. Bij de laatste Elfstedentocht in 1997 is de gemiddelde leeftijd van de rijders 44 jaar. Opmerkelijk is dat het percentage dat de tocht heeft uitgereden voor alle leeftijdscategorieën gelijk is, blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden.
Elfstedenrijder Jan Uitham lijkt ook zo'n bewijs dat leeftijd niet zo relevant is. Hij was er in 1942 al bij, werd in de helletocht van 1963 tweede en in 1985 verscheen de toen 61-jarige schaatscoryfee opnieuw aan de start. Elfstedenvoorzitter Wiebe Wieling beklemtoont dat door training jong en oud een elfstedenkruisje kan halen.
Bij de vereniging De Friesche Elf Steden schonen ze bij tijd en wijle de boel op. Voorkomen moet worden dat het echt een club wordt van veteranen. Tekenend is dat de 39-jarige Karst Leemburg in 1929 al als zodanig werd gezien, toen hij in dat jaar de onder gruwelijke omstandigheden verreden Elfstedentocht op zijn naam schreef. Leemburgs grootste trofee is tot in lengte van jaren de bevroren grote teen die hij op sterk water had bewaard.
'Volstrekt ongezond'
Toenmalig staatssecretaris van volksgezondheid, Joop van der Reyden, had in 1985 de nodige twijfels bij de Elfstedentocht. Hij noemde het schaatsfestijn ,,volstrekt ongezond’’. Hij vond dat een medische keuring verplicht zou moeten zijn. Hij stond er in 1985 met de neus bovenop, toen schaatsers in Bolsward al uitgeput waren. ,,Er zijn toerrijders die aan een tocht beginnen die ver boven hun vermogen ligt.’’
Opnieuw de cijfers. In 1997 reden van de 16.387 deelnemers er 11.523 de tocht uit. Dit is 70,3 procent. In 1986 was het percentage het hoogste: 86 procent. In 1985 was het voor leden van De Friesche Elf Steden een nieuwe ervaring: toen was het bij mooi voorjaarsweer 80,5 procent.
Het wachten is slechts op een jaar als 1947. Het weer is nu echt niet extremer dan toen. Na die warme januaridag en elfstedenwinter werd het in 1947 ook nog eens een heel hete zomer met maar liefst vier hittegolven. Die Elfstedentocht komt er dus nog wel. Alleen is het de vraag hoeveel van alle 30.000 leden die van start mogen gaan, ook daadwerkelijk de finish halen.
Laatst gewijzigd op 02-01-2017 om 16:20 uur