Zon en zwart, chic of stoer
Er is zon. En toch zien we zwart. We zijn al niet gezegend met veel zonnig weer, maar toch kiezen we steeds vaker voor zwarte spullen. Wat zegt dat over ons?
Door André KeikesVraag een Braziliaan, Spanjaard of Amerikaan hoe hij ons land ziet, en de kans is groot dat hij begint over loodzware luchten, mist en kou. Niet alleen die kenmerken natuurlijk, maar het sombere weer komt wel vaak voorbij. Eigenlijk vinden we zelf ook wel dat we meer zon verdienen, zodat we vaker stralend blauwe luchten boven uitgestrekte groene weiden, liefst met koeien, kunnen zien. Maar laten we eerlijk zijn, voor zonzekerheid pakken de meeste mensen het vliegtuig.
Dit vastgesteld hebbende, is het verwonderlijk dat we ons de laatste jaren steeds vaker in zwarte kleding steken, dat we ongelooflijk vaak kiezen voor zwarte auto’s, zwarte interieurs, zwarte terrasstoelen, zelfs zwarte parasols en zwarte zonwering. Wat willen we nou, zon en een sprankje vrolijkheid of de toch bepaald niet opgewekt ogende duisternis van zwart.
Vergelijk eens de nog tamelijk recent gebouwde zwarte Achmeatoren (2002) in Leeuwarden en bijna even donkere Averotoren (1991) van Abe Bonnema met de veel lichtere ‘Giro-toren’ op een poot van dezelfde architect uit 1971. Of de bijna zwarte WTC-hoteltoren (2009) van AH architecten in Leeuwarden met het veel lichter getinte, zelfs deels blauw gekleurde kantoorgebouw van FrieslandCampina aan de Peter Stuyvesantweg uit 1966 of het in roodbruine bakstenen opgetrokken PEB-gebouw van architect Andries Baart aan de Emmakade (1943, uitgebreid in 1961). Het lijkt er op dat hoe verder de tijd voortschrijdt, hoe meer we een voorkeur voor zwart of kleurloos krijgen. Vinden we dat chic in onze verder zo sjofele tijd, of zijn we met elkaar somberder geworden? Natuurlijk zijn er ook wel uitzonderingen, zoals de woontorens van Nieuw Oostergo bij de zuidelijke invalsweg van Leeuwarden, maar meestal zie je zo veel zwart, dat je je afvraagt: is hier brand geweest?
Een op vier auto's zijn zwart
De Rijksdienst voor het Wegverkeer beschikt over het complete overzicht van in Nederland geregistreerde personenauto’s. Op dit moment rijden er volgens Hans van Geenhuizen van de RWD 8.419.297 rond. Daarvan zijn er 1.876.794 zwart. En dan tellen we dus zeer donker groen, zeer donker blauw en vijftig tinten grijs nog niet eens mee, terwijl die in het voorbijgaan ook bijna zwart ogen. Dat is extreem veel, grof gerekend met die bijna-zwarte auto’s erbij, op zijn minst een op de vier. En denk vooral niet dat die overige driekwart allemaal kleurig zijn. Ook daar overheersen de kleurloze en sombere varianten. De meeste zwarte wagens van het Nederlandse totaal rijden er in Zuid Holland (335.836) en Noord-Brabant (332.437). Er zijn 74.593 Friezen met een zwarte auto.
Wat beweegt iemand een ‘zwaarbewolkte’ auto te wensen. Rood of geel - verkeersveiligheid! - valt toch veel meer op? Heeft het te maken met het ouderwetse gevoel dat zwart staat voor chic? Omdat koningin Elisabeth in een zwarte Bentley State Limousine gereden wordt, moet mijn Citroëntje C1 ook maar zwart zijn, want ik voel me niks minder dan dat gerimpelde vrouwtje? Of is zwart stoerder dan een frisse tint groen en straalt het macht uit? Een lid van een motorclub doet op zijn zwarte machine immers ook geen lila pak aan. Maar maakt dat zwart wat uit voor je stoere gevoel als je in een ‘dopje’ rijdt, zoals een Fiat Panda? De eigenaar van een zeldzame rode BMW 3 zal er niet van onder de indruk raken. Zelfs niet als je ook nog kiest voor donker getinte ruiten, zodat je je een heus Fries maffiabaasje kunt wanen.
Past dat machtsaspect van zwart bij onze tijd, waarin iedereen de opdracht heeft gekregen zelfredzaam te zijn, de ander zo min mogelijk ruimte te laten, omdat dat het eigenbelang schaadt? Maar we hebben toch ook de morele plicht opgelegd gekregen altijd optimistisch en breedlachend te zijn? En daar past zwart juist allerminst bij.
Wit tegenover zwart
Interieurontwerper Jan de Bouvrie is in de eerste plaats de man van wit. Overal waar Des Bouvrie verscheen, gingen de potten wit open. Witte muren, witte plafonds, witte vloeren, gordijnen, fauteuils, tafels en kasten. Er wordt gezegd dat Des Bouvrie ook een wit hondje heeft. Zou onze Jan er iets mee te maken hebben? Tegenover wit staat immers onvermijdelijk zwart. En inderdaad valt op hoe veel zwarte producten van de Gamma-bouwmarkt, waar Des Bouvrie ook klusjes voor doet, helemaal zwart zijn. Zwart laminaat, zwarte vloerkleden, zwarte lampenkappen en zwarte gordijnen. Natuurlijk onder het voorwendsel dat het zo mooi bij wit staat.
Zelfs zwarte jaloezieën, zodat het verse zonlicht gekeerd kan worden. Boomerang, de verspreider van gratis ansichtkaarten in de horeca, heeft zelfs een kaart van Jan des Bouvrie in het assortiment met de tekst ‘zwart is het nieuwe wit’. Dat geeft te denken, aangezien hij immers al zo lang de witman is.
Het zullen de woonprogramma’s van de commerciële tv-zenders zijn, waar Des Bouvrie verafgood wordt, die dat nieuwe zwart over het land hebben verspreid. Thuis binnen (zwarte muren!), maar ook buiten (zwarte kozijnen!). Snuffel eens rond in het aanbod van steenhandels. Er zijn zwarte stenen en tegels (bij Steenhandel Boonstra in Noardburgum heten ze bijvoorbeeld desertblack of Tibet new black), zwarte muurelementen voor in de tuin (die heten stone panel black), je hebt zwart basalt grind (1000 kilo voor €169,00 bij de Gamma) en ook zwarte ‘sierkeien’.
Dan komen we bij het terrasmeubilair en stellen vast hoe ‘kleurloos’ het aanbod is anno 2015. Soms is er naast zwart nog de keuzemogelijkheid wit of bruin, maar dan ben je er ook wel, al is in principe alles mogelijk. Nog een zwarte megaparasol boven je hoofd en het zomerse genieten kan beginnen.
Was het tot voor kort niet zo dat je bij grote hitte werd aangeraden een witte hoed of pet te dragen, omdat donkere kleuren de hitte zo ‘vasthielden’, wat drukkende hoofdpijn tot gevolg kan hebben. In deze jaren gaan we trendbewust in het halfduister zitten smoren onder zwarte parasols. Menig rouwcentrum zien er opgewekter uit.
Ook winkels en horeca zijn helemaal ‘op zwart’ gegaan. Kijk eens de Leeuwarder Peperstraat in en je ziet meteen drie winkelpanden naast elkaar met zwarte markiezen en verderop aan de Berlikumermarkt de geheel zwarte gevel van Jan Eringa herenmode en de zwarte markiezen van restaurant De Vliegende Hollander. Overal in de horeca vind je zwarte sloven voor het bedienend personeel, zwarte tafels en stoelen, zwarte windschermen en zwarte parasols. Zwarte markiezen halen het laatste restje zomerse zonnigheid uit de lucht. Alsof we daar de noordelijke wolken al niet voor hadden. Kozen mensen tot voor kort oranje, lichtgroen of oranjeachtig beige voor hun zonwering, soms afgewisseld met cremewitte banen, om zelfs met bewolkt weer nog iets van zomersheid te bereiken, nu gaat onze voorkeur kennelijk naar zwart.
En kijk je op het terrassenoverzicht van de provinciale marketingorganisatie voor toerisme, FrieslandHolland, dan zie je het ene na het andere terras met zwarte look voorbij komen. Watersport in Heeg, Rijsterbos in Rijs, Oranjerie in Joure, Daaldersplaats in Sneek, De Walrus in Leeuwarden en Sneek, De Pastorij in Terherne en Beachclub in Lemmer. Overal is de zon zo ver teruggedrongen dat je de indruk krijgt dat we die helemaal niet meer wensen.