Bank staat met 5-0 voor
,,Wat is nog de nutsfunctie van banken?’’ Het is deze kardinale vraag van advocaat/curator Willem Jan van Andel waarover politici, ondernemers en ieder ander lang kunnen doordenken. ,,Banken staan in alles met 5-0 voor.''
Door De RedactieSinds het uitbreken van de economische crisis is het speelveld wat anders geworden, maar banken hebben zich daar het minst op ingesteld, vindt Van Andel. ,,Het gaat de banken in de eerste plaats om het veiligstellen van de eigen positie. Maar ze zouden ook kunnen nadenken hoe ze met een soepeler opstelling bedrijven en daarmee ook de samenleving een handje kunnen helpen.''
Van Andel heeft een scherpe visie op het beleid van banken in de kredietverlening. Een uitnodiging van de Tweede Kamer geeft dan al snel voor een kwartje muziek. ,,Ik hoor van banken dat de continuïteit van ondernemingen voorop staat. Maar laat niemand zich wat wijsmaken, dit geldt alleen als het vooral in het belang is van de banken.’'
Het concurrentieveld in Nederland is veel te klein, is de conclusie van Van Andel. Eigenlijk zijn er maar drie grote spelers. ,,Een klant heeft bijna geen andere keus dan de opgelegde voorwaarden te accepteren.’'
Banken hebben heel veel middelen in huis om hun klanten in het rechte spoor te krijgen. Het vragen van extra rente is er een van. Het opleggen van extra vergoedingen is een andere. In de helft van de gevallen wordt het ook echt gedaan, beweren banken. Want er is ook wel coulance, dan wordt met uitstel van betalingen voor rente en aflossing naar oplossingen gezocht.
Er is ook een keerzijde. Want soms trekken banken hun handen af van een bedrijf of van een sector. Dat zeggen banken niet met zoveel woorden, maar ze zoeken naar de argumenten en de voorwaarden op grond waarvan ze zich terug kunnen trekken. ,,Banken hebben alle middelen voor handen.’'
Rabobank saneert zo in de glastuinbouw, ABN Amro in de apothekersbranche. De horeca en de detailhandel waren al langer niet meer populair bij de kredietverleners. De bank kan ook sturen op de verkoop van delen van de activa van een bedrijf. Wat er dan nog overblijft is een lege bv. Fiscus en schuldeisers hebben het nakijken.
Hoe dan ook, de meeste zekerheden zijn voor een bank. Bij een faillissement ligt daar het kleinste risico, constateert Van Andel. ,,Ammehoela denk ik dan, en al die andere schuldeisers uit het mkb dan? En de fiscus?’'
Van Andel omschrijft zichzelf als de begrafenisondernemer van ondernemend Nederland. Hij heeft naam gemaakt met grotere faillissementen, sommige met een luchtje eraan. Hij schuwt de confrontatie niet. De bestuurders en commissarissen van duurzaam energiebedrijf Econcern stelde hij bijvoorbeeld voor honderden miljoenen aansprakelijk.
Dat wil hij ook maar gezegd hebben, de schuld ligt niet alleen bij banken. ,,In veel gevallen ligt het aan de kwaliteit van het management. De hardste schreeuwers zijn vaak de slechtste ondernemers.’'