Juf en meester, staak toch lekker veel langer

Alle leerkrachten in het basisonderwijs moeten er €300 netto per maand bij krijgen. Dit verhoogt het aanzien van het vak en stimuleert de aanwas van verse collega's.   Toch is een kleine kanttekening nuttig bij alle ramp- en rouwverhalen.

Door Wiebe Pennewaard

Eén dag staken, op 5 oktober? De politici schieten in de lach, de ouders regelen mopperend maar met begrip een extra oppas, en dat was dat. Het wordt €50 extra per maand, als het meezit. Waarna de juffen en meesters zich weer een slag in de rondte mogen werken om het land te voorzien van burgertjes die knap kunnen lezen, schrijven, rekenen en wat verder kijken dan hun neus op hun twaalfde lang is.

Als ervaren stakingsleider, die ooit in hopeloos cao-overleg mee bevorderde dat de Leeuwarder Courant met succes het landelijk stakingsspits afbeet, heb ik een wellicht praktische tip voor de leerkrachten. Niks één dag in een geel hesje met de armen over elkaar blijven staan. De staking inzetten en volhouden tot het de werkgevers echt te dol wordt. Reken maar dat alle tweeverdienende ouders na vier dagen woedend oprukken naar het Binnenhof. De eerste €200 is hiermee binnen.  

Rennend, roepend, botsend, blij, beteuterd

Het medeleven met de werkers in het basisonderwijs stoelt natuurlijk deels op de talloze verhalen in de media uit de dagelijkse schoolpraktijk. Het andere deel komt van het schoolplein, waar ik tussen andere oppassers en ouders op woensdag om twaalf uur de jeugdige meute naar buiten zie struikelen. Rennend, roepend, botsend, blij, beteuterd – mijn hemel, je zult als leerkracht zo'n club lesuur na lesuur binnen de perken moeten zien te houden. Oppasser in de apenopvang lijkt me een suf baantje, daarmee vergeleken.

Die indruk wordt, voor de gemiddelde oppasgrootouder, op de aansluitende vrije woensdagmiddag nog eens versterkt. De zesjarige kleindochter nodigt een vriendinnetje, liever nog twee, uit om te komen spelen. Prima. Waarna de vrolijke gekte thuis wordt voortgezet. De huiskamer moet verbouwd tot minicamping met tenten van oude kleden over alle stoelen. Of tot turnzaal, voor spagaten, handstanden en koprollen via de twee banken tot in de vensterbank. Gierend van de lach, elkaar op minstens 96 decibel toeroepend. En nergens behang in de fris gestuukte woning om ze tijdelijk achter te plakken.

Er is een andere werkelijkheid

Het rapport voor de grote vakantie leerde dat er een andere werkelijkheid is. De drukke zesjarige met wie ik me mag vermaken, blijkt in de klas een lief en rustig kind. Volgens de rapportage let ze goed op, maakt ze braaf alle opgegeven taakjes, doet ze spontaan met alles mee en helpt ze graag klasgenootjes met uitleg en het beslechten van ruzies. Gaat dit over onze superactieve en onophoudelijk kwebbelende kleindochter? Nou en of. Echt wel.

De juffen en meesters hebben kennelijk te maken met veel draaglijker koters dan de ouders en oppassers. Dit stelt een beetje gerust. Maar als om twaalf uur die schatjes uit de klas zijn veranderd in een luidruchtig dravende meute, mogen de leerkrachten alle administratie bijwerken, het werk van morgen voorbereiden, opnieuw vergaderen en wegens weer eens ziekte nieuwe invallers regelen. Ook zin in een burn-out, als 25-jarige? Zoek een baan op een basisschool.

Met liefde pas ik vier dagen, en zo nodig vier weken, achter elkaar op wegens stakende onderwijzers, per 5 oktober. Extra aanwas moet er komen, de werkdruk moet omlaag. En dan is die €300 nog aan de krappe kant. Hoe lief die drukteschoppertjes ook binnen de schoolmuren zijn.

Laatst gewijzigd op 10-09-2017 om 10:55 uur