Wintervoorspelling: december mogelijk kouder dan juli
De komende winter valt er één keer of vaker een pak sneeuw. Er kan worden geschaatst. En gladheid veroorzaakt overlast. Aldus de glazen bol van weerman Piet Paulusma. Mijn eigen lege jampotje bevestigt zijn verwachtingen.
Door Wiebe PennewaardJarenlang vertrouwde ik, de aanschaf van een nieuw winterjack overwegend, op de Enkhuizer Almanak. De wintervoorspellingen in dit boekwerk waren vroeger keihard, dus het regende lauw water of je vroor dood. Niemand die er achteraf nog eens naar keek. Dat jack was immers al wel of juist niet gekocht, dus wat maakte het uit. Tegenwoordig zijn de Enkhuizer verwachtingen zo vaag als de gemiddelde horoscoop in een kappersblad. Voor de komende december: deze maand ,,zal winters aanvoelen met kans op lichte vorst.'' Tuurlijk. En de nachten zijn waarschijnlijk iets langer dan in augustus.
Dit schiet niet op. Daarom toch maar het licht opgestoken bij weerman Piet Paulusma, die voor elke winter voorspellingen doet. Dit jaar scoorde hij breed in de media met de aankondiging van stevige vrieskou, massale schaatspartijen en veel overlast door flinke sneeuwval. Ook suggereerde hij een flinke kans op een Elfstedentocht. Binnen acht jaar zal er minstens één tot twee keer langs de Friese stadjes kunnen worden geschaatst. Dus waarom niet de komende winter, mag de weerconsument dan hopen. Of vrezen, zoals ik, maar dit terzijde.
Hou altijd die slag om de arm
De samenvatting van Piets inzichten in kranten, op radio en tv is beduidend korter door de bocht dan wat hij op zijn eigen website debiteert. Veel genuanceerder, of zo je wilt vager, en dus verstandiger. Citaat van www.pietsweer.nl: ,,Vaak overlast voor het verkeer. Hetzij door winterse omstandigheden met gladheid, ijzel en sneeuw. Hetzij door anti-winterse omstandigheden met zacht weer, regen en stevige buien. Soms stormachtig weer.'' Joh! Je meent het! Hier staat dat het kan vriezen of dooien. Of slimmer nog: het kan vriezen én dooien, zij het vermoedelijk (hou altijd die slag om de arm) niet tegelijk.
Nuances zijn voor media weinig interessant. Die zijn dol op sensatie, en heel veel mensen zijn dol op een strenge winter – zolang het niet te gek wordt, natuurlijk. En dus scoort een kop als 'Paulusma voorspelt massale schaatspartijen' in elk geval meer dan 'Paulusma verwacht van alles een beetje'. De enige kanttekening werd gezet door het NOS-programma 1Vandaag: ,Het probleem is dat Piet elk jaar hetzelfde zegt.' Met een verwijzing naar zijn verwachting voor de winter van 2011-2012. Die pakte inderdaad desastreus uit. De aangekondigde horrorwinter bleek, ondanks een korte vorstperiode, achteraf bovenal zeer zacht te zijn geweest.
Tien dagen is het hoogst haalbare
Je hebt er niks aan en je kunt er niks mee, moet worden geconcludeerd over voorspellingen die het weer op langere termijn betreffen. Zo veel factoren beïnvloeden de dagelijkse omstandigheden, dat deskundigen een verwachting voor tien dagen het hoogst haalbare achten. Paulusma weet dit vanzelfsprekend ook, en wijst voor meer zekerheid maar even op zijn volgende blik in de glazen winterbol, begin december. Eens per maand vooruitkijken is al minder dubieus. Nog een stap verder en hij kijkt drie keer per maand, voor de komende tien dagen. En dan nog kan de boel zo maar omslaan.
Ook voor die kans op een Elfstedentocht moet de weerconsument worden teleurgesteld. Het KNMI schreef in een recent rapport dat de kans op de tocht nu nog 15 procent is, teruglopend tot 2 procent in 2015. De onderzoekers verwachten in deze eeuw minimaal nog vier en maximaal tien Elfstedentochten, waarvan de meeste vóór 2050. Oftewel: er valt weinig zinnigs over te zeggen, behalve dat door de globale opwarming de kans gestaag kleiner wordt. De enige wintervoorspelling die 100 procent zeker gaat uitkomen, lees ik in mijn omgekeerde jampot. Als ik dat versleten jack vanmiddag niet bij Zeeman ga vervangen, sta ik in de nacht van oud op nieuw buiten te bibberen.