Het Nederlands is een olifantentaaltje
Waarom zou je iets moeilijks doen, als dat ook gemakkelijker kan? Omdat het mooier klinkt en meer voldoening geeft, zei de pianist, nadat hij van de Rhapsody in Blue alleen de bovenste nootjes met uitsluitend zijn rechter wijsvinger had gespeeld. Dat was een heel stuk makkelijker. En niet om aan te horen.
Door Wiebe PennewaardDe meeste mensen spannen zich voortdurend in, terwijl er geen rampen zouden gebeuren bij totale ontspanning. Je kunt het allemaal laten. Getut voor de spiegel, aardige kleren aantrekken, de tafel dekken voor de maaltijd, de heg knippen, de auto poetsen, op het groene licht wachten, in de bus opstaan voor een hoogbejaarde, netjes met twee woorden spreken. Het zijn voorbeeldjes uit onze cultuur, regels, fatsoensdingen, afspraken. De maatschappij ontspoort niet als we er een loopje mee zouden nemen.
Dit geldt ook voor de taal die we dagelijks gebruiken. De basis wordt op school gelegd: zo zit onze taal inelkaar, zo gebruiken we de woorden uit onze woordenschat. De een is er vaardiger in of heeft er meer lol aan dan de ander, maar in grote lijnen volgen we allemaal de vastgelegde regels. Die al eeuwenlang steeds weer worden aangepast. Nadat een grote groep taalgebruikers definitief heeft gekozen voor het olifantenpaadje.
De olifant is net een mens
De olifant is net een mens: in principe heeft hij een hekel aan te vermijden inspanning. En dus snijdt hij naar eigen inzicht routes af, door binnendoor een kortere versie te bedenken. Het menselijke olifantenpaadje valt in de hele wereld te bewonderen. Platgelopen stukken door gazon, bos, talud, plantsoen, braakliggende grond, altijd net iets logischer want korter dan de van overheidswege bedachte en aangelegde paden. Jan Dirk van der Burg stelde in 2011 een prachtig fotoboek samen met Nederlandse voorbeelden. Maar het afstekertje komt voor in alle ons omringende landen.
In de taal zien we precies hetzelfde fenomeen. Het onderscheid tussen 'hun' en 'hen' is voor veel taalgebruikers lastig. Dan valt de moeilijke officiële weg te bewandelen: uitzoeken hoe het nu precies zit, en dit ijverig uit het hoofd leren. Een stuk gemakkelijker is in alle gevallen te kiezen voor 'hun'. Probleem opgelost. Op dit moment zien we ook de langzame dood van 'dat' als betrekkelijk voornaamwoord. Tot in de hoogste kringen is het al heel gewoon om te spreken van 'het meisje die...', 'het bedrijf die...', 'het artikel die...' en noem alle onzijdige woorden maar op. Over tien jaar wordt dit olifantenpaadje in een volgende spellingwijziging vastgelegd.
'Ik herinner Piet als prachtvent'
Zeker gaat dit gebeuren met het wederkerend werkwoord. 'Ik herinner mij Piet als prachtvent' is allang versimpeld tot 'Ik herinner Piet als prachtvent'. Als we het over de hoogste kringen hebben, lijken de premier en een kwaliteitskrant aanvaardbare voorbeelden. In het NOS-journaal sprak Mark Rutte breed glimlachend: ,,Ik wil niet op de borst kloppen, maar...'' Op wiens borst, vroeg ik me af. Over tien jaar luidt de vorige zin officieel: Op wiens borst, vroeg ik af.
Een half uur later, lezend in NRC Handelsblad, spetterde de volgende kop me tegemoet: 'Gore houdt factcheckers van het lijf'. Wie houdt hij die checkers van het lijf? Oh, zichzelf. Ook dit is de gemakkelijker route. Ook dit is over een poosje helemaal volgens de regels. En zo wordt het Nederlands langzaam een olifantentaaltje. Is dat erg? Welnee. Want het clubje dat de lastiger route toch mooier vindt, en nog voldoening put uit enige inspanning, sterft elke generatie spontaan uit. Waarna er nieuwe olifanten komen, en nieuwe omlopers die dit jammer vinden. Zo mompelt de mens opgewekt.
Laatst gewijzigd op 27-05-2017 om 11:06 uur