Uitleg over Gronings glasgerinkel
Het gezelschap aan die ene tafel in het restaurant was onmiskenbaar Fries. Daarom leg ik langs deze mij sympathieke weg uit wat er mis ging, in dat restaurant. Ter plekke was er geen gelegenheid, en elke Fries leest immers de website fryslân1.frl. Bij deze dus, alsnog.
Door Wiebe PennewaardHet was druk, in de centrale hal van het Groninger UMCG. Patiënten, bezoekers en medewerkers krioelden door elkaar. Ook het flinke terras van het inpandige restaurant zat tjokvol. Maar goed, ook met een beker meeneemkoffie kon ik buiten wel de tijd volmaken, die ik door omstandigheden beschikbaar had. Opgewekt posteerde ik me voor de balie, waarachter een medewerkster van het restaurant de koffiemachine voor meeneembekers bediende.
De jongedame had het druk met andere zaken, maar voor pensionado's steekt het heerlijk ontspannen niet op vijf minuten. Vanachter de balie en koffiemachine kwam in ferme pas een andere medewerkster aanlopen, met in beide handen een groot rond dienblad waarop een flinke bestelling. Verscheidene koppen koffie, een glas bier, enkele flesjes frisdrank met glazen. Plus toebehoren als suiker, melk en, wat ik achteraf leerde, een schaaltje vol kogelronde chocolaatjes.
Met kletterend geraas stortte alles neer
'Kan ik u helpen?', vroeg ze, haar pas inhoudend. Omdat ze het druk had, slikte ik mijn standaardantwoord op dergelijke clichévragen in – 'Dat neem ik wel aan, want anders zult u elk jaar wel een heel vervelend functioneringsgesprek voeren.' Nee hoor, zei ik, brengt u eerst de bestelling maar weg, dan kom ik daarna wel. Ze wilde daar niet van weten, en zette het volle dienblad op de balie. Net niet ver genoeg. Met een kletterend geraas van brekend glas en keramiek stortte alles neer op de stenen vloer.
Hete koffie, koud bier en bubbelend fris spatte in alle richtingen. Onmiddellijk daarna was het drie seconden stil. Vele tientallen hoofden draaiden naar de plaats delict. Het dienstertje verstarde kort, omlaag kijkend naar de chaos waarin wij ons bevonden. En daar maakte ik mijn fout. Om de schrik en spanning te breken zei ik op verontschuldigende toon: 'Oh, sorry. Ik wist niet dat u niet tegen kietelen kon.'
Aan de tafel klonk verontwaardigd gesis
De medewerkster kon er nog wel om lachen, terwijl van achter de balie twee collega's toeschoten met wat doeken en een emmertje. Maar aan de dichtstbijzijnde tafel, op een meter van de scherven en de nattigheid, klonk verontwaardigd gesis. Als blikken konden doden, had overmorgen mijn overlijdensadvertentie in de krant gestaan.
'Wat in idioot', hoorde ik, en 'Do bliuwst dochs mei dyn poaten fan sa'n frommis ôf.' Een vrouw in het kwartet probeerde nog iets met 'My tinkt dat it faaks in bekende fan har wêze moat', maar haar werd de mond gesnoerd met 'It is grif in pasjint fan de psychiatryske ôfdieling.' De twee poetsvrouwen veegden vriendelijk gehurkt ook mijn broekspijpen droog. Kort stond ik zo als een kleuter die zijn plas niet had kunnen ophouden.
Gevreesd moet worden dat mijn rare grimas, bedoeld om te mimen dat ik alleen maar een misplaatste lolbroek uithing, aan de Friese tafel bijdroeg aan de overtuiging rond een sterk verward manspersoon. Welaan, bij deze: dat valt in de praktijk wel wat mee. En ik beloof u de komende tien jaar in ziekenhuizen geen grapjes meer te maken.
Laatst gewijzigd op 06-05-2017 om 10:11 uur