Heel veel water wint prijs: gaap, gaap
In 2006 beklom ik bij Zwarte Haan de zeedijk. Boven aangekomen zag ik water. Heel veel water. Onlangs besteeg ik die waterkering andermaal. De situatie was onveranderd. Heel veel water. Toch gingen 15.135 mensen hierdoor uit hun dak.
Door Wiebe PennewaardVooropgesteld: ik raak niet gemakkelijk ontroerd. Er zijn museumbezoekers die voor een schilderij met een rood vlak en een zwarte streep helemaal vol schieten. Ik denk: hee, een schilderij met een rood vlak en een zwarte streep. En loop door. Ook bij muziek, of dit nu Bach of Hazes betreft, denk ik hooguit: dit is een niet onaardig stukje muziek. Natuurlijk heb ik wel eens tranen in de ogen, maar dat komt of van het lachen of van uitjes snijden.
Ook de natuur laat mij onberoerd. Lang dacht ik dat dit kwam omdat ik van de natuur niks weet. Zo maak ik, in navolging van de gemiddelde Amsterdammer, voor vogels alleen onderscheid tussen sijssies en drijfsijssies. Meer soorten dan vliegende en zwemmende fladderaars hoef ik niet te kennen. Want zou ik die raar gekleurde houthakker achter op ons erf nou echt aparter, laat staan ontroerender, vinden als ik wist dat dit de kleine bonte specht is? Ben je mal.
Waar werd zij nou zo lyrisch over?
Op de dijk bij Zwarte Haan wilde ik eindelijk wel eens weten waar mijn toenmalige en zeer gewaardeerde collega Kirsten, van oorsprong uit het bosrijke Soest, aan de Waddenzee nou zo lyrisch over werd. Natuurlijk kende ik die waterplas door een deel van mijn jeugd in Harlingen. Maar daar was het aan de haven, op de pieren en bij de veerboten altijd druk. Gezellig druk. Bij Zwarte Haan was het stil. Erg stil. Met water. Heel veel water. Dat had ik na vijf minuten dus wel bekeken. Naar beneden maar weer.
Idem dito met bossen. Heb ik één boom gezien, heb ik alle bomen gezien. Mooi hoor, een stam, en takken, en blaadjes – leuk bedacht. En in de herfst worden de blaadjes geel, en dan vallen ze op de grond. Maar ja, dat doen alle bomen. Daar hoef ik niet een heel bos voor door. Van hetzelfde bij de duinen. Een slechte uitvinding: vermoeiend om op te klimmen en ze brokkelen aan één stuk door af. Dan moeten ze steeds weer extra grassprieten planten, en suppleties op het strand spuiten. Vervang die rommelige en onhandige zandbulten door normale dijken, stelletje oenen.
Rust vind je beter in de bijkeuken
Voorlopig ga ik er van uit dat de afwijking niet bij mij ligt. Voor de liefhebbers van wad, bos en duin geldt misschien dat ze er rust in hun hoofd van krijgen. Maar dit kan thuis beter, op een krukje in de bijkeuken, met de wasmachine tegen de deur geschoven. Als er ook maar een half zonnetje schijnt, is het in bos en duin immers een drukte van belang. Maar ook als het waait en regent kun je beter in je bijkeuken zitten, voor echte rust in je hoofd. Daar is het tenminste windstil en droog.
Oja, die nationale prijs voor het mooiste natuurgebied. Met 15.135 stemmen op één de Wadden (gaap, gaap, hele grote gaap), op twee de Veluwe (kijk uit, achter je, mountainbikers!) en op drie de Noord-Hollandse duinen (Wat nou blanke top? Zand in je schoenen, zal je bedoelen). Alleen de waddenkust bij Zwarte Haan is nog rustig. En wat gaat de Wadden-prijswinnaar doen? Complete scholen er de zee in jagen, ,,want elk kind moet eens hebben wadgelopen.'' Mooi. Hoef ik daar ook nooit meer heen.
Laatst gewijzigd op 04-11-2016 om 20:59 uur