Ontgroening? Prima, mits met mate
Het rare was dat de slachtoffers van het ene jaar net zo vrolijk de daders van het volgende jaar werden. Ook ik. Natuurlijk moest de nieuwe lichting worden ontgroend. Hoe kon je anders een hechte club vormen en vrienden voor het leven worden?
Door Wiebe Pennewaard
Van studeren kon in ons gezin nog geen sprake zijn. Het was al mooi dat de oudste zoon naar de HBS mocht, terwijl de rest netjes de ULO afmaakte. En had ik wel naar een zolderkamertje in Groningen gekund, dan was ik van z'n lang zal-ie leven geen lid geworden van een studentencorps. Zulks was – 1969, hippietijd – wel zo ontzettend square (burgerlijk, dus truttig) dat ik geen vriend meer onder ogen had kunnen komen. Ontgroeningsnarigheid zoals nu bij het Groninger Vindicat was me per definitie bespaard gebleven.
Toch werd ik een paar jaar later nog hardhandig in een wasgoot gesmeten. Na een eerste afkeuring wegens een overduidelijk totale ongeschiktheid bedacht de legertop drie jaar later dat de Rus toch alleen kon worden gestopt door mij persoonlijk, in de sleutelfunctie van dienstplichtig vrachtwagenchauffeur. Alsnog goedgekeurd, terwijl ik verdorie al jaren carrière probeerde te maken als leerling-verslaggever bij sinds 1752 het Hoofdblad van Friesland. Alsnog opkomen, oliebol!
Ervaren lijntrekkers en klaplopers
Oliebol was de benaming van rekruten, zoals deze werd gehanteerd door de ouwe stomp. De ouwe stomp bestond uit dienstplichtigen die hun afzwaaien met streepjes op de kalender zagen naderen. Ervaren lijntrekkers en klaplopers, nooit te beroerd voor de inzet van hun morele en fysieke overwicht, die zij enkel ontleenden aan het domme feit dat zij eerder dan de oliebol onder de wapenen waren geroepen.
En dus werd ook de militaire lichting 72-3, na in Keizersveer te zijn opgeleid, hartelijk ontvangen door de meer ervaren medeslachtoffers bij het transportbataljon in Nunspeet. De bezichtiging van de slaapzaal met twaalf bedden werd gevolgd door een uitleg over de wasgoot in de gang – een meterslange stalen bak met een reeks kranen voor de dagelijkse hygiëne. Zonder veel plichtplegingen en vooral hardhandig belandden de nieuwelingen in hun verse uniform languit onder de waterstralen. Deel één van de kinderachtige verrassingen volgens een oude traditie.
En dan is zo'n drietonner toch nog groot
Het verplicht aanvegen door drie oliebollen van een half hectare groot parkeerterrein naast de kazerne, het met een tandenborsteltje schoonboenen van een Daf YA 314 – en dan is zo'n drietonner toch nog groot – en het onafgebroken bier, rondo's en kano's aanslepen voor ouwe stompen – niemand is er bij verdronken of heeft een spier verstuikt, en het duurde maar twee weken. Daarna werd de oliebol aanvaard en behandeld als beginnende gelijke.
Een essentieel verschil met de studentencorpora was het verschil binnen de groep dienstplichtigen. In achtergrond, afkomst, opleiding, normen en waarden. Tegenover de stevige bouwvakkers, heftruckchauffeurs en boerenknechten stonden de meer verbaal begaafde onderwijzers, kantoorjongens en inmiddels afgestudeerden. Als de laatsten tijdens een al te enthousiaste ontgroening ingrepen met een remmend 'tut-tut, ho-ho', werden de oliebollen ter plekke minder hard afgeknepen. Oh ja, nee tuurlijk, sorry.
Dat werkte, prettig genoeg. En dat ontbreekt kennelijk in het homogene studentencorps. Niet de ontgroening is het probleem. Het is een gebrek aan normaal nuchter verstand, ouderwets fatsoen en voldoende zelfbeheersing, hoeveel biertjes er ook in mogen zitten. Ontgroenen? Prima. Toch ben ik blij dat ik ooit niet bij een corps, maar bij een korps hoorde.
Laatst gewijzigd op 30-09-2016 om 15:51 uur