Tragiek op de volkstuin
Het ledenbestand vergrijst en dunt dus uit. Aan jongeren is het genoegen niet besteed. Maar het ergst vinden de tuiniers de diefstallen. Die toenemen in frequentie en ernst.
Door Wiebe PennewaardIk ga niemand aan een slecht idee helpen. Daarom houd ik stil waar ik onlangs een flinke kar oude paardenmest afleverde. Prachtig spul voor op de kweekbedden. Een actief lid van de tuindersvereniging had me dit voorjaar de droge stof zien uitrijden op een weiland. En of, eventueel, zo na de zomer, natuurlijk tegen vergoeding van de diesel voor de tractor, het mogelijk zou zijn een kuub of zes... Natuurlijk. Met plezier.
De bult werd op een mooi centraal plekje van het tuinderscomplex gestort. De leden konden maar komen, met hun kruiwagens. De organisator van mijn schenking, een verbluffend kwieke tachtiger die de negentig naderde, gaf toe dat tegenwoordig grijze koppen de vereniging overheersten. Waardoor het ledental gestaag kelderde, tot nu een kleine zeventig. Van wie je, met wat geluk, anderhalve handvol op de jaarlijkse vergadering zag. Nee, dat was vroeger wel anders.
Jongeren zien het als een groentewinkel
Zeker, er meldden zich elk jaar wel een paar nieuwe jongeren aan. Waarbij ik moest denken aan dertigers, begin-veertigers. Maar vrijwel allen haakten na de eerste zomer af. Ze zagen de volkstuin als een soort groentewinkel, sprak de bejaarde baas sarcastisch. Je stopt in de lente wat zaadjes in de grond, en na de zomer kun je de groente en het fruit binnenhalen. Dat er flink moet geschoffeld, gewied, bestreden, bemest en bewaterd, dat is een lelijke tegenvaller. Daar hebben ze het te druk voor met andere zaken.
Goed, dat is de tijdgeest, stelde hij schouderophalend vast. Maar dat oudere, zeer trouwe leden afhaken vanwege de diefstallen, dat was vreselijk. En het nam hand over hand toe. Grover. En brutaler. Had hij niet laatst overdag een man met een kinderwagen, helemaal aan de achterkant van het grote complex, tussen het groen betrapt? De onbekende stopte spullen in de wagen, en draafde met zijn kar en buit weg toen hij gezien was. Voor de 88-jarige was er geen achtervolgen aan. De dief ontkwam.
De volgende ochtend was het zeil leeg
De echte mini-drama's spelen zich vooral af in het duister, 's avonds en 's nachts. Zoals laatst, toen een clublid de hele dag bezig was geweest met de oogst van tuinbonen. Daar had die amateurkweker veel van, hij was er dol op en maakte er elk jaar zijn familie en vrienden blij mee. Tussen de dertig en veertig kilo lag er uiteindelijk op het zeil naast de bonenstokken. Toen was hij moe – morgenvroeg zou hij de bonen wel ophalen. De volgende ochtend was het zeil leeg.
De dief kan het niet schelen dat de tuinder zich maandenlang haast dagelijks een uur in het zweet heeft gewerkt. De teleurstelling is na elke diefstal immens, had mijn zegsman al meerdere keren ook zelf ervaren. De opeens lege bedden met zijn prachtig uitgegroeide pootaardappelen, de verdwenen kroppen kool en sla, de lege bessenstruiken en aardbeiplanten. En op andere tuinderscomplexen was het precies zo, had hij gehoord van collega's uit andere plaatsen. Vooral als de volkstuinen wat afgelegen lagen. Hand over hand nam het toe.
Het is klein leed, in een wereld vol echte ellende. Toch hoopte ik hardop dat de volgende dief zou struikelen en vol voorover in de zojuist geleverde bult met stront zou donderen. De oude baas kon er nog wel om grinniken. Maar het was een dun lachje.
Laatst gewijzigd op 02-09-2016 om 17:26 uur