Deflatie? Economie voor sufferds
Het leven is in juli 0,3 procent goedkoper geworden. Waar ik eerst aan iets drie euro uitgaf, was ik nu slechts €2,99 kwijt. Joepie! Maar de uitleg was onbegrijpelijk.
Door Wiebe Pennewaard
Natuurlijk. De lage olieprijs drukt de kosten van brandstof en huishoudelijke energie. Voor een beetje autorijder kan dit oplopen tot wel €50 per maand. Computers en andere elektronica worden al jaren alleen maar goedkoper. Anderzijds heeft deze roker onlangs een tweede hypotheek moeten afsluiten om nog af en toe een pakje met 23 peuken voor €8,20 aan te kunnen rukken, sinds mijn sigarenboer een einde aan de afbetalingsregeling maakte. In een paar jaar kwamen er vele accijns-euro's bij de prijs op.
Als gemiddeld de prijzen per jaar stijgen, spreken we van inflatie. Het omgekeerde heet deflatie. Officieel is hiervan pas sprake als de prijsdaling wat langer onder de nul zit. Eén maand is te kort. Dan noemen de economen het nog een negatieve inflatie. Langzaam stijgende prijzen, met zo'n 2 of 3 procent per jaar, heten goed te zijn. Dan kopen de mensen iets, omdat het waarschijnlijk over een poosje duurder is. Bij deflatie blijft de hand op de knip. Volgende maand is het immers misschien nog 0,3 procent goedkoper. En handen op knippen zijn slecht voor de economie.
Deskundige meneren kwamen het uitleggen
Het is 29 jaar geleden dat de prijzen gemiddeld wat zakten. Dus kwamen deskundige meneren in kranten en via radio- en beeldbuis uitleggen hoe dat nou kwam. Olieprijs, computers en nog wat andere dalers werden netjes opgesomd. Fijn, dank u voor de explicatie. Maar ik keek in mijn huishoudboekje, las en luisterde nogmaals, en krabde me langdurig achter het linkeroor. Ben ik nou zo slim of zijn die economen zulke supersufferds?
Internet ontbrak in de opsommingen. Terwijl het wereldwijde web naar mijn stellige overtuiging het leven al jaren langzaam maar onmiskenbaar goedkoper maakt. Ik noem dit het Gillette Contour Syndroom. Bij mijn lokale drogist betaalde ik voor een blister scheermesjes zo'n €15. Tot ik deze verpakking op internet ontdekte voor €10. Liefst 33 procent korting! Dat noem ik nog eens deflatie. En hoewel het hele dorp vindt dat we de laatste drie eigen winkels moeten steunen, koopt het hele dorp steeds meer via internet. Principes zijn mooi, maar ze moeten geen geld kosten.
Van scheermesjes tot de elektrische fiets
Van scheermesjes en printerinkt tot de nieuwe inbouw-magnetron en de elektrische fiets. PostNL duwt ze bij ons door de brievenbus of, als dat na enig gepruts niet gaat, belt beleefd aan. Nergens heb ik het bijgehouden. Maar voor regelmatige en incidentele aankopen is ons huishoudentje nu op jaarbasis honderden euro's minder kwijt dan pakweg tien jaar geleden. Ons inkomen bleef op peil, de uitgaven zijn evident gedaald.
Omdat de trend onmiskenbaar is, zelfs onder digifobe hoogbejaarden, moet dit een economisch effect hebben. Dus ook op de al zo langdurige geringe en nu zelfs negatieve inflatie – naast alle crises, banenverlies, politieke onzekerheid en andere alledaagse sores die handen op knippen houden. Dat die deskundige economen het fenomeen over het hoofd zien, bewijst weer eens dat economie geen wetenschap is. Of, wat wetenschappelijk nooit mag worden uitgesloten, dat toch ik die supersufferd ben.
Laatst gewijzigd op 05-08-2016 om 14:14 uur