Daar gaat een man die nodig moet
De Leeuwarder drong zich uit de volle trein en beende gehaast het perron op. Niet richting een aansluitende verbinding, de centrale hal of stationsuitgang. Nee, hij liep in sukkeldraf naar het kale, lege einde van het perron. Schichtig om zich heen kijkend verdween hij achter een gietijzeren pilaar en deed zijn plas. Pleidooi voor een wetswijziging.
Door Wiebe Pennewaard
Het is verboden binnen de bebouwde kom op een openbare plaats zijn natuurlijke behoefte te doen buiten daarvoor bestemde plaatsen. Met deze tekst in hun Algemene Plaatselijke Verordening bestrijden vrijwel alle gemeenten het wildplassen. Ook het freestyle citypoepen, zoals we het maar even moeten noemen, valt hier onder. Maar deze door hoge nood gedwongen bevrijding komt zo weinig voor dat de broodnodige verandering van de regelgeving zich kan beperken tot om zich heen sproeiende mannen van vijftig-plus.
Iemand moet het taboe doorbreken. Bij deze dan. Gemeenten maken geen onderscheid tussen de bestaande twee soorten wildplassers. We kennen de stadse twintigers en dertigers, die 's avonds opgeruimd van de ene biertap naar de andere toog toffelen. Of op hun favoriete chill-locatie glas na glas ledigen, en dan maar eens op huis aan gaan. Onderweg meldt de blaas zich, gestaag dringender. Ach, even die steeg in. Of in dat plantsoentje achter die boom. Ook prima. Probleem opgelost.
Betrapping kost €140, leert de boetebase van het Openbaar Ministerie. Dit is ruim het dubbele van de sanctie op, pak hem beet, als voetganger door rood licht lopen – toch een overtreding die wat ernstiger gevolgen kan hebben dan het illegaal toegeven aan de plasdrang. Aan de andere kant: wie zich op een kruispunt te pletter wil wandelen bezorgt de medeburger niet de ergernis van de centrumbewoner, die 's ochtends naast zijn voordeur opnieuw die penetrante geur van verboden blaaslozingen moet opsnuiven.
Was dan nog even langs het urinoir gegaan
Sukkel, zeg ik tegen de nonchalante kroegtijger. Was dan bij je vertrek even bij het urinoir langs gegaan. Prima, die €140 boete. Dat deze je de volgende keer mag herinneren aan artikel 4:8 in de Algemene Plaatselijke Verordening. Of aan straffeit F185, zoals de stadswacht of motoragent het in de bekeuring zal omschrijven. Het is vies, het stinkt en tegenover die toch over het hoofd geziene plotse passant weinig beleefd hem te groeten met de plasser nog buitenboord. En het belangrijkste: het was zo simpel te voorkomen.
Dit laatste geldt niet voor die andere categorie. Welke dringend behoefte heeft aan een artikel 4:8-b, en een strafartikel F185-2. Deze groep bestaat uit vijftigplussers die worden geplaagd door een uit de hand gelopen prostaat. De prostaat is een apparaatje in de mannelijke machinerie, waar ik mij nooit echt in verdiepte wegens een aangeboren hekel aan medische details. Van het ABS in mijn auto wil ik ook niet meer weten dan dat hij op een gegeven moment stuk is, waarop ik naar de garage tuf. De uroloog leek wel begrip te hebben voor deze even angstige als onpraktische benadering.
Wat na onderzoek en geruststellende diagnose overbleef was de conclusie dat ik nu vrouw was geworden, qua veel meer kleine plasjes omdat zij weer andere accessoires meesjouwen die nodeloos extra ruimte in de onderbuik opeisen. De transformatie blijkt lastiger dan voorzien. Jarenlang stonden de heren zuchtend bij de voordeur, allang gereed om samen te vertrekken, terwijl hun vrouwelijke partners nog even dit en nog even dat. Om uiteindelijk, zich alsnog omdraaiend bij die voordeur, ,,momentje hoor, zo klaar'', alsnog een preventief plasje te doen. Diepe laatste zucht.
Idem na theatervoorstelling zonder pauze
Het valt vies tegen. Mannen die een halve eeuw lang desnoods twee etmalen hun plas konden ophouden, wegens enorme opslagruimte daar beneden, moeten nu bedenken dat ze eerst nog even, ook al hoef je niet, zeker, ik weet het, vrouw staat al lang bij de auto, maar toch, voor de veiligheid want anders, en zo. Idem na theatervoorstelling zonder pauze, bijeenkomst in de binnenstad, genoeglijke avond in horeca-etablissement, familie- en vriendenbezoek met de nodige drankjes. En zeker voor aanvang van treinreizen in Sprinters zonder toilet.
Een kleine rondvraag in mijn leeftijdsklasse bevestigde het essentiële onderscheid met de jeugdige wildsproeier. Die kan rustig doorlopen naar een volgende nog stillere steeg of duisterder bosschage. Het steekt niet op vijf minuten. De eigenaar van een prostaat met een opgeblazen ego kent deze luxe niet. Als hij moet, moet hij ook. Ter plekke. En staat hij seconden later tussen twee auto's in de parkeergarage, of achter een pilaar op het sneue uiteinde van een perron. Wanneer hij die, schichtig rondkijkend, kon halen.
De gewenste wijziging in de regelgeving. De boete kan even hoog blijven. Ter stimulering van het praktische damesgedrag – ,,jahaaa, ik kom er aan, nog even...''. Maar aan de verbodsbepaling moet worden toegevoegd dat de verbalisant zijn gebruikelijke boze wenkbrauwen en norse toon vervangt. Door een begripvolle blik en aimabele tekst, na beleefd te hebben gewacht tot de verdachte is uitgesputterd. Het moet aan te leren zijn, want ooit worden stadswacht en diender ook vijftig. En weet hij: hier ging een man die nodig moest.
Laatst gewijzigd op 20-05-2016 om 15:45 uur