Mondige mama wint van zwijgende mem
Je kunt in een vliegtuig heel mooi dansen, legt kleindochter uit als ik zeg dat je moeilijk piloot en ballerina tegelijk kunt worden. O, nou, dan dierendokter en zwemjuf. Haar vriendinnetje onderbreekt de discussie over beroepskeuzes en vraagt of de televisie aan mag, voor Robbedoes en Kwabbernoot. Het is woensdagmiddag, en er gaapt een diepe kloof tussen de twee vijfjarigen.
Door Wiebe PennewaardDe Inspectie van het Onderwijs stelde het met zorg vast. Er groeit een tweedeling in het onderwijs. Kinderen van lager opgeleide ouders belanden sneller in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs dan hun leeftijdsgenoten met beter opgeleide ouders. Ook stroomt de eerstgenoemde groep minder snel door naar een hogere vorm van onderwijs, zelfs als hun resultaten in het vmbo dit alleszins rechtvaardigen.
Het inspectierapport 'De staat van het onderwijs' noemt de opstelling van beter opgeleide ouders als een belangrijke oorzaak van het geconstateerde verschil. Mondige ouders maken zich vroeger en intensiever druk over de prestaties van en schoolkeuzen voor hun kroost. Als het nuttig lijkt komen er bijlessen en huiswerkklasjes. En voor het voortgezet onderwijs wordt zo hoog mogelijk ingezet. Liever het gymnasium dan de havo, liever de havo dan de theoretische leerweg in het vmbo. Inspanning noch kosten worden gespaard.
Aan de andere kant van het spectrum is een toekomst al mooi genoeg waarin vooral met de handen wordt gewerkt. Beide ouders zijn immers zelf tevreden met hun banen als onderhoudsmonteur en medewerkster in de supermarkt. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Ons volk is niet zo van het verder leren. Bovendien heeft onze dochter niks met lezen. Ze is elke middag dik tevreden met Robbedoes en Kwabbernoot. En ja, ook 's morgens vroeg, als we ontbijten.
Die verhipte toets is een momentopname
In de media ontplofte opnieuw de oude discussie over het gewicht van de Cito-toets versus het advies van juf en meester, als groep acht opstoomt richting de brugklas van het voortgezet onderwijs. De onderwijzer maakt het kind minstens al een jaar mee en weet dus beter waar kracht en zwakten liggen. Die verhipte toets is een momentopname, welke op een beroerde dag onredelijk slecht kan uitpakken. Vindt de ene groep.
De andere groep stelt dat de Cito-benadering een objectief beeld biedt van wat het kind weet en kan. Ongeacht de opinies en voorkeuren van het lesgevend personeel. Want juf en meester laten zich, bewust of onbewust, beïnvloeden door de mondige moeders en vaders. Als Sophie al met Kids4cito heeft geoefend voor de eindtoets, terwijl Trynke zich mocht blijven vermaken met Robbedoes en Kwabbernoot, sleuren de ouders van Sophie haar ook wel door het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Redeneert een onderwijzer, niet zonder grond.
Op goede basisscholen, en dat zijn gelukkig de meeste, is dan al zeven groepen lang elk kind beoordeeld op wat het nodig heeft. Extra aandacht, al is het maar in kleine dingen, voor de leerling met een taalachterstand. En dan hebben we het in deze provincie niet over nieuwe Nederlandertjes, maar over kinderen uit gezinnen waar de woordenschat beperkt blijft, waar de folder van de Action al 'een boekje' wordt genoemd. En extra taakjes voor de leerling die huppelend elke week drie boeken uit de bibliotheek haalt, en nog liever vijf.
Er wordt niet voorgelezen en oeverloos uitgelegd
Het vriendinnetje is, denk ik, niet dommer dan kleindochter. Maar bij haar thuis, in dezelfde dorpsstraat drie deuren verderop, wordt weinig gepraat. Laat staan voorgelezen en oeverloos uitgelegd, gezellig gekwebbeld met een educatieve ondertoon, met taal gespeeld en uitbundig gecomplimenteerd als de vijfjarige haar eerste zelfbedachte verhaaltje heeft geschreven – okee, met het puntje van de tong uit de mond, vooral fonetisch en per ongeluk van rechts naar links. Mooi gedaan, meid. Nog een keer!
Ik zie het in het halletje van de school, als de kleintjes van groep twee 's morgens tegen half negen worden afgeleverd. Met de ogen dicht kan ik de moeders en vaders in twee groepen indelen. De opgewekte mondige praters, die hun vrolijk-drukke kleuters uit de Baboe Big bakfiets hebben getild, aan de ene kant. De vooral zwijgende ouders met hun bedeesde blondjes, net uit het derdehands zitje achterop de fiets gefrommeld, aan de andere. Hier wriemelen de aankomende gymnasiastjes. Daar staan de aankomende vmbo'ers, afdeling basisberoepsgerichte leerweg.
Ter plekke knijp ik mijn handen dicht met juf Jannie en haar collega's. Zij zijn, anders dan hun voorgangers een halve eeuw en langer geleden, druk en serieus met het onderwerp bezig. Toen ging per definitie alleen het nageslacht uit 'het betere milieu' studeren, en mochten sulletjes uit de elitaire kringen er rustig tien jaar over doen. 's Middags vraag ik ook vriendinnetje wat ze later wil worden. Ze geeft een verstandiger antwoord dan kleindochter: ,,Dat wit ik noch net. Ik bin ommers noch mar fiif jier.'' Even dicht ze een stukje van de diepe kloof.
Laatst gewijzigd op 15-04-2016 om 13:43 uur