Samenwerking Friese media: grote woorden, droevige daden
Vernieuwing. Verdieping. Een sterk verbindende netwerkorganisatie. Dichter op het lokale nieuws. Een podium voor iedereen. Dat moet het Fries Regionaal Mediacentrum worden. De journalistieke start stemt somber.
Door Wiebe PennewaardIn 2013 besloot het provinciebestuur tot de oprichting van het Fries Mediafonds. Subsidies uit dit fonds moeten een bijdrage leveren aan vernieuwing van de persbedrijfstak en aan verdieping van de bestaande journalistiek in Fryslân. De aanleiding was duidelijk. Het gaat ook hier slecht met kranten en omroepen, regionaal en lokaal. Voortdurend minder betalende afnemers, gestaag dalende inkomsten uit reclame. Met alle gevolgen van dien.
Het fonds steunt dus op twee nogal verschillende fronten. Innovatie en verbetering van kwaliteit. Het laatste is het gemakkelijkst te begrijpen en uit te voeren. Een bestaand medium bedenkt een eenmalig project, bijvoorbeeld in de sfeer van onderzoeksjournalistiek. In betere tijden werd dit als belangrijk onderdeel van het redactionele beleid op eigen kracht uitgevoerd. Na alle bezuinigingen en ontslagen kan het plan nu alleen worden verwezenlijkt met financiële steun van buitenaf.
Dit is, op regionale schaal, wat landelijk in praktijk wordt gebracht door het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Dit beoogt journalisten in staat te stellen zich langdurig te verdiepen in een onderwerp of thema. Wie de opiniebladen volgt, ziet steeds vaker aan het slot van een diepgravend artikel of belangwekkende serie de mededeling dat de tekst tot stand kwam met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Met publiek geld wordt zo de gesubsidieerde uitgave kwalitatief wat beter op de been gehouden. Dat is mooi.
De Correspondent werd wel een vernieuwend succes
Ingewikkelder ligt de steun aan innoverende ideeën. De grens tussen het bedenken van iets heel nieuws en de uitbouw van iets bestaands is vaag. Een goed voorbeeld van het eerste is De Correspondent. Dit dagelijkse, advertentievrije medium op internet wil met lange, goed geschreven verhalen de waan van de dag vervangen door een beter inzicht in hoe de wereld werkt. Drie jaar na de start betalen nu ruim 44.000 leden jaarlijks €60, en kan er van een vernieuwend succes worden gesproken.
In 2014 opperde Jan Koster, directeur van Omrop Fryslân, de oprichting van een regionaal mediacentrum. Hierin zouden omroepen, kranten en nieuwssites hun krachten moeten bundelen. Met de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad werd onder de werktitel Podium Fryslân begonnen aan het platform, dat een einde moest maken aan het alle drie apart brengen van hetzelfde nieuws over die auto in de sloot. Ook vrij toegankelijk voor creatieve burgerjournalisten, bloggers, opiniemakers.
Koster becijferde dat de start van zo'n vernieuwend centrum €350.000 zou vergen. Bij toenmalig gedeputeerde Jannewietske de Vries peuterde hij €200.000 los, nog uit een ander potje dan het Fries Mediafonds. En hij trok de kar, die ook aan de LC en het FD plaats bood. Na anderhalf jaar vergaderen en onderling touwtrekken, onder leiding van projectleider Siebe Annema, is het resultaat nu in de lucht.
Voor de als innovatie bedoelde podium-website werd per saldo de naam 'nijs' gekozen. Dat bekt lekker, maar is nogal onhandig. Wie nieuwsgierig in de Google-zoekbalk 'nijs' intikt, krijgt als eerste uitkomst de site 'it nijs', het digitale Friestalige medium van de Ried fan de Fryske Beweging. Als volgende de nijs-site van Omrop Fryslân. Om daarna te verzanden in het garagebedrijf Opel Nijs te Someren, bouwbedrijf De Nijs in Castricum, en zo verder. Alleen wie weet dat het hele adres nijs.frl is, landt goed. Maar dit adres wordt zelfs op de eigen websites van Omrop, LC en FD nergens genoemd.
De grootste media bedachten een simpele portal
De nieuwe samenwerkingssite is ronduit bedroevend. De drie grootste media van deze provincie zijn niet verder gekomen dan een simpele portal. Een pagina met links naar de korte berichten van de drie deelnemers, zoals deze op hun eigen gratis nieuwssites zijn geplaatst. Wie het linkje aanklikt belandt zo een seconde later op de website van Omrop, LC of FD. Maar de beheerder van nijs.frl selecteert, om te ernstige doublures te voorkomen. En dus mis je van alles. Wie echt is geïnteresseerd in het Friese nieuws, kan beter rechtstreeks naar de sites van LC of Omrop gaan.
Niks vernieuwends voegt nijs.frl nog toe aan het Friese medialandschap. Nog, want de site is pijnlijk duidelijk in aanbouw. Wie een tip voor de redactie heeft, kan deze sturen naar Nijs.frl, Frieslandstraat 19, 8234 AA Leeuwarden. Een niet bestaand adres. Op de website wordt het 'open karakter' van nijs.frl geprezen, maar van zo'n karakter valt niks terug te vinden. 'Op termijn' zal nijs.frl ook andere media-organisaties en ongebonden mediaproducenten faciliteren, zo wordt gemeld. Maar met 'op termijn' kun je vele kanten op, leerde de aanloop naar nijs.frl.
Het is jammer. Zo'n broodmager resultaat had moeten leiden tot verder uitstel van de start of definitief afblazen, na alle grote woorden. De provincie heeft het Mediafonds als geldschieter even op slot gezet. Deze zomer volgt eerst een evaluatie van de tot nu gesubsidieerde projecten, inclusief het langs andere weg gesteunde Friese Mediacentrum. Dan kan worden bepaald, waar dit gewest het meeste mee wint: met het fonds, of met een samenwerkingsverband als dat van Omrop, LC en FD.
Willen de Grote Drie deze slag winnen, dan is er nog heel veel werk aan de winkel, met dat voorlopig vooral sneue nijs.frl. Een troost: moderne managers zien gepruts en mislukkingen het liefst als uitdagingen. Nou, die uitdaging ligt er. Levensgroot.
Laatst gewijzigd op 25-03-2016 om 12:45 uur