HBO: heel Friesland bakt
Het Friese hoger beroepsonderwijs is binnen een week twee keer negatief in het nieuws. Directies willen te snel fuseren, en studenten zijn ontevreden over hun opleiding. Heeft het laatste met het eerste te maken?
Door Wiebe PennewaardVoor alle vijftigminners die de kop boven dit stuk verheugend nieuws vonden: nee, betaalzender HBO gaat geen Friese versie van het bakprogramma met Martine Bijl produceren. Vijftigplussers denken bij HBO doorgaans eerst nog aan het hoger beroepsonderwijs, en bij bakken aan zakken voor een examen. Want dat dreigt voor deze provincie. Alle geblaat over excellentie, bij voorkeur in het Engels, ten spijt kreeg het hbo-imago van dit gewest een stevige dreun. Met dank aan vooral de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en Stenden.
Als scholieren in het laatste jaar van het middelbaar onderwijs zich voor het volgende studiejaar oriënteren op een boeiend vervolg, is de kans groot dat zij door twaalf opleidingen van Friese hbo-instellingen direct al een streep zetten. In de uitgave van de gezaghebbende Keuzegids HBO 2016 scoren die twaalf 50 punten of lager, in een schaal van 20 tot 100. Het landelijk gemiddelde is zo'n 60, met uitschieters tot rond de 80.
De rapportcijfers zijn gebaseerd op statistieken zoals slagingspercentage, studievertraging en uitval, op het oordeel van deskundigen en op de meningen van studenten. Op het eerste gezicht is er weinig aan de hand. De NHL biedt immers 67 verschillende opleidingen, en daarvan zijn nu zeven onder de maat bevonden. Tsja. Maar voor de Keuzegids werden maar 51 studierichtingen beoordeeld, en dit leidt tot 14 procent dunne of dikke onvoldoendes. In het college van bestuur en de raad van toezicht zijn er, als het goed is, al flink wat haren uit eigen of andermans hoofd getrokken.
Bij Stenden is de situatie vergelijkbaar. Van de 35 opleidingen zijn er 24 beoordeeld. Hier schieten er drie duidelijk te kort. Een rood percentage van 13 procent. Een derde Friese instelling met minnen is Van Hall Larenstein. Van de 78 opleidingen werden er 16 onder de loep genomen. Het resultaat was twee keer negatief, dus opnieuw een rode 13 procent. Maar eentje hiervan betreft een studierichting aan de vestiging in Velp, dus daar piepen we verder niet over.
Wat is er aan de hand aan de Rengerslaan?
Bij Stenden en NHL doen de vestigingen buiten de hoofdzetels in Leeuwarden het gemiddeld juist beter. Wat is er aan de hand aan de Rengerslaan in de Friese hoofdstad, waar genoemde scholen op de nummertjes 8 en 10 naast elkaar huizen? Het kan zijn dat de docenten en het management van de tien onvoldoende studierichtingen er een rommeltje van maken, het allemaal wel geloven of er definitief de brui aan hebben gegeven.
Waarschijnlijk is dit niet. Maar als het niveau op zo'n schaal daalt als de Keuzegids nu beschrijft, moet de baas – excuus, het college van bestuur – hier op enig moment iets van merken. Anders is hij zijn anderhalve ton per jaar niet helemaal waard. Of helemaal niet.
Feit is dat de topmensen van beide hogescholen het druk hebben. Al sinds vorig jaar bereiden zij een fusie voor, en deze zomer besloten de hoogste leidinggevenden gezamenlijk dat NHL en Stenden moeten samengaan. Volgens de jongste jaarverslagen waken er dan respectievelijk 1100 en 900 medewerkers over respectievelijk 12.000 en 11.000 studenten.
Met een nieuw totaal van 23.000 studenten en 2000 medewerkers stoomt NHL-Stenden, onder een frisse nieuwe onbegrijpelijke naam natuurlijk, op volle kracht de top-10 binnen van grootste hbo-instellingen in het land. Maar groot is niet altijd beter. Integendeel. In de Keuzegids 2016 doen juist de kleinere instituten het bovengemiddeld goed. Dit zou megalomane plannenmakers aan het denken moeten zetten.
En toen trapten de medezeggenschapsraden van NHL en Stenden op de rem. Kort na de publicatie over de belabberde studiescores, waarmee de betrokken colleges van bestuur er even buitengewoon pijnlijk gekleurd op staan. Het gaat de vertegenwoordigers van medewerkers en studenten allemaal te snel. Het streven van de leiding was om de fusie per september 2016 in te laten gaan. Maar de medezeggenschapsraden hebben nog flink wat vragen.
Zij vinden de plannen onvoldoende onderbouwd, en voorbijgaan aan eerder vastgestelde problemen zoals in de ict-sectoren van de hogescholen. In een rapport van accountantskantoor KPMG werden eerder al vraagtekens geplaatst bij de financiering van de fusie. Er moet over veel duidelijkheid komen. En dus wordt er nu even niet bij het kruisje getekend.
'Met meer gecreëerde massa kun je focus inzetten'
Dit was een verrassing voor de bestuurders. En voor meer bij de fusie betrokkenen. In februari meldde De Ruis, de website van de opleiding communicatie aan de NHL, nog opgewekt dat de fusie niet als reorganisatie is bedoeld. Geciteerd werd Nynke Beintema, programmamanager namens de NHL: ,,Op het moment dat je als hogescholen gaat samenwerken kun je meer massa creëren, en biedt het kansen om focus in te zetten.''
Na deze nonsensikale vaagpraat werd, een stuk begrijpelijker, geconcludeerd dat de reacties op de fusie van studenten en werknemers over het algemeen positief zijn. ,,Men ziet voornamelijk kansen.'' Ja, op de bovenste verdieping. Maar niet onder de medewerkers en studenten. In elk geval: nog niet.
Na de eerste schrik en een goed gesprek staken de colleges van bestuur heel verstandig hun plannen weer in de binnenzak. Afgesproken is dat er in de komende tijd samen wordt gesproken over het uiteindelijke doel, en hoe daar te komen. De fusie zal zeker een jaar opschuiven. En dit biedt de hoogste leidinggevenden een beetje extra ruimte.
Ruimte om eerst een ander intern en ernstig probleem op te lossen. Gezamenlijk en als de gesmeerde bliksem tien opleidingen weer naar een peil tillen, dat nieuwe studenten aantrekt in plaats van afstoot. Aan een mega-instituut met een beroerde naam heeft niemand wat. Dan zakt de complete provincie voor het imago-examen. Eh, inderdaad: dan bakt heel Friesland.
Laatst gewijzigd op 02-10-2015 om 11:30 uur