Gelukkig, ze bestaan nog, de Sian Wierda’s
Je zou ook heel goed software-engineer kunnen worden. Of rijwielhersteller. Of assurantietussenpersoon. Maar wat een opluchting. Nog steeds kiezen jongens en meisjes voor de journalistiek. Tegen beter weten in?
Door Wiebe Pennewaard
Eerst maar de open deur. Het gaat slecht met de gedrukte nieuwsmedia. Veel dagbladen hebben in de afgelopen vijftien jaar hun betaalde oplage bijna zien halveren. Landelijk: zo kelderde De Telegraaf sinds de eeuwwisseling van 800.000 dagelijks verkochte kranten naar zo'n 460.000 nu. En regionaal. Om in het Noorden te blijven: het aantal vaste abonnementen van de Leeuwarder Courant kachelde van 110.000 naar 61.000, het Dagblad van het Noorden zag de abonnementen zakken van 180.000 naar 93.000. De twee kranten mogen ieder nog ruim 12.000 deelabonnementen (vooral zaterdaglezers) bijtellen. En zelfs het Friesch Dagblad, met een trouwe maar vooral bejaarde aanhang, ging van 19.000 naar 11.000.
Niks wijst op een verbetering in de trend. Deze omvat voor de meeste kranten een jaarlijkse daling van tussen de 4 en 7 procent. Alle inspanningen om de wegvallende inkomsten op te vangen met digitale abonnementen vorderen moeizaam. De aantallen betalende lezers op computer, tablet en smartphone groeien gestaag.
Toch maken die inkomsten het abonneeverlies bij de papieren versies nog lang niet goed. En dan blijven de monsterlijk gedaalde inkomsten uit advertenties nog buiten beschouwing. De klanten stapten over op kleurrijke eigen folders, naar radio en tv, of stopten (crisis!) helemaal met hun werving via de media. Omdat er nog steeds mensen dood gaan, is in advertentieland een peperdure overlijdensadvertentie doorgaans de laatste bijdrage van de familie aan de noodlijdende uitgever.
Gauw dicht, die open deur. Het is narigheid alom, uitmondend in de ene bezuinigingsronde na de andere. Blijven de opbrengsten achter, dan moet er worden gesneden in de kosten. Zeker in mediabedrijven vormen de salarissen een flink deel van de uitgaven. In de technische afdelingen valt er nog iets te automatiseren. Maar het schrijven van artikelen en het binnenslepen van annonces is mensenwerk. De kaalslag op redacties en advertentie-afdelingen werkt als een boemerang. De onvermijdelijk hogere werkdruk leidt zichtbaar tot teruglopende kwaliteit. Wat weer weinig helpt om bestaande klanten te blijven boeien.
Bijna 2900 journalisten met een ww-uitkering
In het afgelopen jaar, van juli 2014 tot en met afgelopen juni, liep het aantal bij het UWV ingeschreven journalisten op van 2628 tot de al eerder genoemde 2879. Dat is een stijging van ww-gerechtigden in deze beroepsgroep met bijna 10 procent. Treurig in het algemeen, slecht voor de democratie in het bijzonder want de waakhond wordt steeds magerder, en tragisch voor de persoonlijk betrokkenen. Als het twintigers en dertigers betreft, die nu moeten beslissen of ze in hun vak verder kunnen of nog willen. En als het gaat om veertigers en vijftigers, met hun aflossingsvrije hypotheken, studerende kinderen en werkgevers die hen al snel te oud, inflexibel en duur vinden.
Des te gekker is het dat in ons land nog volle kracht journalisten worden opgeleid. Fulltime bij gespecialiseerde instituten: de School voor Journalistiek in Utrecht, Windesheim in Zwolle, Fontys in Tilburg en de Christelijke Hogeschool in Ede. Andere hbo-instellingen bieden cursussen media, informatie, communicatie, journalistiek, medi-entertainment en -management in wisselende samenstellingen. En heel wat mbo-scholen vissen ook geestdriftig in deze vijver. Studenten in het wetenschappelijk onderwijs kunnen kiezen voor een postacademische opleiding of master in Groningen, Amsterdam, Rotterdam of Nijmegen. En wie hier niks bij heeft gevonden, kan altijd nog een van de vele schriftelijke cursussen journalistiek volgen.
Alleen al aan de opleidingen in Utrecht, Zwolle, Tilburg en Ede starten elk jaar een kleine achthonderd studenten. Op de vier genoemde universiteiten duiken jaarlijks een dikke honderd in de journalistiek. Samen met de andere mbo- en hbo-studierichtingen komen er zo tussen de 1500 en 2000 nieuwelingen in het vrije beroep van journalist bij. Opgeleid voor werkloosheid, zou Sombermans zuchten.
En niet alleen hij. Ook Theo Dersjant, docent journalistiek aan Fontys Tilburg, worstelde met de vraag hoe nuttig het is stokers en machinisten op te leiden voor de stoomtrein, die bijna door de internet-trein is verdrongen. Met zijn collega's bepleitte hij een beperking aan de instroom op hun hogeschool. Jawel, met als mogelijk gevolg het verlies van de eigen baan. Dat is verstandig, en dapper tegelijk. Een einde aan de voorgebakken teleurstelling bij heel veel afgestudeerden.
Knetterende nonsens, uit puur eigenbelang
Directie en management voelen niks voor een vrijwillige dam in de stroom. Stel dat de andere scholen in het ontstane gat zouden schieten. Het voorstel van Dersjant en zijn vakgenoten om dan tenminste met de andere opleidingen te praten over een gezamenlijke, gefaseerde afbouw werd ook al afgeschoten. Het is een vrije markt, werd tegengeworpen, en het leeuwendeel van de afgestudeerden heeft toch binnen anderhalf jaar een baan, ook al is dat vaak niet in de journalistiek? Knetterende nonsens is deze benadering, de directie ingegeven door puur eigenbelang. De wens om in de eerste plaats de school lekker draaiende te houden, dondert niet met welke opleidingen.
Welke jongere, dit alles overziende en wetende dat een vaste aanstelling bij een dagblad iets uit de prehistorie is, wil serieus nog journalist worden? Geen enkele, leek mij. Al die instromers bij al die opleidingen zoeken gewoon iets lolligs voor vier jaar, en worden daarna heel verstandig iets heel anders.
Toen dook op de site www.fryslan1.frl opeens een goed verhaal op over Friesland als fietsland voor de Friezen zelf. Geschreven door Sian Wierda. Surf-surf, google-google, hebbes. Begin twintig, student journalistiek, geboren in Ouwsterhaule, havo afgemaakt, belangstelling voor politiek en geschiedenis. Voor het vak gevallen op een open dag bij Windesheim Zwolle. Met de keuze uit de richtingen communicatie, media en entertainment, en journalistiek.
Sian zag weinig in communicatie of media en entertainment, en terecht. Floeperdefloep-studies. Nee, dan journalistiek. Op zijn blog legt hij uit dat hij wil schrijven over kleine dingen, dicht bij de mensen. Licht ontroerd heb ik een oude jenever ingeschonken. En geproost op de jonge gedrevenen, tegen de stroom in, in vast vertrouwen, en dus komt het goed. Hè gelukkig, ze bestaan nog. Santé, aan alle Sian Wierda's van deze wereld.
Laatst gewijzigd op 31-07-2015 om 09:01 uur