Waarom wij blij zijn met onze inbreker
Sjonge, dat was schrikken. De grotere Friese gemeenten staan er beroerd voor, qua leefklimaat. Toch koesteren wij onze inbreker.
Door Wiebe Pennewaard
De website NRCQ onderzocht het. Waar is het in Nederlandse gemeenten met meer dan 25.000 inwoners prettig wonen? Nou, niet in Friesland. Van de tien bestudeerde gemeenten in deze provincie scoorde alleen Leeuwarden een hoger rapportcijfer dan de rest: een druilerige 2. Slecht. De rest bleef bungelen op of zelfs onder de 1 – zéér slecht. Alstublieft dankuwel.
Wie de feiten tot zich neemt, voelt al na zes minuten een ernstige behoefte aan veel beerenburg. Ja, de lucht is hier schoon. En de huizen zijn goedkoop. Met de misdaad valt het ook wel mee. Maar voor de rest is het huilen met de pet op. Werk, voorzieningen, afstanden tot essentiële adressen als café en pretpark, alleen in de Noordoostpolder is het nog beroerder.
Slechts één lichtpuntje dook er op in de statistieken. Tussen alle gemeenten in de top-vijf-lijstjes viel plots Tytsjerksteradiel te ontwaren. Als enige Friese gemeente, en potjandorie in een positieve top-vijf. Al waren we met een negatieve top-vijf-vermelding ook al blij geweest. In de statistiek is er net als in de politiek niks erger dan helemaal niet genoemd te worden. Dan zit je in de grijze middenmoot, en dat willen alleen grijze middenmoters.
Nee, T-diel zoals men in de hoofdplaats Burgum de eigen omgeving gemakzuchtig noemt, scoort fijn in de Nederlandse gemeenten met weinig criminaliteit. Landelijk een vierde plaats, met maar 24,8 misdrijven per 1000 bewoners per jaar. Waar die 0,8 bovenop die 4 vandaan komt, wordt niet uitgelegd. Een onafgemaakte roofoverval, een heterdaadje tijdens het slopen van koperen leidingen?
En let wel: het betreft hier de geregistreerde misdaad. De cijfers komen van de politie. Dit geeft te denken. Persoonlijk weet ik toevallig dat er in de Friese Wâlden ook enthousiast de wet wordt overtreden, maar dit komt de politie amper ter ore, of de per abuis passerende diender krijgt een neutje en doet z'n cap over z'n ogen. Dit verklaart natuurlijk ook het 0,8-misdrijf. De hoofdagent zat aan het einde van de middag zijn proces-verbaaltjes te tikken, en zag opeens dat het al tien voor vijf was. Of hij kreeg de hik, of moest alweer wegens diahrree. Stik ook met dat papierwerk en die ellendige pv's, zal hij hebben gedacht, en het laatste werkstukje op vier-vijfde van de gewenste lengste werd afgerond met een 'Nu weet ik niet meer. Dit was het opstel van hoofdagent Piet.'
Niettemin sprong ik een gaatje in de lucht na lezing van het onderzoek, zijnde zeer tevreden inwoner van T-diel. Had mijn vrouw toch gelijk toen ze mij, inboedel en honden verhuisde naar Gytsjerk vanuit de zware georganiseerde criminaliteit in Leeuwarden, waar ik destijds ook de deprimerende belastingen toe rekende die de gemeente als criminele bende hief op wat ooit onroerend goed heette en later terecht tot onroerende zaak werd gedegradeerd want goed was die aanslag allang niet meer.
Landelijk gesproken zitten we op pluche
En ik kan het bevestigen: landelijk gesproken, laat staan provinciaal, zitten we in ons dorp op pluche, wat betreft roofovervallen en diefstal van koperen leidingen. Natuurlijk, er wordt wel eens wat witgewassen, een enkeling slaat zijn vrouw vaker of harder dan strikt nodig is, en mij hoor je niet zeggen dat de illegale ontvreemdingen in de plaatselijke Albert Heijn significant benedengemiddeld zijn.
Er wordt zelfs wel eens ingebroken. Maar iedereen weet: dat doet Gauke van der Kooi. Gauke is onze lokale inbreker. Een buitengewoon sympathieke dertiger, die in Gytsjerk zorgt voor onze gemiddeld 24,8 misdrijven per 1000 bewoners per jaar. Helemaal in zijn eentje, wat bij een dorpsbevolking van 2500 personen neerkomt op 62 inbraken per jaar. Inclusief de hem gegunde zes weken vakantie op jaarbasis zijn dat zo'n zes inbraken per week, die hij naar eigen inzicht mag invullen.
Dat is me wat, zegt u nu, haast elke nacht op pad. Maar soms bezoekt hij drie woningen in een enkele nacht, en vaak ook trekt hij er overdag op uit want hij is een beetje nachtblind. Het dorp weet dit, en laat uit aardigheid soms een achterdeur los of het fietsenschuurtje wijd open als het vrolijk zwartwit-gestreepte truitje van Gauke in de verte zichtbaar wordt. Een enkeling legt zelfs iets glinsterends neer, of een defecte flatscreen met een haastig erop geplakt zelf gefröbeld prijskaartje van '€ 2190'. Ja, wij koesteren onze inbreker.
Het aardige is dat Gauke de buit meeneemt naar zijn Gauke's Prullaria Paleis, ook voor Al Uw Antiek en Munten. In de vervallen loods kan eenieder op vrijdag en zaterdag tussen 13.00 en 17.00 uur alles terugvinden wat er die week in het dorp werd vermist. Vermoedelijk na inbraak – maak hier het gebaar met twee buigende vingers aan elke kant van uw hoofd – denken wij, zogenaamd, dan. En Gauke heeft een hart van goud. Wie zegt dat hij zo vreselijk graag dat prachtige lege geldkistje zou bezitten, dat hem trouwens reuze bekend voorkomt, maar dat hij nu aan lager wal is wegens vrouw aan de drank, kids aan de drugs, huis net afgebrand en zelf terminaal verkouden, die krijgt het van Gauke voor niks mee, ,,omdat jou het benne''. Een prachtkerel.
Eens per jaar doen we
officieel aangifte
Eens per jaar doen we officieel aangifte tegen Gauke. Dat vindt hij geinig. Met z'n 62-en wandelen we in optocht naar de lokale bibliotheek, waar op dinsdagmiddag de naar ons dorp verbannen wijkagent spreekuur houdt. Deze oud-brigadier, we schatten hem rond de tachtig maar hij schijnt pas 64 te zijn, kwakkelt enigszins met zijn gezondheid. Het zicht loopt terug, hij hoort ook niet veel meer want hij verdomt het naar de gratis gehoortestdagen van Schoonenberg te gaan sinds die officieel uitziende aanmaningen per post versturen, en bewegen gaat alleen nog met behulp van twee krukken. Daarbij is hij licht dyslectisch en ziekelijk wantrouwig.
Het opnemen van onze aangiften, nodig om in de landelijke lijsten überhaupt voor te komen, is dan ook een hartverwarmende gebeurtenis. Na zijn eerste drie mislukte pogingen nemen wij zelf zijn ballpoint ter hand en schrijven van alles in het notitieblokje, waaruit de wijkagent later door een jongere, ambitieuze collega de processen-verbaal laat destilleren. Het kan bij ons gekrabbel om een strafbaar feit gaan, vaker wordt er een mooi gedicht genoteerd, of een raadseltje of een scabreuze tekening van een blote plasser. Maar het kan ook een simpel maar aangrijpend vers zijn als 'Schepen verwelken, rozen vergaan, maar ons Gauke, blijft altijd bestaan'.
Zo houden wij de criminaliteit in ons dorp op het gewenste peil. Belachelijk laag, maar niet totaal absent. Want landelijk tot de beste vijf behoren is één ding, provinciaal als enige gemeente in een machtig lijstje van de NRC genoemd te worden is helemaal top. In 22 andere Friese gemeenten de stoom uit de oren zien komen – mooier is er niet.
Laatst gewijzigd op 10-04-2015 om 17:12 uur