Pleeg vooral overspel, het verbreedt de blik
Ontrouw maakt meer kapot dan je lief is. Denken ChristenUnie en SGP, en zij verheffen hun stem tegen overspel. Een betreurenswaardige vergissing.
Door Wiebe PennewaardWie van iets maar eentje heeft, krijgt gemakkelijk een scheef beeld van de wereld. Dit geldt, om eens een greep te doen, voor gebakjes, kinderen, boeken, buren, auto's en potplanten. Als je pech hebt zijn deze respectievelijk muf, dwars, saai, bemoeiziek, reparatiegevoelig en kassiewijle. Als je geluk hebt weet de bofkont niet beter of ze zijn achtereenvolgens heerlijk, heerlijk, heerlijk, heerlijk, heerlijk en kassiewijle, want hou een potplant maar eens goed.
Dit principe geldt in versterkte mate voor honden, en in explosieve mate voor partners binnen een vaste relatie. Voor de uitleg bepaal ik mij tot de hond als trouwste vriend der mens, want om nou mij bekende gevallen van overspel als leerzaam voorbeeld op te voeren is riskant – wellicht weet ik meer dan de betrokkenen. Maar overal waar vanaf nu sprake is van 'hond', kunt u probleemloos 'man' of 'vrouw' invullen.
Hoe vaak heb ik het vrouwtje van slechts één hond al niet horen vertellen dat haar woef zo'n schat van een beestje is, terwijl van honderd meter al viel waar te nemen dat het hier een kwijlende druiloor van de eerste orde betrof. In vergelijking met andere honden dan, maar dat kan de eigenaresse niet, vergelijken, want zij heeft er maar eentje. Vrijwel altijd is zo'n type ook erg tevreden over haar man.
En omgekeerd: hoe vaak heb ik het baasje van slechts één hond niet horen mopperen op zijn ondeugdelijke viervoeter, terwijl van een kilometer afstand al was te ruiken dat die viervoeter heus wel deugde. In vergelijking met andere honden dan, maar dat kan zo'n hondenbezitter niet, want hij heeft er maar eentje. Vrijwel altijd moppert zo'n type ook erg over zijn vrouw.
Daarom hadden wij altijd twee honden. Dat is handig. Dan wordt het dier tenminste eerlijk beoordeeld, want er kan worden vergeleken. Zeker als je, zoals wij op enig moment, twee broertjes onderdak biedt. Zelfde nest, zelfde ras, zelfde geslacht en zelfde leeftijd: dat vergemakkelijkte het vergelijken nog in hoge mate. Het betrof hier de buitengewoon vermakelijke Old English Sheepdog, beter bekend als bobtail, en aan kinderen doorgaans omschreven als een 'Samson van Gert' – ooooh, die!
Als wij de kleinste van de twee (37 kilo, z'n leven lang hetzelfde voer als z'n grote broer van 51 kilo) De Kleine noemden, was dit niet omdat wij toevallig dachten dat-ie aan de kleine kant was. Nee, je kon het wetenschappelijk vaststellen, als ze naast elkaar stonden.
En als wij de domme (3 gram hersens, dezelfde gehoorzaamheidscursussen gevolgd als zijn slimme broer met 30 kilo hersens) De Domme noemden, was dit niet omdat wij hem nogal dommig vonden. Nee, zag ze maar eens een half uur samen opereren. Mijn hemel, wat was die domme dan dom. En inderdaad, net als bij veel mensen was de kleine de slimme, want wie niet sterk is moet trucjes bedenken.
Door potentiële bobtail-kopers werd ons wel gevraagd: is de bobtail een schrikkerige hond? Hoezo, wilden wij dan weten, speelt u elke avond spookje, of experimenteert u veel met chemicaliën? Maar nee, ze bedoelden meer als er per abuis een kind op de hond valt, of in het stadsverkeer, of als er eens een deur dicht waait, onverhoeds.
De Kleine trok zich niets aan van het betere knalwerk
Hadden wij slechts eentje gehad, van de bobtails, dan hadden wij moeten antwoorden: de bobtail is niet bang voor grote geluiden en gebeurtenissen, maar hij vreest de minieme. Zo trok De Kleine zich in het geheel niets aan van het betere knalwerk, zoals daar zijn de oudejaarsavond en het onweder. Wij dachten zelfs wel eens dat hij doof werd. Maar we wisten weer dat dit niet het geval was, als iemand in de keuken wat onhandig een theelepeltje liet vallen. Het lichte 'ploink' op twee meter achter De Kleine deed hem, zelfs vanuit diepe slaap, van schrik tegen het plafond vliegen. Drie kwartier later stond hij dan nog bibberend onder de keukentafel met de jankerige mimiek van onze tante Jo, die altijd heel erge dingen overkomt, vindt ze.
Hadden wij slechts de andere hond gehad, dan zouden we op de vraag naar de schrikkerigheid der bobtail hebben moeten antwoorden: de bobtail trotseert de kleine geluiden en gebeurtenissen, maar doet het in zijn broek voor de grote. Zo kon je op onze, in de keuken duttende bollemans rustig de hele bestekbak leegkieperen. Hij zou nog geen oog open doen. Ook heb ik eens een gietijzeren pan met zes gehaktballen naast zijn slapende hoofd laten stuiteren. Slechts van de lucht werd hij wakker.
Maar nog niet rommelde het in de verte, of hij probeerde in mijn binnenzak te kruipen of zich te verstoppen onder ons waterbed, wat beide vrij lastig was. Op 30 december scheurde hij gauw drie volgende blaadjes van de kalender, in de hoop dat het morgen dan 2 januari zou zijn, zonder dat vreselijke geknal.
En zo konden wij op elke vraag van elke aspirant-bobtailbaas in alle eerlijkheid antwoorden: ja en nee, dat hangt er van af, soms wel en soms niet, 't is maar waar u het mee vergelijkt. Daar had zo iemand natuurlijk niks aan, al kwam die bobtail er toch wel. Dat hadden wij allang gezien. Als wij zijn oogjes vergeleken, wat er doorgaans ook twee waren.
Voor wie ook genoeg heeft van de sleur
Terug naar de ChristenUnie, de SGP en de weerzin tegen leerzame praktische vergelijking. Die uitmondde in hun kruistocht tegen websites die 'een avontuurtje' promoten, 'voor wie ook genoeg heeft van de sleur'. Dit laatste is een slap argument. Veel sterker is: voor wie de blik wil verbreden, en het relativeren op professioneel niveau onder de knie wenst te krijgen.
Immers. De vrouw die, naar klein-rechtse maatstaven keurig, samenwoont met een ogenschijnlijke lamlul van een vent, kan gemakkelijk tot de overtuiging komen dat alle mannen eerste-klas klojo's zijn. En andersom zal de man die, naar gedegen-christelijke normen hondstrouw, tafel en bed deelt met een in het dagelijks gebruik kreng van een wijf, verleid worden tot een intens sombere blik op het andere geslacht.
In beide gevallen missen zij het inzicht dat er ook leuke, attente kerels zijn, die toch hun wasgoed door het hele huis laten zwabberen en significant bovengemiddeld in hun neus peuteren. En het inzicht dat er vrolijke dames rondlopen met opmerkelijk lollige rondingen, die toch een niet te harden ochtendhumeur en walmende zweetvoeten onderhouden.
Ontrouw en overspel zijn de best geëigende instrumenten om hier achter te komen. Beter dan iemands joepie-profiel op Facebook bestuderen, of in de kroeg eens vriendelijk informeren naar de pro's en contra's van de aantrekkelijke persoon op de aanpalende barkruk. Na de ontrouw en het overspel wordt het danig evalueren, en vervolgens spoorslags terug naar het oude nest of voorgoed opkrassen. Of met z'n drieën verder. Maar die optie zal ChristenUnie en SGP wel helemaal te gortig zijn.