Zonder de oppas stort de economie in
De andere kijk op Fryslân. Daar sta je te beppen bij de basisschool, wachtend op het grut uit groep 1. Huiverend houden grootouders zo de economie draaiende.
Door Wiebe Pennewaard
Wat, zo vroeg mijn buurman Wilhelm-August von Ritterfeld zich af, hebben wij te maken met de hobby's van onze kinderen? Als die zo nodig nageslacht willen produceren, is dat hun zaak. Daar hoeven wij, als pake en beppe, niet voor op te draaien. Belachelijk is het. Willen werken en kinderen hebben, en de last neerleggen bij je ouders. Die eerst hun eigen minkukels al hebben opgevoed, maar wel zélf. Dan bleef mem een paar jaar thuis. Wat trouwens veel beter was voor de kinderen, ook nog eens. Wij hebben onze ouders niet met oppas en opvang durven opzadelen, deelde buurman mee. Het moest bij wet verboden worden, die flauwekul van tegenwoordig.
Von Ritterfeld sprak mij aan vanachter zijn beukenhaag, die ik aan de straatkant passeerde met peuter Daphne in haar buggy. De kleine kon buurman niet zien, maar des te beter horen want zijn stem draagt ver. De rustend veehouder was waarschijnlijk gewend zijn veestapel 's middags vanuit de keuken naar huis te roepen. Het is een vriendelijke man, met zeer uitgesproken standpunten. Zo vindt hij het houden van huisdieren, in het bijzonder de hond, buitengewoon onzinnig. Zo'n ding maakt herrie en rommel, moet worden uitgelaten en kost een vermogen aan belachelijk voer en dubbelschrijvende dierenartsen. Ook deze flauwekul zou, wat hem betreft, bij wet moeten worden uitgebannen.
Daphne moet, laag naast de haag, onder de indruk zijn geraakt van 's mans uitgesproken mening inzake peutermantelzorg. Zij moet daarentegen een beetje misselijk zijn geworden van de flauwe, vage, om niet te zeggen laffe antwoorden van haar opa. Tsja, buurman, nou, eh, maarre, als je je dochter en haar vriend er nou een plezier mee doet... Enne, we hebben als pensionado's alle tijd van de wereld, dus goh, die ene dag in de week... En het is best aardig om je kleindochter zo van dichtbij te zien opgroeien. Toch? Vooral dat minkukelige 'Toch?' moet haar hebben tegengestaan, als eigentijdse uiting van aarzelende poging tot bijval. Nee, die zat zich te verbijten, daar beneden, met zo'n weifelende oppasopa.
Zij wisselen besmuikt in klein comité wat roddeltjes door
De tegenvoeters van Von Ritterfeld staan 's morgens om kwart voor twaalf bij het hek van openbare basisschool De Utskoat in Witmarsum, en bij de hekken van de overige 444 basischolen in deze provincie. Licht grijzende, echt grijze en knap kale koppen, vanaf vijftig jaar omhoog tot rollatorgerechtigd. Pakes, beppes, opa's, oma's. Ze nemen, tot de schooldeur open zwaait, de stads-, wijk- en dorpsnieuwtjes door, wisselen besmuikt in klein comité wat roddeltjes uit, en groeten fleurig de echte moeders die met rijwielen vol kinderzitjes of bakfietsen hun kroost komen innemen.
Als de kleintjes onder leiding van juf Jannie gedisciplineerd het schoolplein opmarcheren, stokt elk gesprek. Ingespannen turen de senioren naar de blonde, bruin- en zwartharige koppies, om het gewenste exemplaar even later uit de dan losgebarsten meute te vissen. Je wilt ook niet te vaak met de verkeerde thuiskomen.
Dochter en vriend zijn goed opgeleid en hebben vaste, interessante maar drukke banen. Op enig moment kondigden zij blij aan dat er een kleine op komst was. En of wij, eventueel, natuurlijk geheel op vrijwillige basis, en even goede vrienden als we er geen heil in zagen, en desnoods desgewenst tegen een vergoeding, kortom, want ja, jullie begrijpen, qua voltijds-betrekkingen met ook nog de nodige reistijd en regelmatig buitenlands verblijf, en dus vandaar. We zegden spontaan toe, al achtte ik de gehanteerde volgorde van aankondiging en vraag weinig praktisch.
In de aanloop naar de bevalling, die zoals viel te verwachten uitmondde in het liefste, grappigste en eigenwijste blondientje van Fryslân, wat zeg ik, van Nederland, de Europese Unie, de hele wereld en het heelal inclusief zwart gat, hadden we het er als grootouders (a.s.) wel over. Buurman Von Ritterfeld had in zijn historische terugblik zonder meer gelijk. Toen schakelde je je ouders niet in.
Dertig jaar en langer geleden stopte de verse moeder met eventuele betaalde arbeid. Zij zorgde, voor de eerste en eventuele vervolg-kinderen, tot de jongste naar de kleuterschool ophoepelde. Dit was het moment om terug te keren in de oude baan, of elders nieuw emplooi te zoeken. Er waren banen bij de vleet, en zo ploeterde mem na drie maanden proeftijd weer fleurig in een vaste betrekking met bijbehorende emolumenten. De vader speelde in deze cyclus geen rol van enige betekenis: na het smeren van de beschuiten met muisjes werkte hij als vanouds door, en kwam na gedane arbeid thuis in een nu wat drukkere huishouding.
Het oprukken van de vrouw als betaald werkende medemens heeft de riedel van rust, reinheid en regelmaat danig overhoop geschopt. De rust van een moeder met een kopje thee en Maria-kaakje als je uit school kwam, de reinheid van hoe dan ook je handjes wassen na kleine en grote boodschappen, de regelmaat van elke dag het vertrouwde patroon, ze zijn ingeruild voor drukte met wisselende oppassers en wijzigende gewoonten, voor reinheid die verschilt per opvangadres, en een regelmaat die als kenmerk vooral onregelmatigheid draagt.
Maar natuurlijk, ze studeerde niet cum laude af om even later zes jaar lang thuis luiers te verschonen, pedagogisch om zich heen te meppen en doodmoe en dus met relatie-gerelateerde hoofdpijn in haar bed te donderen, met als enig verzetje het dagelijks gebep bij de bewaarschool. Dat zou zonde zijn, en stom. En heel, heel slecht voor de economie.
Eh, zullen we eens met de bus gaan
Dus daar loop je dan, als oppasopa, op maandagmiddag in de regen door het centrum van Leeuwarden, met op je schouders een peuter met een roze parapluutje. Wat bedachten we nou weer eens, met zulk prutweer, voor de toen driejarige. Eh, zullen we eens met de bus gaan? Jaaaaaah! En dan naar een heel grote winkel, met ook pluchen beestjes en chocolademelk? Jaaaaah! Samengevat: 15 kilometer op het voorste bankje in de Connexxion-bus was geweldig, drie keer op en neer met alle roltrappen in V&D was wat haar betreft nog dertig keer te weinig, met de lift naar La Place voor chocomel en hapjes van opa's appeltaart werd genoteerd als voor veel herhaling vatbaar, en het beertje op de speelgoedafdeling vergde – na een half uur aarzelen en honderd andere beestjes toch maar weer terugleggen – slechts 7,50 euro. In de terugbus viel ze op schoot in slaap.
Ik zie het buurman Von Ritterfeld niet doen. Waarschijnlijk vindt hij streekbussen onzin, warenhuizen overbodig, pluchen beertjes onhygiënisch en chocolademelk obesitas-bevorderend. Per onderdeel heeft hij wel een punt. Maar hij mist de belangrijkste punten: de lol van optrekken met zo'n wezentje, en het genoegen van de hulp aan je eigen kind, ook al is deze dreumes inmiddels 35.
Dat wordt dus over pakbeet een jaartje gebukt sluipend langs zijn haag wandelen, achter die extra brede buggy. Om de economie nog beter draaiende te kunnen houden zijn opa, oma, pake en beppe verblijd met de tweeling Thomas en Aniek. En nu maar hopen dat ook V&D het nog heel lang volhoudt.
In dit relaas is de naam van buurman Wilhelm-August von Ritterfeld om redenen van privacy gefingeerd. In het echt heet hij gewoon Theo de Jong.
Laatst gewijzigd op 15-03-2015 om 14:32 uur