Foto: André Keikes

Camera’s helpen ons vooral van onderling vertrouwen af

Wat nog maar enkele decennia geleden bij velen grote woede wekte, vinden we nu heel gewoon: camera's die mensen en bezittingen permanent in de gaten houden. Toch hielpen camera's uiteindelijk niet mee de vermiste student Remon Bruinsma te vinden.

Door André Keikes

Wekenlang zochten mensen in Leeuwarden en omgeving naar Remon Bruinsma, de jonge student, die sinds 30 november vorig jaar was vermist na een avond stappen en wiens lichaam op Nieuwjaarsdag werd gevonden in het water bij de Prinsentuin. Enkele vage camerabeelden, opgenomen in de binnenstad bij C&A waren lange tijd het laatste houvast. Toch was het op de eerste dag van het nieuwe jaar een toevallige voorbijganger, die de gevreesde vondst deed.

Wat verwachten we in onze tijd van camera's? Helpen ze ons verder, worden er meer daders van criminaliteit of zelfs misdrijven mee opgespoord of dragen zij juist bij aan het nare gevoel in een grimmige maatschappij te leven. Het is ongetwijfeld van beide wat, maar in een relatief rustige provincie als Friesland, kun je wel verbaasd staan over de vergaande maatregelen die genomen worden tegen boeven en boefjes van uiteenlopende soort. 

Jan Terlouw

Vaak wordt de keuze voor camera's, hekwerken, rolluiken en toegangscontroles met pasjes of zelfs gelaatsherkenning verdedigd door wat gemakzuchtig te stellen dat voorkomen beter is dan genezen. Wie kan er tegen preventie zijn? Maar er is wel degelijk een andere kant. En dan kom je in de buurt van het touwtje-uit-de-brievenbusverhaal van oud D66-politicus Jan Terlouw: we verliezen zo steeds meer het vertrouwen in elkaar. En daaruit kan een maatschappij voortkomen, waarin criminaliteit en misdaad juist gemakkelijker gedijen. Doorgeschoten preventie kan eenvoudig een selffulfilling prophecy, ofwel een zelfvervullende voorspelling worden. 

Zo'n onheilsprofetie ontstaat door een foute inschatting van de oorspronkelijke situatie, die een bepaald soort nieuw gedrag oproept, waardoor de eerdere foute inschatting waar wordt. Dan kan degene die tot het nieuwe gedrag had opgeroepen gemakkelijk 'zie je nu wel' roepen, maar zonder aanpassing van het gedrag, was er waarschijnlijk nooit iets gebeurd. Mensen gaan handelen op basis van een voorspelling en laten haar zo uitkomen.

Of de discussie over maatregelen tegen criminaliteit zo zwartwit is, is lastig na te gaan, maar wie dagelijks overal camera's en hoge hekken op zijn pad vindt, zal na verloop van tijd gaan geloven dat hij of zij in een griezelig gevaarlijke omgeving leeft. Dat kan tot nog meer veiligheidsmaatregelen leiden: nog meer hekken, camera's, sensorlampen, vechthonden, dubbele sloten, anti-inbraakstrips, buurt-apps en wat al niet meer. Wat is nodig en wat niet? En wat leveren we er voor in? 

Minder criminaliteit

De criminaliteitscijfers in Nederland vertonen als heel lang een neergaande lijn. Dat is heel wat anders dan al die 'Amerikaanse' maatregelen doen vermoeden. Amerikaans, omdat we het dan hebben over een land met een totaal andere cultuur, veel grotere ongelijkheid en vrij wapenbezit, dus in talrijke opzichten niet te vergelijken met hier. Uit de enquête die het Centraal Bureau voor de Statistiek jaarlijks houdt onder ruim tachtigduizend mensen, de zogeheten Veiligheidsmonitor, blijkt dat 2 procent van de Nederlanders in 2016 slachtoffer is geweest van geweld. Dat is nog steeds een flink aantal, maar 98 procent van de bevolking had er dus niet mee te maken. 

Ook de gevoelens van onveiligheid nemen al jaren af. De afgelopen tien jaar zelfs met 30 procent. In dezelfde periode is het aantal mensen dat zegt slachtoffer van criminaliteit te zijn geweest met bijna 40 procent gedaald. Preventie speelt daarbij zeker een rol, maar bijvoorbeeld ook de vergrijzing van de bevolking. Daarbij is het goed op te merken dat preventie niet alleen maar aan elkaar hangt van hekken, camera's en bewakers, maar ook te maken heeft met effectieve voorlichting over gedrag in huis en op straat.

In de Veiligheidsmonitor zijn daarnaast enorme regionale verschillen te onderscheiden. Friesland staat in alle overzichten bij de gebieden met lager dan gemiddelde risico's. Bij de ondervonden delicten, bij het onveilige gevoel in de buurt en ook bij overlast in de buurt. Bij de ondervonden delicten gaat het in ons land vooral om de vier grote steden, bij het onveilige gevoel in de buurt komt het zuiden van Limburg daar bij en bij overlast in de buurt, scoren daarnaast ook nog de westelijke delen van Noord-Brabant en de wijde regio Haarlem.

Maar zoals Europeanen zich op basis van Amerikaanse ervaringen allerlei overdreven bewakingsmaatregelen laten aanpraten, denk aan gepantserde geldwagens met van kogelvrije vesten voorziene chauffeurs, wegblokkerende objecten, een krankzinnig aantal stalen hekken op de meest uiteenlopende plaatsen en ja, dus ook talloze camera's, zo doen de Friese overheid, bedrijven en particulieren of het hier Amsterdam is, om niet te zeggen Chicago. 

Remon Bruinsma

Om er wat mee te bereiken? Een fietsendiefstal verijdelen, een dronken grapjas in de kraag vatten, een vechtpartijtje bij een café de kop indrukken? Een ernstige zaak als die van Remon Bruinsma is gelukkig een grote uitzondering. En zelfs dan blijken camera's, zoals er inmiddels tientallen overheidsexemplaren in de Leeuwarder en Sneker binnenstad hangen, te weinig op te leveren om er werkelijk iets aan te hebben. Dat is wel gebleken. Ook talloze particuliere camera's, bijvoorbeeld bij tankstations, winkelcentra en bankgebouwen kunnen hun beelden tegenwoordig doorsturen naar de noordelijke meldkamer van de politie in Drachten. Voor het veilige gevoel in de stad hebben ze eerder een contraproductief effect. 

Wie wordt er blij of gerust van om 'camerabewaking' aangekondigd te zien? Hoe denk je over een wijk waar borden aangeven dat er buurtpreventie noodzakelijk is? Ook komen er steeds meer met camera's uitgeruste drones bij. Hoe veel verder kunnen aanbod en noodzaak van camerabeelden nog uit elkaar groeien? 

Over camera's die het eigen personeel filmden, ontstond in 2013 nog grote opschudding toen meubelboulevard Home Center in Wolvega een mystery shopper met camera op pad liet sturen. De mogelijkheden zijn natuurlijk eindeloos, steeds goedkoper en ook steeds minder aangevochten. Wat niet vreemd is, want een mens heeft meer te doen en de kans je recht te halen wordt er niet groter op als camerabewaking steeds opnieuw wordt voorgesteld als noodzakelijk of zelfs onvermijdelijk, dus niet langer een serieus issue om over te klagen. Van het College Bescherming Persoonsgegevens valt ook niet het onmogelijke te verwachten: wat kan een handvol ambtenaren uitrichten tegen vele honderdduizenden van die glurende ogen. 

Uiteraard zijn er gevallen te noemen waarin zulke controles resultaten opleveren. Dat is mooi, maar het zou wel zo eerlijk zijn ook eens te kijken naar de negatieve kant van het verhaal, die van het unheimische gevoel in een door misdadigers beheerste stad te wonen, terwijl dat helemaal niet zo is. En kunnen de hulpdiensten ook eens wat minder alarmerend loeien in Chicago-stijl? Wie eens rustig naloopt wat er telkens na zo'n geluidsexplosie nou werkelijk zo urgent was, kan alleen maar hardop lachen. Er gebeurt hier gelukkig niet zo veel. Maar als inwoner van vriendelijk Leeuwarden krijg je op deze manier wel steeds meer de indruk dat het hier wat misdaad en criminaliteit betreft volkomen uit de hand loopt. Terwijl dat dus helemaal niet zo is.  

Laatst gewijzigd op 04-01-2018 om 09:45 uur