Foto: Wijk Zuidlanden bij Leeuwarden/Andre Keikes

De Zuidlanden: hoe retro wil je het hebben?

Voor de nieuwe Leeuwarder wijken Jabikswoude, Techum en Wiarda, onderdeel van het project de Zuidlanden, kieperden de ontwikkelaars een grote doos met stijlkenmerken van oude stadsbuurten en dorpen leeg, zodat de sfeer toch vertrouwd aanvoelt.

Door André Keikes

Nieuwe stadswijken worden zo ontworpen, dat ze meehelpen de overheidsvisie op bouwen en wonen te ondersteunen. De Leeuwarder nieuwbouwlocaties in Zuiderburen en Hempens/Teerns moesten de afgelopen jaren als zogeheten Vinexwijken helpen de verwachte leegloop van de stad te keren, zoals dat overal in Nederland het geval was. Maar anno 2017 lopen steden juist helemaal niet meer leeg. 

Eind jaren tachtig en begin jaren negentig vreesde de Rijksoverheid nog dat (middel)grote steden zouden verkommeren. Grote aantallen mensen zouden 'buiten' willen gaan wonen, wat de laatste open gebieden van Nederland ingrijpend zou aantasten. De steden bleven in die optiek met lege handen achter. Om dat doemscenario te voorkomen, werd in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening uit 1988 en de vervolgnota uit 1991vastgelegd dat er tot zeker 2005 grootschalige nieuwbouw gepleegd moest worden aan de rand van grote(re) steden.

Dit wonen in de buurt van de stad zou de lokale dynamiek stimuleren en ook onnodig forensverkeer voorkomen. De mooie, nieuwe woningen moesten de beter betaalde stadsbewoners die heel goedkoop in oudere wijken bleven hangen of juist overwogen naar een dorp te gaan, verleiden naar de Vinex-locaties te verhuizen. Dan zouden starters de verlaten goedkope woningen kunnen betrekken. Overigens was er ook in Vinexwijken nog wel plaats voor goedkope koop- en huurhuizen, maar de hoofdzaak vormden de woningen in het hogere segment. Daarnaast werd er op basis van de nota geïnvesteerd in herontwikkeling van verouderde of gesloopte stukken van de oude stad.

Steden bloeien

Een brede kijk dus, die er misschien wel mede toe geleid heeft, dat steden in onze jaren meer bloeien dan ooit. Volgens de huidige opvatting zijn het juist de steden die de motor zijn van alle ontwikkeling. De druk op woon- en werkruimte in zulke centrale gemeenten is daardoor ook groot geworden. In Amsterdam en Utrecht, maar ook in bijvoorbeeld Groningen, zijn de huizenprijzen omhoog geschoten. Er valt niet tegenaan te bouwen. Negatief gevolg is dat met name de mensen met een lager inkomen niet meer in beeld komen.

In Friesland gaat het er natuurlijk niet zo ruig aan toe. De Leeuwarder locaties Zuiderburen en Hempens/Teerns zijn de enige Vinexwijken van de provincie en ook die zijn door hun bescheiden maat nauwelijks te vergelijken met bijvoorbeeld het uitgestrekte Leidsche Rijn in Utrecht. Er zijn in het land overigens veel meer kleine Vinexlocaties en ook is de bouw na 2005, de aanvankelijke einddatum, niet gestopt. Er komen nog steeds Vinexwijken bij, al is de term enigszins in onbruik geraakt, omdat die een negatieve bijklank kreeg.

In Leeuwarden is de Zuidlanden de nieuwste variant. Maar anders dan in het verleden, wordt hier niet openlijk gestreefd naar een meer uitgesproken stedelijk profiel. Het landelijke beeld met veel groen en water krijgt voorrang, daarom wordt er ook consequent gesproken van buurtschappen. Deels bestaan ze al, deels worden ze de komende jaren gerealiseerd. Zoals ook het afwijkende energieneutrale wijkje It Grien, waarvan alle tien omvangrijke kavels inmiddels zijn verkocht en een aantal trendy tiny houses in Techum. 

Cosmetisch

Landelijk en dorps dus. Je wilt immers in Friesland wonen en hier prevaleert nu eenmaal het rurale. Bovendien wordt tegenwoordig, maar dat is een ontwikkeling die overal in Nederland zichtbaar is, niet langer sterk eenvormig gebouwd, al zijn de verschillen vooral cosmetisch. Denk aan een plukje daken met zwarte pannen, een plukje met oranje exemplaren, een paar huizen die even uit de rooilijn springen, wat verschillen in hoogte en gevelkleur en hier en daar een serre of erkertje. Zelfs aan een rijtje oude fruitbomen is gedacht. Geen overblijfsel van ooit, maar een nostalgisch teken des tijds. Het geeft allemaal een vertrouwd gevoel.

De ontwerpers van de Zuidlanden hebben voor de bouw begon namelijk eerst eens goed gekeken wat oude buurten zo leuk, aantrekkelijk en gevarieerd maakt. Vervolgens namen ze een grote doos, waar ze al die stijlkenmerken in gooiden, om ze er later bij de realisatie van de nieuwe wijken weer uit te halen. Zo vind je er een rijtje bruggetjes over een eerst aangelegd stukje water, dus puur voor de leuk, want zonder dat water had je die bruggetjes ook niet nodig gehad.

Prefab elementen

Natuurlijk wordt er in de Zuidlanden, in het informatiecentrum van het project omschreven als 'de nieuwe buorren van Leeuwarden', ook gebouwd met prefab elementen. Dat wil zeggen met massaal geproduceerde onderdelen, die dan weer eens verticaal, dan weer eens horizontaal geplaatst worden. Soms naast elkaar, soms boven elkaar, dan weer in een rijtje van twee of drie. Het wekt vluchtig beschouwd de indruk van uniciteit, maar loop je even door, dan zie je het toch. 

De kozijnen zijn veelal van erg wit kunststof, en ook dat zie je. De 'straatjes' maken hier en daar vooroorlogse bochten en knikken, maar zijn natuurlijk wel in de eenentwintigste eeuw bedacht en uitgevoerd, zoals ook de versieringen – een rijtje witte stenen rond kozijnen en deuren – wel accentjes aanbrengen, maar dan van de goedkoopste soort. In de straat It Uleboerd vind je naast de rij woonhuizen, ook twee heel zichtbare garageboxen, zoals je die ook wel aantreft in dorpen of bijvoorbeeld in Leeuwarden oud-Oost. Op de oorspronkelijke plekken zijn het doorgaans verbouwde vervallen woningen, hier niets minder dan een statement. De omgeving is er een soort Snakkerburen revisited. Hoe retro wil je het hebben?

Winkeltjes op de hoek

Wat echter totaal ontbreekt waar het aankomt op nagemaakte geschiedkundige elementen, zijn winkeltjes op de hoek. Even afgezien van een krijtbord van een mobiele kapster (Knipperette). Het Vinex-idee was dan ook dat mensen de stad kwamen versterken, niet dat ze hun buurtje niet meer uit zouden komen, omdat ze daar alles wel kunnen vinden, aangevuld met Bol en Wehkamp. Aan de Molkenkelder staat sinds enige tijd wel een grote Lidl-supermarkt, maar die is beslist geen knipoog naar vroeger. Wat nog het meest in de buurt komt, is een pand aan It Bynt in Techum, dat er uitziet als een opgedoekt winkeltje, maar daar zit (vooralsnog) een filiaal van het infocentrum van de projectontwikkelaar. Op de gevel staat in grote, lelijke letters de café-achtige naam 'It hynder fan Techum'. Maar bier is er natuurlijk nooit getapt. Hoe fake wil je het hebben?

En terwijl in het nieuwe regeerakkoord van het kabinet Rutte III extra miljoenen worden vrijgemaakt voor de herbestemming van oude kerkgebouwen, kreeg Jabikswoude (Goutum-Súd) aan het Hoyteslân een gloednieuw kerkje in quasi oude stijl, compleet met kopergroen torentje. Natuurlijk niet voor de eredienst, maar vanaf het begin 'herbestemd'. Er wordt al gewoond, alsof de gelovigen nog maar pas vertrokken zijn. Op Google Streets is er echter nog geen spoor van te vinden. Hoe Disney wil je het hebben?

Laatst gewijzigd op 02-11-2017 om 10:02 uur