Foto: André Keikes

Het pompeblêd is precies op tijd terug

Opeens is hij weer volop aanwezig in stadsgrachten en daarbuiten: het plompeblad, in Friesland beter bekend als het pompeblêd, het blad van de gele plomp. Dat is wel eens anders geweest. Komt het door schoner water of wordt het symbool van Friesland aan de vooravond van 2018 een handje geholpen?

Door André Keikes

Bij sommige 'natuurlijke' verschijnselen in Nederland sta je er nauwelijks bij stil dat ze helemaal niet zo natuurlijk zijn. Misschien moet je anno 2017 wel vaststellen dat 'puur natuur' in dit land helemaal niet meer bestaat. Alles wordt door mensen aangelegd en onderhouden, dan wel misbruikt. Over de teloorgang van de rijke Friese weidegebieden is al veel gezegd, maar er is meer.

Zelfs de visstand in open wateren wordt in ons land kunstmatig op peil gehouden met in kwekerijen tot wasdom gekomen vis, zoals sinds 1964 vele jaren bij de energiecentrale in Lelystad. Het door architect Romke de Vries ontworpen geheel van gebouwen, kweek- en paaivijvers, was er zelfs al voor de polderstad zelf tot stand kwam. Het raakte in de jaren tachtig van de vorige eeuw echter in problemen toen hongerige aalscholvers uit het nabij gelegen natuurgebied Oostvaardersplassen de smakelijke graskarpers ontdekten. 

Ook dat was overigens een gevolg van menselijk ingrijpen, want de overheid had actief meegewerkt de aalscholverkolonie uit de wind te houden. Ten koste van de gekweekte vissen dus. Bij Valkenswaard is de kweek voortgezet, maar al snel doken ook daar weer de beschermde aalscholvers op. Vis wordt nu meestal geïmporteerd uit Duitsland.

Dat geeft ook te denken over de alom plotseling zo weelderig groeiende pompeblêden, niet het minst op plekken waar je volgend jaar veel toeristen kunt verwachten. In de Leeuwarder en Sneker stadsgrachten bijvoorbeeld. Soms zag je, bijvoorbeeld langs de oevers van de Potmarge, wel eens de aanplant van rietkragen, waarvan je ook lang kon denken dat het een spontaan proces was. En even verderop ontstond niet lang daarna, al evenmin spontaan, een heus 'stadsstrand'. Waar de mens toch allemaal toe in staat is.

Symbool van Friesland

Pompeblêden zie je natuurlijk niet alleen in Friesland, ze komen voor in bijna heel Europa en de aangrenzende delen van Azië en Noord Afrika. In Nederland verreweg de meeste in het Groene Hart van Holland. Maar de plant met de drijvende bladeren uit de waterleliefamilie is natuurlijk wel het symbool van Friesland geworden. Voetbalclub Heerenveen heeft de pompeblêden als logo op zijn shirts en Omrop Fryslân laat er zijn regionale karakter duidelijk mee uitkomen.

De karakteristieke bladeren, in de Friese vlag rood, verwijzen naar middeleeuwse Friese landstreken, waar de huidige Friese regio in Nederland er een van is. De gedachte dat de Friese vlag dus ook wel zo oud zal zijn, is voor velen vermoedelijk een verrassing: de officiële erkenning van de vlag met de witte en blauwe diagonale banen en pompeblêden door Provinciale Staten van Friesland en de Hoge Raad van Adel in Den Haag dateert van nog maar zestig jaar geleden, in 1957. Pas een jaar daarvoor had de Fryske Akademy onderzoek laten doen in oude publicaties naar bruikbare motieven voor een Friese vlag. En binnen een jaar was dus alles al rond. 

Soms noemen mensen de vlag het wapen van Friesland, maar dat is een misvatting. Het Friese wapen kent slechts leeuwen, al komen die hier niet voor, maar geen pompeblêden. In het Groninger provinciewapen, zie je echter wel rode leliebladen. Het wordt dan ook wel eens aangezien voor het Friese wapen, wat het niet is. De Groninger leliebladeren verwijzen naar de ommelanden rond de stad Groningen, al hadden die ooit natuurlijk wel Friese connecties.

Ze hebben er zin in

Er is de afgelopen jaren van alles geprobeerd in gemeentelijke Friese wateren. Hier en daar doken grijze, kunststof bakken op met doorgaans knap onwillige planten. Waren het lisdodden, waterviolieren of toch gewoon smalle waterpest? In Leeuwarden, bijvoorbeeld in de stadsgracht bij de Blokhuispoort en in de Ooster Stadsgracht, zag het er jarenlang allemaal tamelijk treurig uit. Pompeblêden waren op deze plekken decennialang niet te zien, maar sinds kort duiken ze nu overal op. Het zijn geen absolute woekeraars, zoals de watergentiaan, het brutale kleine broertje, maar ze hebben er beslist zin in. 

En dat is ook geen overbodige luxe tijdens het Culturele Hoofdstad-jaar. Als je zo prominent met je pompeblêden in het rondstrooit, op T-shirts, mutsen, mokken en meer, moet je ook kunnen uitleggen waar je logo vandaan komt. En dat kan nu dus weer.

Laatst gewijzigd op 19-09-2017 om 21:02 uur