Wilt u vrachtwagen bij de koffie?

Als belangen botsen kan de overheid het niet snel goed doen. De bevoorrading van winkels en horeca in de binnenstad is zo'n thema. Als bezoeker of terrasgast erger je je aan vrachtwagens voor je neus. Maar wanneer moeten winkels en horeca dan bevoorraad worden?

Door André Keikes

Zaterdagochtend 11 uur. Zaailand Leeuwarden. Op het terras van museumcafé Thús is het op een warme zomerdag goed toeven. Hier is schaduw en een aardig uitzicht. Tot een bevoorradingsvrachtwagen op slechts enkele meters afstand van je koffie luid piepend tot stilstand komt. Weg uitzicht en weg stilte. De klep gaat omlaag en een ijskoude mist verlaat de wagen. De chauffeur pakt een steekkarretje en begint zijn kille dozen uit te laden. Niet bedoeld voor het museumcafé, maar voor een zaak verderop. 

Bevoorrading is onvermijdelijk, en aangezien er heel veel spullen bezorgd moeten worden, neemt dat tijd. Door vaststelling van zogeheten venstertijden blijft de overlast beperkt. Maar dan nog. In de meeste plaatsen kunnen transportbedrijven en horecaleveranciers tussen 7.30 uur en 12.00 uur en tussen 18.00 uur en 21.00 uur hun producten afleveren. Op zaterdagen bestaat die mogelijkheid alleen tussen 7.30 uur en 12.00 uur.

Leeuwarden houdt deze tijden ook aan, met de maandag als uitzondering. Dan kan de hele dag tot 21.00 uur bevoorraad worden. Het is immers een rustige dag, zeker tot 13.00 uur, als veel winkels nog gesloten zijn. Ook op de donderdagse koopavonden of die voorafgaand aan feestdagen bestaat er een uitzondering. Maar dan juist in de vorm van een bevoorradingsverbod. Lastig punt in deze kwestie blijft natuurlijk het verschil in openingstijden. Je hebt daghoreca en de overdag geopende winkels, maar ook avond- en nachtzaken.

Zaterdag

's Ochtends op een terras zitten, is voor velen misschien niet gebruikelijk – grote groepen mensen slapen eerst uit en gaan dan in de supermarkt boodschappen doen – maar er zijn ook aanzienlijke aantallen stadsbewoners en toeristen die daar wel van houden. Vandaar dat de horecazaken met terras vroeg geopend zijn. Het roept de vraag op of de zaterdagochtend niet ook een uitzonderingspositie moet krijgen. Want na de wagen voor het museumcafé, komt vrijwel meteen een wagen voor Fellini staan, die even later achteruitrijdend en dus luidruchtig piepend de bocht neemt om voor De burgemeester van Napels tot stilstand te komen. Voor het Paleis van Justitie staat een derde. De wagens rijden veelal met emissiearme motoren, maar je hoort en ruikt ze toch.

Aangezien horecaleveranciers als Hanos en Sligro met veel verswaren rijden, ontkom je ook niet aan het stevige geluid van de koelunit op het dak van de cabine. Daar komt bij dat de warenwet zelfs eist dat de producten zo dicht mogelijk bij de klant worden afgeleverd. Maar als terrasgast stel je je een zonnige zomerochtend toch een beetje anders voor. Gaat de ene wagen weg, dan komt de andere dus al weer aanrijden. En denk niet dat het op de Brol of de Nieuwestad anders is.

Ondernemersvereniging EVO bekijkt het vanzelfsprekend van de andere kant. Die houdt dit jaar juist een onderzoek om te zien of de per gemeente sterk uiteenlopende regelgeving vereenvoudigd kan worden. Toegangsbeperkingen voor vracht- en bestelverkeer in stadscentra zijn vervoersbedrijven al jaren een doorn in het oog. Er bestaan dus venstertijden, maar ook lengte- en gewichtseisen, milieuzones en specifieke routes, die het vervoer en de leveringsmogelijkheden beperken.

Ontheffing

Veel zones in stadscentra zijn buiten de venstertijden door de plaatsing van allerlei paaltjes fysiek ook niet meer toegankelijk voor bepaalde voertuigen. Wil je als chauffeur toch ergens heen, dan kun je vaak wel een ontheffing aanvragen, maar volgens de EVO leert de ervaring dat dat lang niet zo gemakkelijk gaat als gesuggereerd wordt.

EVO wil daarom een eenvoudiger ontheffingenbeleid en meer flexibiliteit. Enkele jaren geleden becijferde ze dat de winkelbevoorrading ondernemingen maar liefst €500 miljoen extra kost als gevolg van de toen wel 1600 regels in de verschillende gemeentes. De kans dat het er inmiddels minder zijn, lijkt niet groot. De organisatie heeft alle begrip voor maatregelen ter bescherming van de luchtkwaliteit, maar aan de beleving van de toch niet onbelangrijke stadsbewoners en toeristen besteedt ze echter geen woord. Die zijn dan ook niet georganiseerd en daarmee volledig afhankelijk van de overheid. 

Overslag

Soms doen politieke partijen voorstellen voor verbetering. Dan vallen de bij vervoerders gevreesde woorden stadsdistributiecentrum met verplichte overslag, ofwel een centrale plek aan de rand van het centrum, waar alles moet worden afgeleverd. De winkeliers en horecazaken kunnen de voorraden er dan zelf halen of de pakketten worden verder gedistribueerd met veel kleinere wagentjes. Daar zitten nog wel de nodige haken en ogen aan, maar op de langere termijn lijkt zo'n systeem toch het overwegen waard.

Laatst gewijzigd op 09-08-2017 om 16:04 uur