Wie wil er nog een antieke Friese klok?

Veel Friezen houden van het grootse verleden van hun provincie, misschien nog wel meer dan van het heden of de toekomst. Dat vertaalt zich in liefde voor oude huizen en spullen. Maar antiek in al zijn varianten raakt toch ook hier een beetje in het vergeetboek.

Door André Keikes

Vroeger had je pakes en beppes die meenden dat een oude Friese staartklok een stukje oudedagsvoorziening was. Zo'n bakbeest dat je luid tikkend wees op de onvermijdelijke eindigheid. In je herinnering zaten die voorouders als je op bezoek kwam altijd in fragiele, maar in hun ogen waardevolle theekopjes te roeren en met verzilverde vorkjes cake van al even vermeend uitzonderlijke schoteltjes te prikken. Bij het avondeten kreeg je natuurlijk ook nog te maken met krullerige schalen en kommen waar je heel voorzichtig mee om moest gaan. Allemaal 'voor later'. Soms gold dat ook voor oorijzers en geboortelepels van de familie, die slechts bij bijzondere gelegenheden aangeraakt mochten worden.

Er is een tijd geweest dat zulke spullen ook echt veel geld opbrachten bij hebberige antiquairs, die genoeg potentiële klanten kenden. Maar de onvermijdelijke eindigheid, die de staartklokken al aangaven, decimeerde het klantenbestand. Antiekwinkels hebben de afgelopen decennia massaal hun deuren gesloten. En bij de weinige die er nog over zijn, zie je nooit een kop. Wie dan toch per se een antieke Friese staartklok wil hebben of iets wat daar enigszins op lijkt, omdat het ook tikt (Zaans klokje, staand horloge, stoelklok, skipperke), kan misschien beter even langs de kringloopwinkel gaan, daar liggen ze in flinke aantallen te sterven, want jongeren houden er niet meer van. Die vinden de tijd wel terug op hun smartphone.

Ald Fryslân 

Dat er nog wel degelijk liefhebbers bestaan van sierlijke, ambachtelijk gemaakte klokken met een exceptioneel uurwerk of buitengewoon fraai gesneden stoeltjes is zeker, maar hun aantal is kleiner geworden. Bij veilinghuis Ald Fryslân in IJlst bijvoorbeeld zit nog geregeld een enthousiast publiek te bieden op onder meer kraakporseleinen kommetjes, kleurige poppenhuizen met tinnen figuurtjes, zilveren knottedoosjes, boerenjongenspotten, lederen kerkbijbels of pendules met engeltjes. 

De leeftijd van veilingbezoekers is in het hele land in de loop van de tijd steeds hoger geworden, de opbrengsten werden juist aanzienlijk lager. Wat natuurlijk ook weer een voordeel kan zijn, want wie betaalt er nu graag te veel voor iets dat hij begeert. Vandaag de dag kan een treffer bij een veilinghuis zelfs goedkoper uitpakken dan een Ikea-meubel. Helemaal als je de kwaliteit vergelijkt.

Jongeren lijken überhaupt niet zo veel belangstelling meer te hebben voor voorwerpen met een oud verhaal. Ze prefereren een nieuwe iPhone en een latte macchiato boven een porseleinen sculptuurtje uit de achttiende eeuw of een speeldoos in palissanderhouten kast. Maar, wees eerlijk: wat moet je daar als jongere ook mee als je geen vaste baan meer kunt krijgen en dus niet in aanmerking komt voor een eigen huis, zoals in onze jaren steeds vaker het geval is.

Vintage

Er speelt echter meer. Antiek, een term voor spullen van meer dan honderd jaar oud, is 'ingehaald' door vintage, een woord voor meubelen en curiosa uit vooral de jaren vijftig, zestig en zeventig, een periode waar we ons meer bij kunnen voorstellen en meer mee verbonden voelen. Dat ligt anders bij antiek, dat stamt uit lang vervlogen jaren zonder moderne verworvenheden. Het heeft voor velen zelfs iets deprimerends, al die oncomfortabele meubels, stoffige materialen en verschoten kleuren. Wil je zoiets voor een moment bekijken, dan ga je wel naar een oudheidkamer.

Vintage dateert uit de optimistische tijd van direct na de Tweede Wereldoorlog. Er kwam kleur in het leven en limonade kreeg prik. Er ontstond in die tijd ook meer aandacht voor inrichting, licht en ruimte in het interieur. Daar zijn we met elkaar gewend aan geraakt. Dan ga je niet meer terug naar negentiende-eeuwse duisterheid. Een enkel stuk oké, maar niet meer hele kamers vol. Geen wonder dat de prijzen van antiek tegenwoordig nog maar een vijfde of een zesde zijn van twintig jaar geleden, hoe fraai en vakkundig de stukken ooit ook gemaakt zijn. Een grote houten linnenkast, ooit duizenden waard, krijg je tegenwoordig al vanaf een paar honderd euro.

En dan moeten we het ook nog eens hebben over de toegankelijkheid van antiekzaken en -beurzen. Veel jongeren zien zichzelf daar nog niet naar binnen gaan. Ook omdat ze geen flauwe notie hebben van wat een antiek meubel kost. Sta je eenmaal binnen, tegenover misschien wel een arrogante ouwe brompot, wat moet je dan? Dan liever de Marktplaats van internet op. Geen idee of daar serieus antiek te vinden is voor de leek, maar het is een mogelijkheid. En uiteraard zijn er ook nog de curiosa-winkeltjes met 'brocante', maar dat is een ander verhaal.

Into The Great Wide Open

Dat antieke meubels ook een andere kant hebben, bijvoorbeeld het niet onbelangrijke duurzaamheidsaspect, wordt snel vergeten. Waar een Ikea-voorwerp misschien vijf jaar meegaat, houdt een antieke buffetkast het al honderd jaar uit en je kunt er van uit gaan dat hij zonder problemen een nog even lange periode mee kan. De mensen achter het Amsterdamse bedrijf The Makers realiseerden zich dat en mixen tegenwoordig op een eigenzinnige manier antiek met de betere vintage en hippe hedendaagse dingen. Op het Vlielandse festival Into The Great Wide Open, zomerse pleisterplaats van vooral hippe randstedelingen, kwamen ze er een paar zomers geleden goed mee weg. Duur spul, moet dus wel goed zijn, zoiets.

Op de exclusieve kunst- en antiekbeurzen TEFAF in Maastricht en PAN in Amsterdam kun je denken dat het nog wel goed gaat met de antiek- en oude-kunstsector. Op de laatstgenoemde vind je 120 deelnemende galeries en kunsthandels, maar dan heb je het wel over de kapitaalkrachtige top die een klein, geselecteerd publiek bedient. Maastricht is zo mogelijk nog exclusiever en internationaler. Bovendien zie je tussen de standhouders in Amsterdam opvallend veel branchevreemde vogels, die zelfs juist hedendaagse kunst aanbieden, waaronder Galerie De Vis uit Harlingen. De Friese inbreng daar is verder nihil. Ooit was dat anders, toen de deftige antiekzaak van A.C. Beeling & Zn op de Leeuwarder Nieuwestad nog nationaal en internationaal van zich deed spreken.

Laatst gewijzigd op 29-05-2017 om 13:10 uur