Noorden is grootverbruiker Brussels geld

Noord-Nederland is de op een na grootste verbruiker van Brussels geld. Het is onder andere besteed aan grasbioraffinage, de stoomtrein Sneek-Stavoren, Watercampus Leeuwarden, praktijkleercentra en het Polderhoofdkanaal in Opsterland.

Door De Redactie

Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland vergaarde in zeven jaren 28,28 miljoen euro bijeen aan Europese structuursubsidies. Het gaat om gelden uit de Europese Structuur- en Investeringsfondsen (ESIF), bedoeld om de economie en de arbeidsmarkt te moderniseren. 

In totaal kreeg Nederland die jaren 1,36 miljard euro toegeschoven uit Brussel, blijkt uit een evaluatie van de Europese Commissie. Er ligt nog veel in het verschiet, want van 2014 tot 2020 mag Nederland rekenen op 1,4 miljard euro aan investeringen om de economische groei te stimuleren en werkloosheid te bestrijden. Daarnaast is er nog een pot van ruim 600 miljoen euro voor plattelandsbeleid en 100 miljoen voor de visserij.

In de jaren 2007 tot 2014 soupeerde alleen het Nederlandse ministerie van Justitie meer. Na het ministerie van Justitie, dat het geld besteedt aan tbs’ers en ex-gedetineerden, en het Noord-Nederland staat de gemeente Emmen op de derde plek. Zij incasseerde 26,12 miljoen euro - vele malen meer dan steden als Rotterdam, Groningen en Enschede. 

Onderdeel van de structuurfondsen is het Europees Sociaal Fonds (ESF). Dat bestaat dit jaar zestig jaar en is het oudste Europese fonds, opgericht in 1957 bij het Verdrag van Rome. 

In de evaluatie claimt het ESF in zeven jaar ten minste 9,4 miljoen inwoners van de Europese Unie aan een baan te hebben geholpen met steun van het fonds. Dankzij de gelden hebben 8,7 miljoen Europeanen een diploma of een certificaat verworven. Het geld ging met name naar laaggeschoolden (40 procent), jongeren (30 procent) en kansarmen (21 procent). 

Landen die met hun arbeidsmarktbeleid zwaar leunen op het Europees Sociaal Fonds zijn Bulgarije, Estland, Griekenland, Letland, Litouwen, Malta, Roemenië, Slowakije, Portugal en Tsjechië. 

In 28 lidstaten liepen tijdens de programmaperiode in totaal 117 programma's. Het merendeel daarvan (59) had als doelstelling het regionale concurrentievermogen en de werkgelegenheid te verbeteren. 

Nederland kreeg in totaal 1,36 miljard euro uitgekeerd. Noord-Nederland kreeg het geld in vijf delen toegeschoven. De grootste hap betrof 13 miljoen euro in 2008. Verder werd er dat jaar 5,11 miljoen euro aan IPR-subsidie uitgekeerd. Later volgden nog aanvullende financieringen. 

Op Europese schaal is Nederland een bescheiden subsidiegebruiker. België kreeg met 862 miljoen euro minder. Ierland (2,73 miljard) en Frankrijk (2,08 miljard) zitten net boven het Nederlandse niveau. Het armlastige Griekenland kreeg fors meer met 11,95 miljard euro. Duitsland gaat met 32 miljard euro aan kop. 

De ranglijst, in euro’s, 2007-2013: 

Ministerie van Justitie 30,14 miljoen 

Samenwerkingsverband Noord-Nederland 28,28 miljoen 

Gemeente Emmen 26,12 miljoen 

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Beroepsgoederenvervoer 19,68 miljoen 

UWV 18,0 miljoen 

Triple Green Data Centers 16,99 miljoen 

Provincie Drenthe 15,55 miljoen 

Dienst Justitiële Inrichtingen 15,0 miljoen 

Stadsontwikkeling Rotterdam 14,86 miljoen 

Stichting Sectorfonds Financiële Dienstverlening (de branchevereniging van de banken) 12,63 miljoen 

OBR 12,42 miljoen 

Rijksuniversiteit Groningen 12,09 miljoen 

Stichting Opleidingsfonds HBD 11,85 miljoen 

Gemeente Groningen 11,52 miljoen 

Stichting Sociaal Fonds voor het Horecabedrijf 11,09 miljoen 

Gemeente Enschede 11,08 miljoen 

OTIB 11,0 miljoen 

Stichting OOMT 10,67 miljoen 

Stichting Arbeidsmarkt en Scholingsfonds Defensie 10,48 miljoen 

Stichting Beheer Collectieve Middelen 10,35 miljoen 

Gemeente Tilburg 10,09 miljoen 

Gemeente Almere 9,98 miljoen 

Gemeente Amsterdam, dienst werk en inkomen 9,95 miljoen 

Provincie Zuid-Holland 9,76 miljoen 

Stichting Opleidingsfonds Levensmiddelenindustrie 9,04 miljoen 

Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Call Centers 8,96 miljoen 

Gemeente Nijmegen 8,87 miljoen 

Gemeente Lelystad 8,56 miljoen 

Stichting Kenniscentrum Duurzame Innovaties 8,1 miljoen 

Stichting Fonds Grafimediabranche 7,96 miljoen