Friese paarden missen Gouden Koets

Prinsjesdag 2016: burgers tonen meer vertrouwen in de economie, door het kabinet is een begin gemaakt met het uitdelen van extraatjes, maar het achtspan Friese paarden mag niet voor de Gouden Koets. Ze trekken de Glazen Koets met daarin de koning en de koningin. 

Door De Redactie

Voor de Friese hengsten Karl, Kjel, Lieuwe, Nenne, Nolle, Quo Vadis, Siewerd en Tiebe is op Prinsjesdag de eer weggelegd om koning Willem-Alexander en koningin Máxima in de pas gerestaureerde Glazen Koets naar de Ridderzaal te brengen. De in 1826 in gebruik genomen Glazen Koets vervoerde in 1901 voor het laatst de koning op Prinsjesdag.

Voor de Friese paarden is het onzeker of ze ooit nog op Prinsjesdag de Gouden Koets zullen trekken. De koets is zeker drie tot vier jaar uit roulatie voor groot onderhoud. Het is afwachten of ze dan nog kunnen worden ingezet. Dit jaar zijn er ook al twee nieuwe hengsten ingezet: Siewerd en Tiebe. 

De Friese paarden mogen om het jaar in het achtspan. In 2014, op de tweehonderdste Prinsjesdag, was het voor het laatst een achtspan Friese paarden dat koning Willem-Alexander en koningin Máxima in de Gouden Koets naar het Binnenhof bracht.

Pas in 1989 zijn Friese paarden ingespannen voor de Gouden Koets. Tot dat jaar was het voorbehouden aan Gelderse paarden van het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland. Koningin Beatrix, beschermvrouwe van het Koninklijk Friesch Paarden Stamboek, besloot echter om het om en om te doen.

Friese namen

De Friezen hebben een bevoorrechte positie bij de koning. Want hun naam blijven ze behouden in de koninklijke stallen, in tegenstelling tot de Geldersen. Dus eens een Jelle, Nenne of Lieuwe, dan blijft dat ook zo als ze voor de Gouden of Glazen Koets paraderen.

De Glazen Koets, de oudste in de stallen van het Koninklijk Huis, heeft een vijf jaar durende restauratie ondergaan. Het rijtuig vervult voor zeker de komende jaren weer de voorname functie zoals het die tot 1901 had: het vervoer van de koning op Prinsjesdag. Daardoor komt deze koets eindelijk uit de schaduw van de pronkerige evenknie.

Cadeau

De Gouden Koets was het cadeau dat prinses Wilhelmina kreeg van de bevolking van Amsterdam ter gelegenheid van haar inhuldiging in 1898. Vond ze het cadeau mooi? Nee. Het duurde tot 1901, bij het huwelijk van koningin Wilhelmina en prins Hendrik, eer de Gouden Koets, met de overdaad aan krullen, ornamenten en schilderingen de veel elegantere Glazen Koets naar de tweede plek verwees. Maar ja, een cadeau van het volk, niet te weigeren.

Het wordt nog een hele toer om de restauratie in vier jaar op tijd klaar te hebben. Het is monnikenwerk, dat heeft de herstelklus van de Glazen Koets wel geleerd. Bij de Gouden Koets moeten het onderstel, de kast, stofferingen en de bok onder handen worden genomen. Vooral het houtsnijwerk en de wielen behoeven een grondige aanpak.

Wie denkt dat het veel sneller kan, die moet weten uit hoeveel steekjes het kunstige borduurwerk bestaat in het interieur. Het zijn er 15 miljoen. Toch even nakijken. Ooit zijn ze uitgevoerd door Amsterdamse vrouwen en meisjes. Dag in dag uit aan de slag voor een koets die amper te zien is, maar toch het pronkstuk van het land is.

Kosten

De renovatie van de Glazen Koets heeft €1,2 miljoen euro gekost. Maar op de dag van het aanbieden van de Miljoenennota beklemtoont het Koninklijk Huis dat dit is betaald door de koning. ,,Deze kosten zijn niet ten laste van de belastingbetaler gekomen.''

Ook de kosten van de restauratie van de Gouden Koets zijn voor rekening van het Koninklijk Huis. Het is nog te vroeg om te bepalen hoe duur het zal worden. Tot nog toe is de tijd benut voor uitgebreid onderzoek. De kosten van de Glazen Koets zijn een belangrijke indicatie. Maar ook hier besluit het Koninklijk Huis met een geruststelling: ,,Er worden geen extra kosten neergelegd bij de belastingbetaler.'' 

Laatst gewijzigd op 20-09-2016 om 11:48 uur